Een opvallende noodkreet aan de Eerste Kamer: een grote groep invloedrijke burgemeesters roept de Eerste Kamer op zich nog één keer te bedenken voordat zij volgende week de benoemingsprocedure van de burgemeester uit de Grondwet haalt en daarmee de weg vrij maakt voor vernieuwing. Hun voornaamste argument: zo slecht gaat het nu toch niet?
Dat leverde uiteraard de voorspelbare reacties op, maar ook anderszins is de kans klein dat de overgrote politieke meerderheid (in de Tweede Kamer stemde alleen de SGP tegen) de burgemeesters volgende week tegemoet gaat komen. In die zin voeren ze een achterhoedegevecht in een debat dat dit station allang is gepasseerd. Want ook op het Binnenhof twijfelen weinigen aan de kwaliteit en de populariteit van het huidige burgemeesterskorps (recent nog viel op hoe PvdA-burgemeesters als Aboutaleb, Van Gijzel en Van der Laan zich moeiteloos staande hielden terwijl hun partij in duigen viel) maar toch wegen twee andere aspecten inmiddels zwaarder in Den Haag.
Eén: die populariteit komt er niet dankzij maar ondanks de benoemingsprocedure. Juist de schimmigheid die er nog altijd omheen hangt, met geheime sollicitaties en besloten raadsvergaderingen, gaf mensen als Ahmed Marcouch (Arnhem) en Femke van der Laan (Amsterdam) een moeizame start.
Twee: de huidige procedure maakt het ambt tot een te gesloten bastion voor buitenstaanders. Het invloedrijke netwerk van partijgebonden wethouders, raadsleden en provinciebestuurders, die elkaar attenderen op vacatures en partijgenoten voorsorteren, maakt nog altijd de dienst uit. De ingrijpende wijziging in de politieke verhoudingen in de afgelopen 25 jaar, lokaal en landelijk, gaat aan burgemeestersland grotendeels voorbij. Nieuwe invloedrijke politieke stromingen (SP, PVV en de lokale partijen voorop) slagen er niet in door te dringen tot het gezelschap. Dat bestaat nog altijd voor 85 procent uit leden van CDA, VVD en PvdA.
De bezorgde burgemeesters hebben nog een bezwaar: wat gebeurt er straks, als de Grondwet vernieuwing niet meer in de weg staat? Dreigt er dan geen patstelling tussen de direct gekozen burgemeester en de direct gekozen gemeenteraad? Zou daarover niet eerst duidelijkheid moeten komen voordat deze principiële stap wordt gezet?
Maar ook dat argument zal waarschijnlijk weinig verschil meer maken. Het is immers precies de reden waarom de voorgestelde wijziging nu is beperkt tot het schrappen van de oude procedure uit de Grondwet. Juist als de nieuwe procedure nu al tot in detail zou worden ingevuld, zou de vereiste tweederde meerderheid voor een Grondwetswijziging meteen weer verdampen wegens onenigheid over het einddoel. Dan loopt de weg weer dood, net als bij de vorige poging in 2005.
Daarom is dit keer gekozen voor deze route: eerst de barrière tot vernieuwing opruimen, dan debat over de vernieuwing zelf. En dat debat wordt tegen die tijd nog ingewikkeld genoeg.
|