Direct naar artikelinhoud
WetenschapTwitter

Als Twitter een spiegel voor de samenleving is, dan op zijn best een lachspiegel

Als Twitter een spiegel voor de samenleving is, dan op zijn best een lachspiegel
Beeld Krista van der Niet

Met zijn gigantische hoeveelheid openbare data is het voor zowel wetenschappers als journalisten verleidelijk om Twitter te gebruiken als spiegel van de samenleving. Verleidelijk, maar meestal niet verstandig.

Sinds Donald Trump president is, hebben Amerikanen het 45 procent vaker over schaamte. Al na een paar jaar zien mensen extreem weer als het nieuwe normaal. Het Brexitdebat ging in het Verenigd Koninkrijk niet zozeer over nationalisme en het aanpakken van de elite, maar over economische zorgen. Dat blijkt allemaal uit wetenschappelijk onderzoek.

Nou ja, op Twitter dan.

Wetenschappers richten zich geregeld tot Twitter, een schijnbaar ideale plek om in het (digitale) wild te bestuderen wat mensen doen en denken. De Amerikaanse psycholoog Phillip Wolff noemde het sociale medium niet voor niets een ‘microscoop voor psychologen’.

Gebruiken wetenschappers Twitter als microscoop, dan gebruiken media het platform graag als spiegel voor de samenleving. Ophef op Twitter vormt nog altijd met regelmaat een nieuwsaanleiding en tweets vertegenwoordigen in nieuwsberichten de mening van de mens in de straat. Het roept de vraag op of Twitter wel zo’n goede afspiegeling is van de offlinewereld. Wat kan het sociale medium ons werkelijk leren over de grote buitenwereld?

Het is niet zo vreemd dat onderzoekers zich graag tot Twitter wenden, vindt Jelte Wicherts, hoogleraar methodologie aan de Universiteit van Tilburg. De bak data is gigantisch en makkelijk doorploegbaar. Niet voor niets gebruiken onderzoekers geregeld vele tienduizenden, soms zelfs miljoenen tweets voor hun analyses.

Bij andere sociale media kan dit niet zo makkelijk. Activiteit op Facebook, bijvoorbeeld, vindt slechts voor een beperkt deel plaats in de openbaarheid. Meestal moet je immers bevriend zijn om berichten te zien. Bovendien biedt het platform onderzoekers minder handvatten om eenvoudig data bij elkaar te sprokkelen dan Twitter.

En waar je bij vragenlijsten zit met de vraag in hoeverre onderzochte personen goede inschattingen maken over zichzelf en eerlijk antwoorden, kun je op Twitter gewoon observeren waarover mensen praten. Openbaar, op massale schaal, zwart op wit. Wicherts: ‘Vooral als je sociale interacties wilt bekijken, kun je er interessante studies mee doen.’

Het risico laat zich raden. Nog geen 20 procent van de Nederlanders zit op Twitter, volgens het Nationale Social Media Onderzoek 2019 van marktonderzoeksbureau Newcom. Daarmee staat het onder Facebook, Instagram en LinkedIn. ‘En van de mensen die er zitten, is lang niet iedereen actief’, aldus Wicherts. ‘We weten: de gemiddelde tweet is allesbehalve representatief.’

Dat blijkt bijvoorbeeld uit studies die peilingen onder gebruikers van sociale media vergelijken met peilingen onder de algemene bevolking. Op basis hiervan concluderen Engelse onderzoekers bijvoorbeeld dat mensen op sociale media gemiddeld jonger, hogeropgeleid en meer geïnteresseerd in politiek zijn dan mensen die sociale media links laten liggen.

Socioloog Grant Blank (Universiteit van Oxford) trekt vergelijkbare conclusies in zijn studie naar Twittergebruikers. Volgens zijn bevindingen is Twitter ongeschikt voor studies waarvoor representativiteit belangrijk is, bijvoorbeeld voor peilingen over verkiezingsuitslagen en onderzoeken naar gedrag en houding van grote bevolkingsgroepen.

