Direct naar artikelinhoud
nieuwsKoekange

Vrijwilligers graven ’s nachts opnieuw naar lichaam Willeke Dost, politie grijpt in

De politie heeft zondagnacht een einde gemaakt aan een zoekactie naar de in 1992 verdwenen Willeke Dost. Acht vrijwilligers wilden op een weiland in het Drentse Koekange graven naar het lichaam van het meisje. Het is de tweede keer in korte tijd dat mensen op eigen initiatief naar stoffelijke resten zoeken.

In november werd er ook al gezocht naar het lichaam van Willeke Dost. Toen is niks gevonden.Beeld Raymond Rutting

Het nachtelijke graven vond plaats op het weiland bij de boerderij van het pleeggezin waar Dost woonde ten tijde van haar verdwijning, bevestigt de politie. ‘Wij kregen een melding en daarop hebben we deze mensen erop gewezen dat ze zich op privégrond bevonden. Wat zij deden mag gewoon niet.’ Volgens de politie ging het om acht personen en waren zij al begonnen met graven toen de agenten arriveerden. De politie zal proces-verbaal opmaken wegens erfvredebreuk.

‘Er zijn mensen die vermoeden dat er nog stoffelijke resten liggen op basis van nieuwe grondradarbeelden’, aldus een woordvoerder van de politie Noord-Nederland. ‘Maar die hebben wij nog niet gezien.’ In november zocht de politie ook al naar aanleiding van een tip naar de stoffelijke resten van het meisje. Er werd niets gevonden. 

Dost, destijds 15, verdween in 1992 spoorloos uit de boerderij van haar pleegfamilie aan de Koekanger Dwarsdijk. Een biologische zoon van de pleegouders woont daar momenteel. Een misdrijf wordt nog altijd mogelijk geacht, maar er wordt ook rekening gehouden met de mogelijkheid dat het meisje is weggelopen. De cold case werd in de loop der jaren meerdere keren heropend.

Tweede particuliere zoekactie

Het is de tweede keer in korte tijd dat mensen op eigen initiatief naar stoffelijke resten zoeken. Ook in de nacht voor Kerst werden twee mannen betrapt terwijl zij naar haar lichaam zochten. Het ging toen om Jan Huzen en Ab Bruintjes. Huzen is een kennis van de tante van Dost, Bruintjes helpt hem sinds 2010 in zijn zoektocht. De twee vonden elkaar via Facebook. 

Huzen bevestigt dat hij ook bij deze actie betrokken was. Hij is niet ontmoedigd door het ingrijpen van de politie, zegt Huzen. ‘De politie zit in mijn ogen fout. Die zou de zaak moeten onderzoeken, niet de vrijwilligers moeten aanhouden.’ Huzen zegt over grondradarbeelden te beschikken die laten zien dat er iets op het erf begraven ligt. Hij zegt er wel degelijk mee naar de politie te zijn gegaan. De politie ontkent dit.

Volgens de initiatiefnemer van de zoekactie was het graven door de politie in november een ‘poppenkast’, bedoeld om gehoor te geven aan druk van buitenaf. Volgens Huzen is er niet diep genoeg gegraven. De politie zegt op basis van het oordeel van experts te hebben geconcludeerd dat er simpelweg geen aanwijzingen waren om nog dieper te graven.

Er zullen meer graafacties volgen, zegt Huzen, hoewel hij erkent dat het een moeilijke opgave zal zijn het gebied uit te kammen. ‘Het ligt op een hele lastige plek, onder bosjes, met veel wortelgroei. Het is heel moeilijk om daar te graven, zeker in het donker’, aldus Huzen, die schat dat er zeker 80 uur nodig is om de graafactie te voltooien. De zoektocht zal doorgaan met wisselende samenstellingen, zegt hij. ‘De onderste steen moet boven komen.’

Willeke Dost verdween in 1992 spoorloos uit het Drentse Koekange.

Reconstructie

Dagblad van het Noorden maakte eerder dit jaar een 6-delige reconstructie van de zaak-Dost. Daaruit bleek onder meer dat de politie er na Willekes verdwijning vanuit ging dat zij was weggelopen, hoewel de omstandigheden daar geen aanleiding toe gaven. Zo vertrok Dost in de winter zonder gepaste kleding of geld en vertoonde ze geen aanwijzingen te willen weglopen. De aanname van de politie maakte bovendien dat zij geen sporenonderzoek verrichtte. Er zou immers van een misdrijf geen sprake zijn.

Uit eerste onderzoek bleek geen verstoorde relatie tussen Dost en haar pleeggezin, zegt de politie nu tegen DvhN. Maar uit de dossiers blijkt dat het pleeggezin zich in politieverhoren destijds zeer negatief over Willeke uitliet. Zo vroeg de politie aan pleegmoeder Herna Mulders: ‘Hoe is het mogelijk dat we 150 mensen hebben ondervraagd en dat niemand zo negatief over Willeke is als jullie?’ Over Willeke zeiden de pleegouders: ‘Een vervelend en nors kind dat er op uit is anderen ongelukkig te maken.’ Ook verklaarde Willeke aan een vriendin en aan haar mentor problemen te hebben met haar jongste pleegbroer. Hij zou haar meermaals hebben bespied op haar slaapkamer en in de douche.

Dat het pleeggezin zich nauwelijks zorgen leek te maken over de vermissing, is tot op de dag van vandaag reden voor sommigen om het gezin te verdenken van betrokkenheid. Zo ging vader Piet de volgende dag gewoon aan het werk en bleef moeder Herna haar dansles bezoeken. Willekes kamer werd al snel opgeruimd en over de vermissing werd thuis niet gesproken. Het pleeggezin Mulders stond bij instanties te boek als  veilig en betrouwbaar. Maar uit onderzoek van DvhN blijkt dat drie andere pleegkinderen eerder al wegliepen bij het gezin na spanningen. Het pleeggezin heeft altijd alle betrokkenheid ontkend en deed dat opnieuw toen het onderzoek in 2009 werd heropend.

Geen bewijs

In 2009 heropent de politie het onderzoek. Het jaar daarop worden Willekes pleegmoeder (66) en pleegbroer (38) gearresteerd. Willekes pleegvader is drie jaar eerder overleden. Moeder en zoon zitten twee weken vast, maar wegens gebrek aan bewijs volgt geen aanklacht. Het gebied rondom hun boerderij wordt uitgekamd door de politie, vloeren in het huis worden opengebroken. Maar stoffelijk overschot wordt niet gevonden.

De vermissing van Willeke Dost laat het Drentse dorp Koekange niet los.

In november stelden betrokkenen een ultimatum: als de politie niet gaat graven op een verdachte plek, doen ze het zelf wel. Lees hier de reportage die onze correspondent Jurre van den Berg maakte.