Direct naar artikelinhoud
nieuwsmannenmodeshows

In Milaan en Parijs woedt de strijd om de mannenmode

De mannenmodeshows voor komende winter staan in het teken van strijd: tussen formeel en casual, beroemd en nog beroemder, Milaan en Parijs. En het publiek maar dubben: applaus geven of instagrammen?

Close-up van de Versace show, Milan Menswear Fashion Week Autumn/Winter 2019/20.Beeld Getty Images

Op zaterdagavond, ruim een week geleden, was de mannenmodeshow van Versace een goed voorbeeld van het Gucci-effect: de strategie die die andere Italiaanse modegigant, Gucci, al vier jaar met enorm succes volgt. Het is de modevariant van het tegen het plafond gooien van een lekkere pan spaghetti, inclusief saus en salade, en kijken wat er blijft hangen. Het is het tegenovergestelde van een streng gefocuste show, maar leuk om te zien. En er zit altijd wel iets bij dat iemand wil dragen; een zwarte leren Versace-timmermansbroek (met zakken en lussen langs het been voor hamer en duimstok), een overhemd bedrukt met logo’s van automerk Ford (curieus), wilde trainingspakken of een uitvergrote sneaker. Het is het plezier dat bij Versace past, maar die laatstgenoemde schoen illustreert meteen ook het manco van de collectie. Alle merken maken een megasportschoen in navolging van het succes van Balenciaga’s gigantische Triple S-sneaker. Maar de shows waarnaar we de afgelopen weken keken, zijn voor de winter van 2019-2020. Is het over acht maanden inmiddels geen tijd voor ander schoeisel, of een alternatief voor de schuin over de borst gedragen heuptas die iedereen op straat nu al draagt?

VersaceBeeld Getty Images

Dat was wat de shows in Milaan en Parijs grofweg in twee kampen verdeelde: lieten ze de huidige, vrolijke, volumineuze, sportieve streetweartrend zien (en dus niet echt iets nieuws) of voorspelden ze de vólgende mode? Prada, een dag na Versace in Milaan, toonde die andere toekomst: de terugkeer van het pak en een formelere manier van kleden. Het merendeel van de mode van nu is zo enorm ‘athleisure’, daarop moest wel een reactie komen. Vandaar: zwarte en grijze pakken bij Prada, hoewel tamelijk vrolijk getoond, met een felgekleurd vest óver het pak, of het jasje ín de broek in plaats van erover. Maar de boodschap van formaliteit was duidelijk.

PradaBeeld Getty Images

Leeg schema in Milaan

De agenda in Milaan stond een verfrissende winterwandeling toe in de buurt van de door Rem Koolhaas ontworpen Fondazione Prada. En dat was tekenend voor een andere trend: de relatieve leegte van het Milanese schema. Steeds minder grote merken komen met hun nieuwe collecties naar Milaan. Of anders laten ze hun mannenmode volgende maand zien, als voetnoot bij de damesmodeshows. De modeweek is uitgekleed tot een schamel weekendje. Een paar jaar geleden maakte je marathondagen met twaalf shows per dag, nu was het lang niet zo druk, zonder shows van Gucci, Bottega Veneta, Jil Sander, Ferragamo, Calvin Klein. Het is een fenomeen waarover druk wordt gesteggeld. Londen heeft een mannenmodeweek, maar die begon dit jaar zo vroeg, op 4 januari, dat veel mensen nog op kerstvakantie waren. Er wordt gepolemiseerd over hoe gewenst die eigen Londense mannenmodeweek is. En in Milaan is het nu dus ook een stuk rustiger, met het gevaar dat pers en winkeliers er niet meer voor naar Italië komen. Merken besparen geld door man en vrouw tegelijk te tonen. Maar dit seizoen werd een andere trend echt duidelijk: steeds meer merken willen hun mode in Parijs laten zien. In Parijs waren zes dagen tot de rand gevuld met mannenmodeshows, een record.

Op woensdagochtend liet ontwerper Clare Waight Keller, wereldberoemd van Meghan Markles trouwjurk, in de couturesalons van Givenchy haar werk zien. Intieme setting: met tien bezoekers op een lekkere sofa terwijl Waight Keller sprak van mannenmode met ‘een licht perverse Parijse chic’, waarna twintig modellen langsliepen in vaak felgekleurde, slanke jarenzeventigachtige pakken. Mooi voor wie lang en dun is.

