‘Het oog van Istanbul’ heeft zijn ogen gesloten. Ara Güler, de fotograaf die de grootste stad van Turkije in de mooiste periode van haar bestaan in zwart-wit wist te betrappen, is 17 oktober op 90-jarige leeftijd overleden.
Ara Güler was de eerste Turkse fotograaf die, nadat hij in 1961 vakgenoot Henri Cartier-Bresson had ontmoet, doordrong tot het beroemde internationale fotopersbureau Magnum. Hij reisde de wereld over voor bladen als Time, Life, Paris-Match en Der Stern, bezocht conflictgebieden en portretteerde beroemdheden als Winston Churchill, Maria Callas, Pablo Picasso en Indira Gandhi.
Maar altijd bleef hij als vakman trouw aan zijn grote liefde, de stad waar hij was geboren. Istanbul beleefde in de jaren vijftig en zestig een boeiende overgangsfase. De romantiek van het oude stadscentrum aan het water was nog zichtbaar, rond de Aya Sophia en de Sultan Ahmetmoskee en aan de overkant van de Gouden Hoorn in de culturele wijk Beyoglu, waar Güler was opgegroeid.
Tegelijk echter was na de oorlog de grote trek naar de stad op gang gekomen, van plattelanders die werk zochten in de nieuwe industrieën. Het bracht Istanbul een rauw soort volksheid, door Güler gevangen met beelden van arbeiders wachtend op een klus, jonge vrouwen in de fabriek en prostituees nabij de Galatatoren, Gülers eigen buurtje.
‘Istanbul heeft geleidelijk haar charme verloren, maar zijn foto’s zullen ons altijd aan de goede oude tijd herinneren’, zei Magnum-collega Emin Özmen.