Direct naar artikelinhoud
ColumnPeter Winnen

Naar een competitie tussen alleen maar perfecte atleten kijken? Het lijkt me stomvervelend

Naar een competitie tussen alleen maar perfecte atleten kijken? Het lijkt me stomvervelend

Dus Lulu en Nana zijn volgens de onderzoeker He Jiankui gewoon ‘twee mooie kleine Chinese meisjes’. Ze zijn ‘een paar weken geleden geboren, huilend en net zo gezond als elke andere baby’. De baby’s zullen er nog geen weet van hebben maar tamelijk ongewoon zijn ze wel. Het zijn de eerste genetisch gemanipuleerde baby’s ter wereld. He Jankui verklaarde een goede daad verricht te hebben – Lulu en Nana zijn voor de rest van hun leven resistent tegen het hiv-virus, en een deel van hun nakomelingen ook. Maar hij oogstte uitsluitend wereldwijde verontwaardiging en afkeuring van wetenschappers en ethici: dit is een stap te ver.

De jonge knip-plak-manipulatietechniek die Crispr heet doet me denken aan gezellig knisperende chips bij de borrel. Op video’s die in bijna alle nieuwsbulletins werden getoond bijkt de techniek razend eenvoudig, en nog goedkoop ook. He Juankui is wel niet de uitvinder ervan, maar ik vrees dat hij geëxcommuniceerd zal worden door het wetenschappelijke gezelschap. En dan? Zal hij in zijn hutje op de hei fanmail krijgen? Van sporters?

Bij de Amerikaanse onderzoeker die in de jaren ’90 de onvermoeibare Schwarzenegger-muis creëerde met een omslachtiger manipulatietechniek, Lee Sweeney, stond de telefoon niet stil. Aan de andere kant van de lijn maakten topatleten zich bekend die op zoek waren naar bepaalde verbeteringen in hun dna. Of Sweeney zijn medewerking wilde verlenen aan olympisch goud. Dat wilde hij niet, nog niet aan zilver of brons. Nadat hij adviseur werd van het Werelddopingagentschap Wada nam de belangstelling van sporters overigens af, en bleven vooral bodybuilders om hulp smeken. Zijn sportmensen dan zo slecht? Sommigen, denk ik. Sommige coaches ook. En ook sommige min of meer totalitaire staatshoofden.

Nu is er Crispr. De techniek kan worden ingezet om uitmuntende atleten te ontwerpen voor deze of gene tak van sport, als tenminste helemaal in kaart is gebracht aan welke genen precies gesleuteld moet worden. Het lijkt me stomvervelend om naar een competitie te kijken tussen alleen maar perfecte atleten. Sporters moeten juist (net) niet perfect zijn omwille van het drama.

Laat mij maar genieten van een bijna perfecte atleet als Mathieu van der Poel. Mathieu heeft per toeval een genenpakket ontvangen wat hem superieur maakt aan de rest. De genen van pa en de genen van opa Raymond Poulidor die hem via zijn moeder toevielen buit hij tot en met uit. Vanuit een bepaald perspectief zou je kunnen spreken van een kosmisch ongelukje. Ik ga er vanuit dat zijn vader en moeder hem niet verwekten met het oogmerk een topwielrenner te ‘telen’. En dan nog had hij op zijn zestiende kunnen zeggen: ‘Geef mij maar tabak, bier en seks; ik moet dat gesloof op de fiets niet.’