‘Met hun luttele 280 tekens zijn tweets bovendien een schamele databron’, mailt Blank. ‘Doordat ze zo kort zijn, ontberen ze subtiliteit en nuance. Je kunt bepalen of de lading van een tweet positief of negatief is, maar daar houdt het zo’n beetje op. Subtielere emoties en complexe gedachten liggen buiten het bereik van wat een tweet kan overbrengen.’

Blank oordeelt dan ook hard over veel onderzoek naar Twittergebruikers. ‘Over het algemeen denk ik dat onderzoekers de beperkingen proberen te negeren. Slechts in een paar gevallen, zoals na mislukte pogingen om verkiezingsuitslagen te voorspellen, is negeren onmogelijk geworden.’

Dat betekent niet dat al het onderzoek naar Twitter waardeloos is, zegt methodoloog Jelte Wicherts. Het kan bijvoorbeeld als aanknopingspunt dienen voor nader onderzoek. Dat mensen binnen een paar jaar wennen aan extreem weer, zoals uit een van de Twitterstudies zou blijken? Een interessante aanwijzing die uitnodigt tot nader onderzoek. Wicherts: ‘Met dat soort onderzoek wil ik eerst verschillende bewijslijnen zien. Zien of hetzelfde blijkt uit een labexperiment en een enquête.’

Nepmensen aan het woord

Zijn de echte mensen op Twitter al niet representatief, dan zijn nepaccounts dat al helemaal niet. Toch krijgen ook zij de nodige media-aandacht, in elk geval in de VS, concludeerden onderzoekers van de Universiteit van Wisconsin-Madison. 32 van de 33 nieuwsmedia die zij onderzochten, toonden tijdens de afgelopen presidentsverkiezingen in artikelen een of meer tweets van Russische nepaccounts. Doel van die media was om discussies op Twitter te gebruiken als inzicht in het publieke debat, schrijven de onderzoekers. Veelal werd de inhoud van die tweets door liberale media bekritiseerd en door conservatieve media bejubeld. In totaal ging het om 116 artikelen, onder meer van The Washington Post en Fox News. Media, laat je niet manipuleren door buitenlandse Twitterpropaganda, waarschuwen de onderzoekers.

Wetenschappers hebben nog een andere toepassing gevonden voor de schier eindeloze datastroom van het sociale medium: signaleren dat er iets gebeurt of staat te gebeuren doordat mensen erover beginnen te tweeten. Zo is zelfs geprobeerd beurskoersen te voorspellen met Twitter door de stemming op het platform te peilen. De onderzoekers vonden geen statistisch significante relatie.

Volgens een Britse studie uit 2018 zouden tweets over spreeuwenzang of vliegende mieren – voorzien van hashtags als #flyingantday – zelfs bruikbaar zijn voor biologen, om te bestuderen waar en wanneer deze dieren opduiken. Op grote schaal kwamen de Twitterobservaties goed overeen met die uit het veld, schrijven de onderzoekers. Details onderzoeken, bijvoorbeeld of er een relatie bestaat tussen hoe vaak spreeuwen zingen en de weersomstandigheden, bleek weer een stap te ver.

Een andere belangrijke stroom in deze tak van Twitteronderzoek is het voorspellen van ziekte-uitbraken. Beginnen tweets over niezen en zakdoekjes binnen te stromen, dan zou er weleens een griepgolf aan kunnen komen, dat idee.

Gebruiken we Twitter straks echt als glazen bol? Mirko Schäfer, mediaonderzoeker aan de Universiteit van Utrecht en projectleider van de Utrecht Data School, heeft zijn twijfels. De nodige mislukkingen zijn immers al gepasseerd.

Het beste voorbeeld vond volgens hem plaats buiten Twitter: Google Flu Trends. De bedoeling van dit project, het grootste in zijn soort, was om griepuitbraken te voorspellen aan de hand van de zoekresultaten die gebruikers invoeren. Dat leek de eerste paar jaar uitstekend te lukken, maar hierna sloeg het systeem keer op keer de plank finaal mis. Google staakte het project.

