Direct naar artikelinhoud
reportagevenezuela

Arme Venezolanen geloven niet meer in de revolutie van Maduro

Ook in de sloppenwijken van Caracas klinkt nu de roep om het aftreden van dictator Nicolás Maduro.

Bewoners van de wijk Cotiza in Caracas ruimen de straten op na protesten tegen de misstanden in Venezuela.Beeld AP

De hoop is terug in Venezuela en hij raast met volle kracht door de straten. ‘Maduro gaat vallen’, schreeuwen Venezolanen op spontaan ontstane bijeenkomsten. ‘Vrijheid voor Venezuela!’ De hoop gaat hand in hand met woede. Die ruikt naar brandende afvalcontainers en smeulende autobanden, en klinkt in de herrie van lepels op potten en pannen. De dictator wankelt, maar zal hij ook vallen?

In sloppenwijk Cotiza in het centrum van Caracas hangt dinsdagochtend nog altijd de indringende geur van traangas. De straten zijn bezaaid met glasscherven en stenen. ‘We hebben hier al veertig dagen geen water’, vertelt Elizabeth Saez, een 46-jarige inwoner van de wijk. ‘Er is geen voedsel te krijgen, maar voor traangas heeft de regering kennelijk wel geld.’

Saez woont op nog geen vijftig meter van een kazerne van de nationale garde. Maandag vlak voor zonsopgang sloegen hier tientallen gardisten aan het muiten. ‘We erkennen de regering van Nicolás Maduro niet’, zeiden ze in een videoboodschap. De gardisten wilden zich aan ‘de kant van het volk’ scharen, en gaven daarmee gehoor aan de oproep van oppositieleider Juan Guaidó. ‘Er werd geschoten in de kazerne’, aldus Saez. Kort daarop werden de opstandelingen ingerekend.

We hebben honger

De inwoners van Cotiza waren toen de straat al op gegaan om de opstand te steunen. Ze gooiden met stenen naar de toegesnelde ordetroepen en wierpen brandende barricades op. De vonk van Cotiza sloeg over en de protesten verspreidden zich razendsnel door de rest van de stad. Tot diep in de nacht vochten inwoners van sloppenwijken met de nationale garde. ‘Maduro, moordenaar’, schreeuwden mensen uit het raam terwijl ze op potten en pannen sloegen. ‘We hebben honger.’

Van verzet was al een tijd geen sprake meer in Venezuela. De hoop op verandering leek in 2017, bij de laatste grote protestgolf, effectief te zijn doodgeknuppeld. Het nieuwe jaar begon drie weken geleden precies zoals het oude eindigde: met buikpijn van de honger en een chronisch gebrek aan medicijnen. De inflatie bedroeg ruim 2 miljoen procent, en kan dit jaar oplopen tot 10 miljoen procent. Het land is kapot, de bevolking ondervoed en murw geslagen.

Op 10 januari werd de socialistische leider Maduro beëdigd voor een tweede termijn. Een half jaar eerder werd hij herkozen, in verkiezingen die zo frauduleus waren dat een groot deel van de westerse wereld de uitslag niet erkent. De internationale gemeenschap legt het regime steeds meer sancties op, maar Maduro wil van geen wijken weten. De enige uitweg die de bevolking nog ziet is de grensovergang: drie miljoen Venezolanen zijn het land ontvlucht.

En toen was daar plotseling Juan Guaidó, de jonge politicus die op 5 januari tot Kamervoorzitter is benoemd. Op zichzelf geen noemenswaardige gebeurtenis, het Venezolaanse parlement is al jaren geleden monddood gemaakt door het regime. Maar na de beëdiging van Maduro sprak een vurige Guaidó het parlement toe: ‘De grondwet geeft mij het recht als president van de republiek op te treden en vrije verkiezingen uit te roepen’, zei hij.

Juan Guaidó, de jonge politicus die op 5 januari tot Kamervoorzitter is benoemd, sprak na de beëdiging van Maduro vurig het parlement toe: ‘De grondwet geeft mij het recht als president van de republiek op te treden en vrije verkiezingen uit te roepen’, zei hij.Beeld AFP

Ontluikende hoop

Andere oppositieleden bombardeerden Guaidó prompt tot interim-president, Guaidó zelf houdt een slag om de arm: ‘Ik vraag het Venezolaanse volk en de strijdkrachten om hulp bij het bereiden van de weg naar dit grondwettelijke mandaat.’ Zijn woorden bliezen hoop in de smeulende resten, maar deden nog geen vuur ontbranden.

Die vlammen kwamen twee dagen later alsnog, toen Guaidó werd opgepakt door de geheime dienst. Hij werd klem gereden op de snelweg en uit zijn auto gesleurd. Nog geen uur later werd hij alweer vrijgelaten, maar de geest was uit de fles. Diezelfde avond werd Guaidó onthaald door een enorme menigte: ‘Presidente’, scandeerden ze.

Sindsdien reist Guaidó in koortsachtig tempo het land door om de ontluikende hoop te voeden. In zijn kielzog ontstaan andere spontane bijeenkomsten waarbij aanwezigen elkaar moed en hoop inspreken. Guaidó vraagt de Venezolanen om woensdag 23 januari massaal de straat op te gaan om het aftreden van Maduro te eisen.

De afgelopen jaren waren vaker grootschalige anti-regeringsdemonstraties in Venezuela, die hebben nooit iets opgeleverd. Maar er is nu een essentieel verschil: ook in de sloppenwijken die als regeringsbolwerken gelden klinkt de roep om Maduro’s vertrek. Ook de armen zijn helemaal klaar met de revolutie en dat is een nieuw, en groot, probleem voor Maduro.

Amnestiewet voor militairen

Zoals in Cotiza, waar maandag de politie in opstand kwam: ‘Ik heb nooit gedemonstreerd’, aldus Saez. ‘Ik durfde niet.’ Ze is bang voor de colectivos, agressieve paramilitaire groeperingen die ‘de revolutie verdedigen’ en veel sloppenwijken controleren. Maandag is een buurvrouw van Saez tijdens de protesten door een van die paramilitairen doodgeschoten. ‘Ik ben doodsbang’, aldus Saez. ‘Maar woensdag ben ik erbij.’

Veel sloppenbewoners hielden zich ook koest uit loyaliteit voor de overleden Chávez, voor velen nog steeds een held, en uit angst het voedselpakket van de regering te verliezen. Maar de realiteit is inmiddels keihard doorgedrongen: ‘Als er niks verandert, gaan we allemaal dood van de honger.’ Anders dan vroegere oppositieleiders spreekt Guaidó de taal van het volk. ‘Ik geloof hem’, aldus Dimas Carvallo, een buurman van Saez. ‘Hij schept hoop.’

Maar Guaidó weet dat een demonstrerende massa niet genoeg is. Hij heeft de steun van het leger en de politie nodig om Maduro ten val te brengen. Vorige week kwam het parlement daarom met een amnestiewet voor militairen en andere regeringsgetrouwen: ‘Wie zich nu bij het verzet voegt, zal niet vervolgd worden voor de misdaden van het regime.’

Dinsdag heeft een groepje vrouwen zich voor een kazerne van de nationale garde verzameld. ‘Alleen jullie ontbreken nog’, roept de 37-jarige Maia Gonzalez tegen de gardisten die van een afstandje toekijken. ‘We weten dat jullie kinderen ook honger hebben.’ De vrouwen staan dicht bij elkaar, angstig maar vastberaden. ‘Schiet niet op ons morgen’, smeekt Gonzalez. ‘Schaar je aan de kant van het volk.’