Direct naar artikelinhoud
InterviewDe zin van het leven

‘Mensen zijn over het paard getilde dieren’

Theunis Piersma.Beeld Jitske Schols

‘Waarom zou een strandloper als de kanoet geen bewustzijn hebben?’ De vraag van Theunis Piersma verrast Fokke Obbema. ‘De zin van het leven gaat veel verder dan de mens.’

‘Rasheiden.’ Dat vulde de grootvader van Theunis Piersma vroeger in bij vragen naar zijn kerkelijke gezindheid. ‘Dat vonden wij thuis heel mooi.’ Zijn grootvader was boer, zijn vader een VVD-stemmende veearts in het Friese dorp waar Piersma opgroeide. Zelf is hij hoogleraar trekvogelecologie in Groningen. Hij geldt vooral als een kanoet-expert een strandloper die duizenden kilometers per jaar aflegt, dwars over oceanen en continenten. De 60-jarige Piersma volgt de vogel overal. Daardoor komt hij al veertig jaar in het West-Afrikaanse Mauritanië en is hij geregeld in China en Australië. Zijn expertise wordt mondiaal erkend er is zelfs een kanoetsoort naar hem vernoemd, de Calidris canutus piersmai.

Dat decennialang observeren van vogels maakt dat Piersma met distantie naar de mens kijkt: ‘We zijn enorm navelstaarderig, bij mensen gaat het alleen maar om mensen.’ Hij maakt werelden zichtbaar die anders onzichtbaar zouden blijven. Daarvoor hoeft hij niet ver te reizen. Rond zijn riante woning, een verbouwde lagere school in het Friese Gaast, barst het van de mussen. ‘In hun wereld speelt zich echt van álles af: jaloezie, gevechten over de hiërarchie, noem maar op. Die beesten kennen elkaar heel goed. Als je je ervoor openstelt, pfffoeoe, dan is het superoverweldigend.’

Zorgen maakt hij zich om wat hij ‘doorgeslagen genetisch denken’ noemt van wetenschappers die aan de genen een veel grotere rol toekennen dan in zijn ogen gerechtvaardigd is: de mens is, net als de kanoet, in zijn ogen vooral een product van zijn omgeving. Ook hekelt hij het ‘muskiaanse denken’, vernoemd naar de Amerikaan Elon Musk die de planeet Mars als een toevluchtsoord ziet in geval van een ecologische catastrofe: ‘Door dat soort denken gaat de mens zich ecologisch arrogant gedragen.’

Wat is de zin van ons leven?

‘Ik denk dat een leven ontzettend veel zin heeft, maar dat het niet veel verder gaat dan ons eigen wezentje. Er is een planeet ontstaan, met vervolgens leven en daarop voltrekt zich van alles. Nu zijn mensen dominant en dat gaat vermoedelijk fout aflopen. Daarna gaat het leven verder, ik geloof niet dat daar een hogere zin achterzit. Tegelijkertijd zie ik wel veel zin in een enkel leven, of dat nu een vogel of een mens is. Die is er in relatie tot anderen. In mijn geval gaat het behalve om mijn partner, familie en vrienden vooral om gelijkgestemden, zoals collega’s en studenten. Die probeer ik te inspireren om de verhalen van die ongelofelijke dierenwereld te vertellen.

Zin van het leven
Journalist Fokke Obbema kreeg op 1april 2017 een hartstilstand.Ruim een jaar later gaat hij in een reeks interviews op zoek naar de zin van ons leven. Voor alle verhalen kunt u hier terecht.

‘In mijn jeugd, hier in Friesland, had ik een bovenmatige belangstelling voor de natuur. Dat werd opgepikt door mensen in mijn dorp. Die namen me letterlijk bij de hand. Jaap Haga, die nestkastjes controleerde, zei: ‘Theun, je gaat mee.’. Klaas Jongstra nam me mee om kievitseieren te zoeken, want ‘thuis leer je dat niet’. Durk Stobbe, de jager, hetzelfde. Die mannen hadden grote invloed op me, ze waren heel anders dan mijn ouders. Voor mij hebben ze bijgedragen aan de zin van mijn leven. Nu vijftig jaar later, wanneer ik er zo over praat, ontdek ik dat pas eigenlijk. Gek. (tranen biggelen over zijn wangen, stilte) Wat heb ik voor ze terug kunnen doen? Misschien iets, misschien niks. En had dat gemoeten?