Strijd tussen giganten

Parijs was het toneel van de grote strijd tussen drie giganten: Virgil Ablohs tweede show voor Louis Vuitton, Kim Jones’ tweede Dior-show, en Hedi Slimanes eerste mannenmodeshow voor Celine. Ze zijn allemaal onderdeel van hetzelfde concern, LVMH, maar hoopten elkaar natuurlijk wel af te troeven.

De Amerikaan Abloh begon een half jaar geleden als creatief directeur bij Vuittons mannenmode. Hij claimt geen ‘ontwerper’ te zijn, maar meer een aanjager van een fascinerend circus. De tomeloze energie van Abloh is indrukwekkend. Op woensdagmiddag had hij zijn eigen merk geshowd, Off-White. Op donderdag het veel luxere Vuitton. De show was opgedragen aan Michael Jackson, die tien jaar geleden overleed, maar werd nergens een voorspelbare hommage. De New Yorkse popster Dev Hynes aka Blood Orange verzorgde de livemuziek. In een turbulente show renden en koprolden de modellen door elkaar heen. De Amerikaanse vlag was in grauwe grijstinten tot trui verwerkt (omineus), er waren lichtgevende schoenen, te veel om zo gauw te registreren, maar heel opwindend.

Louis VuittonBeeld Getty Images

Louis Vuittons mannenmode werd tot voor kort gemaakt door de Engelsman Kim Jones. Hij is verhuisd naar Dior, en zijn presentatie was welhaast tegenovergesteld aan die van Abloh. Bij Dior stonden de modellen stokstijf op een lopende band. Jones rekende in rap tempo af met de zwarte, strakke esthetiek van zijn voorganger Kris Van Assche en diens voorganger Hedi Slimane (toen het merk nog Dior Homme heette). Het Dior van Kim Jones deed soms denken aan Giorgio Armani, met z’n zachte vormen, stemmige grijzen en beiges, uitbundige borduursels en stofbewerkingen en hier en daar een asymmetrische flap. 

DiorBeeld EPA

Interessant, zeker als je bedenkt dat het misschien wel tijd is voor een Armani-revival. Als mannenmode formeler wordt, maar niet stijf wil zijn en iets van het gemak van athleisure wil behouden, dan is de geklede maar soepele stijl van Armani niet langer een anachronisme maar precies de juiste referentie voor nu. Een paar jaar geleden patenteerde Jones eigenhandig het huwelijk tussen luxury en streetwear toen hij bij Vuitton samenwerkte met het New Yorkse merk Supreme. Wie weet voelt hij nu dat er een Armani-moment aankomt.

Ook in het overvolle Parijse schema: de terugkeer van Raf Simons. De Belgische ontwerper stond twee jaar aan het hoofd bij Calvin Klein in New York en toonde daar voor het gemak ook zijn eigen merk. Vlak voor Kerst verliet hij plotseling het bedrijf, na een aantal weken van nogal pijnlijke, openlijke kritiek van de baas van Calvin Klein over tegenvallende resultaten en te hoge modieuze ambities. Raf Simons is dus terug in Europa en zijn mooie show leek het idee van strijd te hebben geïnternaliseerd. Denk Oorlog en vrede, in de zin dat de eerste helft van de show bestond uit uniformachtige, lange zware jassen in donkerblauw, bruin, grijs en zwart, op witte broeken met zware schoenen en een pothelm op het hoofd. Er bungelden ornamenten aan de jassen, die wat aan medailles deden denken. De tweede helft van de show was in vorm gelijk aan de eerste, maar de mantels waren uitgevoerd in betoverende kleuren: paars, fuchsia, oranje en geel. Het formele en strenge werd lieflijk.

Raf SimonsBeeld Getty Images

Simons’ ontwerpen zijn extreem, vandaar wellicht dat de combinatie met het mainstream Calvin Klein spaak liep. Hij toonde zich als altijd een briljant regisseur van een meeslepende show, een kunst op zichzelf. De jonge Belgische band Whispering Sons trad live op tijdens de show.

(Ah, de altijd belangrijke soundtrack: bij Prada dook een track op van de Nederlander Job Sifre. De Italiaan Massimo Alba had Jessica Einaudi live in zijn showroom – de dochter van de populaire componist Ludivico Einaudi en net als haar vader een absolute aanrader in het dromerige genre. Rick Owens draaide een gothic-cover van Abba’s Gimme! Gimme! Gimme! (A Man After Midnight).)

