Direct naar artikelinhoud
Verslaggeverscolumn

Hoe de eigenaar van S.E. Fireworks nog steeds worstelt met de vuurwerkramp

Hoe de eigenaar van S.E. Fireworks nog steeds worstelt met de vuurwerkramp

Rudi Bakker en zijn zoons blijven vechten.

De ochtend na de ramp duurde het telefoongesprek drie minuten. We wisselden woorden uit die de krant nooit haalden.

‘Er zit een heel leven tussen’, zegt Rudi Bakker achttien jaar later. ‘Jij leefde door, het mijne was voorbij.’

We zitten aan een tafel op kantoor. Zijn zoons luisteren mee vanachter hun bureaus – allebei ondernemer geworden. Raymond en Dennis waren 7 en 12 jaar, 13 mei 2000, ‘we hebben’, zegt Rudi, ‘alles op alles gezet om ze normaal te laten afstuderen’. Dennis werd jurist, Raymond informaticus, ‘mijn vrouw en ik zijn trots’.

Vuurwerkramp in Enschede.Beeld ANP

Het kantoor is op een industrieterrein aan de rand van de stad. Natuurlijk konden ze vertrekken uit Enschede, maar was de wond dan sneller genezen?

Raymond maakt software, sites en apps. Dennis doet in rampnieuws: met 112 Twente en persbureau News United voorziet hij een lange lijst media van ongeluksfoto’s en -video. Het is de bedrijfsmatige voortzetting van een oude hobby die niets met de vuurwerkramp te maken heeft, zegt hij. Met de autoriteiten werkt hij goed samen, Dennis wordt zelfs ingehuurd door de veiligheidsregio, voor trainingen. Dit ondanks het gevecht dat ze met de autoriteiten voeren, en dat is overgeslagen van vader op zoons.

Dennis: ‘Wij staan als één man achter hem.’

Rudi: ‘Als ouder zijnde wil je dat je kinderen eigenlijk niet aandoen.’

Dennis: ‘Recht bestaat niet, in Nederland. Het is een utopie.’

Rudi: ‘Dat mijn zoons dit meemaken, daar voel ik me dan ook weer schuldig over.’

Slachtoffer wordt afgevoerd na de vuurwerkramp.Beeld ANP

Verderop, in Den Haag, is een besloten hoorzitting aan de gang over de vuurwerkramp. Onderzoeker Paul van Buitenen presenteert Kamerleden een studie van elfhonderd pagina’s die aan moet tonen dat de overheid alles heeft gedaan zichzelf vrij te pleiten. De schuld lag bij S.E. Fireworks, bij Rudi Bakker en zijn compagnon.

Een jaar cel was het vonnis. Vijftien jaar geleden uitgesproken, nooit geaccepteerd. Tientallen procedures voerde Rudi, alles mislukt, maar steeds vindt hij elders hoop, ook al worden de krantenkoppen stilaan dunner, de vuurwerkramp bedolven onder theorieën, van landmijnen tot ijsfonteinen, ‘dat je denkt: waar is het voor nódig’.

Rudi heeft zijn zoons, zijn vrouw en zijn stad nog, en zijn gezondheid. Hij is pas 56. Op de plek van de ramp is een nieuwe wijk gekomen met nieuwe verhalen – waarom kan hij het niet laten gaan?

Eerst zegt hij: ‘Wat ze nu vertellen is een andere waarheid dan die er was. Dat doet mij enorm zeer.’

En later: ‘Tussen verantwoordelijkheid en schuld zit een wereld van verschil man. Leven, gezondheid en mijn persoon doen er niet meer toe. Mijn familie is weg, geen contact meer met broers en zussen. Voetbal was mijn hobby, FC Twente was mijn club, ik kan daar niet meer komen.’

Raymond: ‘Hij heeft het nieuwe stadion nog geopend, in 1998.’

Rudi: ‘Al het sociale is van de ene op de andere dag verdwenen.’

Er waren jaren dat Rudi Bakker elke dag naar het rampterrein ging. Er is een filmpje: Rudi met pyrotechnicus Gert Kampjes zenuwachtig aan het hek, ze dragen een bos bloemen mee voor de slachtoffers. Met die bloemen kunnen ze nergens terecht. Dus gooien ze de bos met een boog over het hek.

‘Ieder jaar weer is het 13 mei. Ik heb respect voor de nabestaanden: het is hún verdriet. Dus de herdenking doen we thuis zodat niemand het ziet. 15 uur 35, dan luiden ze de klok. Voor mij is het ook een confrontatie met het gemis. Ik mis mijn werk, mijn voetbalclub, alles iedere dag.

‘Mensen zijn meedogenloos. Jarenlang kon ik niet fatsoenlijk naar de bakker of de supermarkt. Dat begrijp ik allemaal. Mensen hebben niet de capaciteit het op de juiste plank te leggen. Het maakt ons verdriet zo moeilijk. Ik moest de dader zijn, maar de straf die daarna komt, tot en met nu, is erger. We zijn op eigen kracht aan het terugklimmen in de maatschappij.’

Rudi Bakker.Beeld Raymond Bakker

Verwacht hij iets van het nieuwe onderzoek?

‘Misschien moet u de vraag anders stellen. Er is vier jaar onderzoek gedaan en dit zijn de uitkomsten, de feiten – ja, inderdaad. Als u vraagt: ‘geloof je nog in politiek’, nouja, kijk, het vertrouwen is heel broos.’

Dennis: ‘Politie en justitie weten hoe, wat, wie en waar. Maar het is niet in hun belang.’

Rudi: ‘Dennis studeerde eerst strafrecht, maar is naar fiscaal recht overgestapt.’

Dennis: ‘Strafrecht is geen exacte wetenschap. Dat heb ik wel geleerd.’

Aan de muur van het kantoor hangen krantenpagina’s met foto’s van Dennis. Af en toe gaan Rudi en Raymond met hem mee op pad, naar een brand of een auto-ongeluk. De kunst is er als eerste bij te zijn, en pas te publiceren als de nabestaanden op de hoogte zijn gebracht.

Dennis: ‘Ik verzamel bewijsmateriaal. In zekere zin komt het daar op neer.’

Rudi: ‘Er komt een dag waarop bekend wordt hoe de situatie werkelijk was. Die komt.’