‘Maar dit is de kern waar ik steeds op uitkom de relatie tot anderen. Dat ervaar ik ook in Mauritanië, in een totaal andere cultuur. Ik ben heel trouw aan die plek. Dat is een band met die mensen en met die kanoeten. Al is dat laatste abstract, want ik kan niet zeggen dat ik echt een connectie met die beesten heb. Sterker, ik ben een pestkop voor ze, want ik vang ze en prik hun bloed. Met de mensen is de band enorm. We leggen grote belangstelling voor hun wereld aan de dag. Ik moet daar minimaal een keer per jaar heen, of ik er nou veel te doen heb of niet. Dat is belangrijk voor die mensen. Ze hebben al zo weinig waar ze op kunnen rekenen. We komen daar en ze geven ons iedere keer een onvoorstelbaar welkom, liefde. Zou dat niet de zin van het leven zijn?’

Collega-biologen zeggen: de overdracht van het genenpakket is de zin van het leven.

‘Dat is doorgeslagen genetisch denken, waarvan een groot deel van mijn collega’s last heeft. We hebben het idee gekregen dat we een blueprint in ons hebben, alsof onze genen alles bepalen. Maar ze zijn niet meer dan een receptuur voor eiwitten, ze leiden hooguit indirect tot eigenschappen. Dna is een van de vele informatiedragers die je maakt tot wie je bent. Maar er is zoveel meer: je ouders, de mensen in je omgeving, je eten, wat je overkomt, enzovoort. Met je familie deel je dna, maar veruit het belangrijkst zijn toch de gedeelde ervaringen. Dna is een mechanisme waarmee we ecologische ervaringen uit het verleden kunnen doorgeven aan een volgende generatie. Meer niet.’

Die definitie van uw collega’s benoemt wel de zin van het leven precies.

‘Mij gaat het juist om het omgekeerde, de verbondenheid. Dat klinkt soft, maar dat is keihard. Het genenpakket is maar een onderdeel, een relatief onbelangrijk stuk. Die blauwe ogen, die blanke huid, zit daar mijn essentie in? Ik heb zwarte en gele vrienden, in Mauritanië en China, met wie ik me enorm verbonden voel. En die genen zeggen niks over de betekenis van mijn leven.’

Wat leert de studie van vogels u over de mens?

‘Ik ben mensen meer als onderdeel van hun omgeving gaan zien. Een kanoet in gevangenschap is niet meer zoals hij buiten was. Daar reageert hij anders op gevaar en op eten. De mens is voor mij niet veel anders, we zijn gespecialiseerde dieren. Alles wat zich in ons hoofd en lijf afspeelt, wordt beïnvloed door onze omgeving, veel meer dan door onze genen. De mens is wat hij eet, hij is wat hij doet.’

De mens is een gespecialiseerd dier, akkoord, maar wel een met bewustzijn.

‘Waarom zou een kanoet dat niet hebben?’

Een gesprek tussen twee kanoeten over de zin van het leven is moeilijk voorstelbaar.

‘Inderdaad, daar is hun leven ook wat te kort voor. Maar strandlopers hebben onvoorstelbaar veel kennis, vergis je niet. Kanoeten vliegen de wereld over, van Mauritanië via de Waddenzee naar Siberië, waarbij ze zich gedragen alsof ze een gps aan boord hebben. Een kanoet die een beschouwing over mensen houdt, zou ons maar armzalige wezens vinden: we weten nauwelijks waar we zijn, we kennen de seizoenen niet, we kennen de opwinding niet om op de toendra aan te komen en we zijn ongelooflijk snel verveeld. Net als kanoeten zijn we voor een groot deel emotie en een klein beetje redenering. We hebben niet meer dan een vernisje ratio, dat is onze specialiteit. Maar er zijn een heleboel dingen die wij niet kunnen. Zij staan de hele dag in het wad te boren. Wij denken dat dat saai is, maar dat is voor hen niet zo. Zij vinden dat fantastisch.’

Die emoties schrijft u ze echt toe?

