Direct naar artikelinhoud
BeeldvormersLange neus

Lange neus

De rubriek Beeldvormers onderzoekt hoe een foto onze kijk op de werkelijkheid bepaalt. Deze week: Jonge Hawaiiaanse monniksrob met paling in zijn neus.

Het zou goed kunnen dat we hier kijken naar de nieuwste tienertrend ­onder Hawaiiaanse monniksrobben. Hawaiiaanse monniksrobben, een bedreigde diersoort waarvan er nog maar zo’n 1.400 leven rond de afgelegen eilanden ten noordwesten van Hawaii, kunnen niet planken (als een houten plank op bijvoorbeeld twee stoelen liggen, een trend van een paar jaar geleden) of capsules met vloeibaar wasmiddel eten (begin dit jaar een rage onder tieners, alleen zij weten waarom). Daarom zouden de pubermonniksrobben dit hebben bedacht: gevlekte palingen in je neusgaten proppen, hoe langer hoe beter. Ziek, man.

Een Hawaiiaanse monniksrob met een paling in zijn neusgat. De foto is gemaakt door Brittany Dolan, een biologe van het het National Oceanic and Atmo­spheric Administration’s ­Hawaiian Monk Seal Research ­Program (Noaahmsrp).Beeld EPA

Deze rob, die werd gefotografeerd door een medewerker van het National Oceanic and Atmo­spheric Administration’s ­Hawaiian Monk Seal Research ­Program (goddank af te korten tot Noaahmsrp), veroorzaakte begin december nogal wat reuring op Facebook en Twitter. Want wat de piep was hier aan de hand?

Het leuke is: niemand weet het. Het hele gebeuren, en daarmee ook de foto zelf, is een vraagteken, hangend boven ieders hoofd. Zelfs wetenschapper Charles Littnan, al jaren voorman van de Noaahmsrp, heeft geen idee wat hier gebeurt, vertelde hij aan The Washington Post. Twee jaar geleden kreeg hij een mail van zijn collega’s uit het veld. Ze hadden een Hawiiaanse monniksrob met een paling in zijn neus gevonden, schreven ze. Of Littnan soms wist wat het protocol was. Na wat heen en weer gebel besloten ze: handschoenen aan en trekken. Uit de zeehondenneus kwam een paling van ruim zestig centimeter. Na afloop was de paling dood en de monniksrob – nou ja, die deed zijn naam eer aan en was schijnbaar niet van zijn stuk gebracht. Alles wat een begin heeft, heeft ook een einde, zei Boeddha immers al.

Sindsdien zijn er nog een stuk of vier vergelijkbare situaties voorgekomen, waaronder de hierboven gefotografeerde. Men ­bedacht verschillende verklaringen. Monniksrobhatende mensen zouden het hebben gedaan. Palingen die tijdens de rooftochten van de monniksrobben in het nauw waren gekomen (de zeehonden steken op zoek naar voedsel hun kop overal in), zouden wanhopig naar een uitgang hebben gezocht (‘Dan maar de neus in’). De palingen zouden bij het overgeven niet via de bek, maar via de neus naar buiten zijn gekomen en daar blijven vastzitten.

Al deze theorieën werden tot nu toe verworpen. De meest plausibele die Litnann kan bedenken, is dat pubermonniksrobben een beetje op pubermensenkinderen lijken: ze proberen nogal eens iets uit en raken daarbij niet zelden verzeild in risicovolle situaties. Wellicht snoof een van hen zo’n paling op en proberen de anderen hem of haar nu na te doen. Kijk naar de foto en dat lijkt niet eens zo’n gekke verklaring. De jonge Hawiiaanse monniksrob ziet er nogal tevreden uit, om niet te zeggen super in z’n sas met zichzelf en de wereld. Een paling in mijn neusgat? Ja, duh. Meet even hoe lang dat ding is, dan weet ik of ik heb gewonnen.

Maar nogmaals: niemand weet het zeker. Dat maakt deze foto ­eigenlijk totaal ongeschikt voor deze rubriek, die er prat op gaat de zichtbare wereld via de fotografie een beetje begrijpelijker te maken. De meeste foto’s lenen zich daarvoor; door goed te kijken en naar aanwijzingen te zoeken, valt er meestal wel wat te verklaren. Niet alles natuurlijk, maar íéts.

Aan deze foto valt niets te snappen. Ze is niet rokerig mysterieus à la de tientallen zogenaamd onverklaarbare beelden die online circuleren en die het bestaan van geesten of yeti’s zouden bewijzen of een of andere vergezochte complottheorie aannemelijk moeten maken. Ze roept niet eens het vermoeden van trucage op. Dit beeld hoeft niets te verklaren, het werd alleen maar gemaakt om iets te ­tonen: een afwijkend, biologisch fenomeen. Kijk ernaar en je fantasie mag op hol slaan, maar de blik blijft steken. Die komt niet voorbij dat wat je ziet en niet kunt begrijpen.

‘Dit zou best weleens een van die kleine gekkigheden en mysteries uit onze carrières kunnen zijn, waarvan we ons over veertig jaar, wanneer we gepensioneerd zijn, nog steeds zullen afvragen hoe het kwam’, zei Charles Litnann tegen The Washington Post. Met andere woorden: hier moeten jullie het mee doen. Naar deze foto kun je alleen maar kijken. De lange neus van de Hawaiiaanse monniksrob is voor ons.

Merel Bem