Een van de problemen was dat veel mensen niet goed weten wat voor ziekte ze hebben en dus zoekopdrachten invulden die een verkeerd beeld opleveren, legt Schäfer uit. ‘Google dacht: deze mensen zoeken iets tegen de griep of willen weten of ze symptomen van griep vertonen. Maar misschien hadden ze helemaal geen griep en was er iets anders aan de hand.’

Mirko Schäfer

Gewone internetgebruikers, onder wie twitteraars, zijn doorgaans immers geen dokter. Dat tweets fouten kunnen bevatten doordat gebruikers niet deskundig zijn, maakt het volgens hem lastig als je hun activiteit wilt gebruiken voor wetenschappelijke conclusies.

‘Ik weet dat Nederlandse gemeenten ook onderzoeken of ze Twitter kunnen gebruiken om te zien of tijdens drukke evenementen de publieke orde wordt verstoord’, vervolgt hij.

‘We hebben daarmee getest tijdens de Nuclear Security Summit van 2014 en konden er toen geen touw aan vastknopen. Maar ja, dat ligt er ook aan dat er niet echt iets gebeurde.’

Desondanks maakt hij met zijn Utrecht Data School zelf veel gebruik van tweets tijdens zijn onderzoek. Dan gaat het om vragen als: gebruiken mensen in een gemeente zonder lokale krant vaker Twitter dan mensen in gemeenten met krant? Hoe gebruiken politici hun Twitteraccount in campagnetijd? ‘Als wij naar Twitter kijken, kijken wij er altijd naar in de context van Twitter.’

Daar zit de crux: bestudeer je Twitter, dan bestudeer je Twitter, met de gebruikersgroepen en mores die specifiek bij het platform horen. Dat laatste is iets wat in zijn ogen soms misgaat in de media. ‘Veel meer dan wetenschappers gebruiken die Twitter als gatekeeper. Journalisten denken: ik kijk even op Twitter, wat daar leeft weerspiegelt de maatschappij. Terwijl dat helemaal niet het geval hoeft te zijn’, zegt de data-onderzoeker.

Ter illustratie wijst hij op onderzoek uit 2015, waaruit blijkt dat het praatprogramma Pauw enkele malen meer tweets oplevert dan het Journaal. Zou je alleen daarop afgaan, dan zou je denken dat Pauw flink populairder is. In werkelijkheid trekt het achtuurjournaal alleen al fors meer kijkers. Schäfer: ‘En toen Robert Jensen van televisie werd gehaald wegens lage kijkcijfers, zag je in de commentaren van zijn achterban dat ze dat helemaal niet begrepen. Jensen was toch altijd trending?’ 

Nederlandse media gebruiken Twitter veelal om verhalen en bronnen te vinden, en om met tweets weer te geven wat ‘gewone mensen’ over een onderwerp denken, volgens Marcel Broersma, hoogleraar media en journalistieke cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Daarbij heb ik het idee dat veel Nederlandse journalisten zich wel bewust zijn van de beperkingen van Twitter.’

Wat eerst alleen op Twitter speelt, kan volgens hem breed worden opgepikt als traditionele media er aandacht aan besteden. Het risico is dat een relatief kleine, niet-representatieve groep dan een onevenredig grote megafoon in handen krijgt. Want als Twitter al een spiegel van de samenleving is, dan op zijn best een lachspiegel.

Lees meer over sociale media

De algoritmen van sociale media zouden gebruikers gevangen houden in de bubbel van hun eigen gelijk, met polarisatie tot gevolg. Dat lijkt volgens recent onderzoek nogal overdreven.

Twitter is verworden tot een plek waar de strontkar wordt leeggekieperd. Hoogste tijd dus voor een Twexit, meent Bard van de Weijer.

De film Sonic the Hedgehog laat zien hoeveel invloed fanatieke fans echt hebben, mede via Twitter, betoogt Floortje Smit.