‘Er zit veel verlangen in zo’n beestje: naar een andere plek, een partner, het heerlijke gevoel drie weken op eieren te zitten. Die laatste sensatie kennen wij niet. Ik denk dat ze het geweldig vinden. Verlangen speelt een grote rol, dat kan niet anders. Mensen denken vaak: het zijn een soort machientjes, er gaat een knop om en weg vliegen ze. Maar zo simpel is het niet. Trekvogels zijn dieren van vlees en bloed. Wat drijft ze? Hoe halen ze het in hun hoofd vanuit het Waddengebied vijf dagen onafgebroken naar Siberië te vliegen? Daarvoor is omgaan met veel informatie nodig en informatieoverdracht. Dan komen we heel dicht bij elkaar, de mens en de kanoet.’

Stemmen uw observaties tot bescheidenheid over de mens?

‘Enorm! Ik vind dat mensen over het paard getilde dieren zijn die zich ongelooflijk navelstaarderig gedragen. Het gaat ze uiteindelijk alleen maar om de eigen soort. Dat is ook wel logisch. Voor ons ligt de zin van ons leven ook in onze relatie tot anderen. En dat geldt voor mezelf evenzeer.’

Want u gaat naar Mauritanië vooral voor de mensen.

‘Collectief zijn we erg op onze eigen soort gericht. Daardoor zijn we gaan denken dat we dat planten- en dierenrijk eigenlijk niet zo nodig hebben. We doen alsof we het bestaan onder controle hebben. En mocht het toch mislopen met de aarde dan gaan we onder aanvoering van Elon Musk naar Mars. Dat type denken is betrekkelijk gewoon geworden. Het gevoel van diepgaand verbonden zijn met onze omgeving is verdwenen. De mens is grotendeels verstedelijkt. Hij woont in een soort kooi met voorspelbaar eten. Dat wordt hem toegeworpen. Hij heeft minder zorgen, want er is minder gevaar dan vroeger. Dat levert tijd op om allerlei fantastisch leuke dingen te doen. Daardoor is hij gaan denken dat hij de natuur niet zo nodig heeft, het muskiaanse denken. Hij raakt dan een bepaald bewustzijn kwijt, de sensitiviteit voor zijn omgeving. Daardoor is hij zich ecologisch arrogant gaan gedragen.

‘Gelukkig zie je tegelijkertijd dat onze empathie ook toeneemt. Het nekkentrekken van de gans kan niet meer, omdat we ons in ganzen zijn gaan inleven. Ook zit er vooruitgang in de hoeveelheid manieren waarop we naar de aarde kijken. Hoe wij in de wetenschap nu bijvoorbeeld vogels met zendertjes over de hele wereld volgen, dat leidt tot een mondiaal bewustzijn dat er tot nog toe niet was. Dat zie ik als een belangrijke kracht tegen het muskiaanse denken.’

Hoe kijkt u als bioloog aan tegen de dood?

‘Nu ik de 60 ben gepasseerd, vraag ik me vaker af hoeveel tijd ik nog heb. Maar verder hoort de dood er gewoon ongelooflijk bij. Door de vogels heb ik veel met hem te maken. Wat ik eigenlijk vooral bijzonder aan ons leven vind, is dat wij er zo lang zijn. Dat je zo veel voorjaren kunt meemaken, te gek, toch? En dan is er ook nog onze capaciteit die ervaringen van voorjaar met elkaar te verbinden. Bij de dood houdt het voor mij allemaal op. Nou ja, je leeft nog even voort in de mensen die je om je heen had en je nagelaten werk. Maar het is wel het einde, ik geloof niet dat we een ziel hebben. Maar we zijn wel bezield, onze bezieling is de interactie met anderen. Die complexe manieren waarop we met elkaar verbonden zijn, zoals ik dat ben met collega’s, maar ook met die mannen uit mijn dorp, dat vind ik fantastisch veel.’

Leestip
‘Jón Kalman Stefánsson,Het hart van de mens. Deze trilogie gaat over een jongen met een passie voor lezen en met het verlangen de wereld te zien. Het is een aaneenrijging van tragische, maar vooral ook mooie verhalen en diepe, maar steeds weer speelse bespiegelingen. Het gaat over het doel van het leven en over kwetsbare, geïnspireerde mensen, die overgeleverd zijn aan de grillen van de natuur.’