De show van Vetements, het collectief van Demna Gvasalia, ook de bejubelde ontwerper van Balenciaga, stelde teleur. Met Vetements waaide er een paar jaar geleden een verfrissende wind door de mode, met kleren die rechtstreeks van de legerdump of de kringloop leken te komen en in de duurste winkels hingen; een geval van ironische zelfreflectie. Maar Vetements’ commentaar valt in herhaling. Een veelzeggende sweater met capuchon had het opschrift: ‘It’s my birthday and all I got was this overpriced hoodie from Vetements.’ De verkoopprijs zal inderdaad een getal met zo’n vier cijfers zijn.

VetementsBeeld Getty Images

Filmen, niet klappen

Ooit, tot een paar jaar geleden, werd aan het einde van een modeshow geapplaudisseerd. Soms gereserveerd en koel, soms met een staande ovatie, maar altijd als een passend slot, een directe graadmeter van wat men ervan vond, en het was ook gewoon een kwestie van fatsoen. Die tijd is voorbij. Na de show van het jonge Zweeds-Duitse label Lazoschmidl klapte er precies één toeschouwer. Dat was ik. De rest van het publiek filmde de finale, om hem daarna op hun socialemediakanaal te zetten. Hoe origineel of interessant kunnen die beelden zijn, soms gefilmd vanaf de achterste rij? Het is een spijtige ontwikkeling, want het maakt de shows minder leuk en feestelijk. En het roept de vraag op voor wie de bezoekers nu eigenlijk komen: voor de ontwerpers, voor de mode, of om via Instagram te kunnen melden dat ze erbij waren?

Nu snapte ik de neiging om te filmen wel in het geval van Lazoschmidl, toen alle modellen nogmaals opkwamen in hun glitterballetpakjes, doorzichtige hemdjes en strakke zwembroekjes. Een enorme sportschoolgast in niets anders dan een klein lurexbroekje is, zeker bij de wintershows, een zeldzaamheid. In dezelfde lijn van vrolijke blootheid lag de collectie van Ludovic de Saint Sernin, een ontwerper met een verfijnde couture-achtergrond die zijn slanke modellen in fascinerende, nietsverhullende kleren stak. Soms aandoenlijk en grappig, vaak prachtig van vorm en intentie.

Ludovic de Saint SerninBeeld PASCAL GAMBARTEH

Parijs eindigde met Hedi Slimane voor Celine, een ‘debuut’, want het merk maakte voorheen, toen Phoebe Philo het ontwierp, geen mannenmode. Slimane was zeer succesvol bij Dior Homme en Saint Laurent met zijn slanke, strakke vintageontwerpen. Critici vinden dat hij al tien jaar hetzelfde laat zien. En ja, dat was inderdaad precies wat hij op zondagavond deed. Geen nieuws dus van Slimane, of het zou een iets lossere broek moeten zijn, en een nog smallere stropdas dan voorheen bij Dior Homme. Hij schaarde zich in het kamp van ontwerpers dat de terugkeer van formele en extreem draagbare mode propageerde. Zijn mantels, zo’n mooi klassiek woord voor een lange jas, waren allemaal vertrouwd en begeerlijk. Het verraste niet, maar sterk was het wel, en toch ook leuk dat Slimane terug is na een paar jaar afwezigheid. Zijn onderkoelde zelfverzekerdheid past precies bij de overmachtige rol die Parijs speelt in de mode van nu.

CelineBeeld REUTERS

Luipaard

Hoe wonderlijk, de alomtegenwoordige luipaardprint. Bijna elke ontwerper in Milaan en Parijs wist het vlekkenpatroon van de luipaard alias de panter ergens in te verwerken: minstens tien keer meer dan, zeg, de zebraprint of het patroon van een gevlekte koe. Waarom? Is het een ode aan de populaire Amerikaanse rapper Tyler, The Creator met zijn panterkapsel? Of is het een complexe gedachtenkronkel naar aanleiding van de tendens onder modemerken om bont in de ban te doen? Luipaard doet denken aan bont, zelfs in de vorm van breiwerk of gedrukt op fleece, maar iedereen kan bedenken dat de zeldzame superkat niet écht is geslacht voor een jas, broek, muts, sjaal, riem, sok, tas of een paar schoenen. Een schuldvrije bontvervanger, dus.

Luipaard

Klaar met fast fashion? Ga dan eens langs bij Fashion for Good. Daar leer je hoe je jouw garderobe kunt verduurzamen. V-vlogger Lisa is fan.