Direct naar artikelinhoud
De gidsJoe Jackson

Onze gids deze week: Joe Jackson voelt zich nog lang geen pensionado

Joe Jackson.Beeld Els Zweerink

Veertig jaar na zijn debuut brengt Joe Jackson, de klassiek geschoolde maker van klassieke popsongs, zijn twintigste album uit. Over Berlijn, Orson Welles en de overeenkomst tussen Duke Ellington en Beethoven.

‘Toen ik veertig jaar geleden mijn eerste album opnam kon ik me niet voorstellen dat ik op mijn 64ste nog zou leven, laat staan muziek maken.’

Maar voilà, Joe Jackson zit springlevend in een hotel in Brussel. En als je aan hem vraagt of hij zich al een beetje pensionado voelt, kijkt hij je aan met een opmerkelijk strak gezicht en zegt met lichte verbazing ‘not at all’.

Toch, veertig jaar is een mijlpaal. Dat moet gevierd. Dus trapt de Britse popicoon, die nummers als Is She Really Going Out With Him, Steppin’ Out, Different For Girls en Real Men stevig heeft verankerd in de popcanon, dit jaar zijn Four Decade World Tour af. In maart doet hij Nederland aan.

Op 18 januari komt Fool uit, het twintigste album van de man die in 1979 met zijn debuutalbum Look Sharp! een plek kreeg in het hokje ‘pop’s angry young men’. Net als Elvis Costello wapende Jackson zich met pakkende, puntige popsongs tegen oppervlakkigheid en dommigheid. Dat bozige heeft hij zelf nooit zo gevoeld. Het zal mede gelegen hebben aan de knauw in zijn stem waarmee hij onverwachts scherp kan uithalen. Ach, het waren de nadagen van punk en boosheid zinderde na. Toch moet hij er niet aan denken: ‘Joe Jackson de punkrocker’. Gegrinnik. ‘Toen ik Look Sharp opnam, had ik de Royal Academy Of Music al doorlopen. Hoe ­bedoel je overqualified for the job.’

Jacksons conservatoriumachtergond en popgevoel vertaalden zich in een rijk repertoire waarin typische bandjesplaten werden afgewisseld met albums die werden opgenomen met grotere, serieuze ensembles. Naast Look Sharp! maakte hij net zo goed een soundtrack voor de film Mike’s Murder, het klassiek aandoende, maar niet orkestrale Symphony No 1 en The Duke, een eerbetoon aan een van de grootste jazzcomponisten, Duke Ellington.

Hij zegt dat er bijna nooit een concept ten grondslag ligt aan zijn albums. ‘Ik werk in­tuïtief en weet nooit welke kant het zal opgaan. Wat wel kan gebeuren is dat in de loop van het schrijfproces een thema uitkristalliseert.’

Onze gids deze week: Joe Jackson voelt zich nog lang geen pensionado
Beeld Els Zweerink

Zo ook bij Fool. Het album is gewijd aan komedie en tragedie en hoe die twee verweven zijn in ons leven. Jackson heeft het over lachbuien en vriendschap, over verlies en vervreemding. Strange Land bijvoorbeeld, een weemoedige ballad waarin Jackson rondloopt in een stadse omgeving die hij ooit goed heeft ­gekend maar nu niet meer. Als hij de nieuwe ­lijnen op de kaart heeft bestudeerd en de oude lijnen in zijn gezicht, dringt de vraag zich op: ‘Am I out of time, or out of place?’

‘Dat gaat over New York. Toen ik daar woonde in de jaren tachtig was ik er gek op. Ik bezoek de stad nog geregeld, maar het voelt nu zo anders. Alles wat me vertrouwd was, is foetsie. Er zijn andere dingen voor in de plaats gekomen die ik helemaal niet ken. Daardoor voel ik me er vaak losgezongen van mijn omgeving, een rondwarende geestverschijning.’

En ja, je mag daarmee zeggen dat Strange Land ook gaat over ouder worden. Maar nee, daarbij komen echt geen gevoelens van nostalgie opborrelen. ‘Ik bedoel: ik heb levendige herinneringen aan die tijd, maar ik heb niet bepaald het gevoel dat ik vast zit in het verleden. Dat is het niet. Een nummer als Strange Land is een observatie die iedereen op een gegeven moment kan doen. Je merkt dat als je ouder wordt de veranderingen in je omgeving extremer en vreemder worden. Om die reden is het voor mij een song die juist heel erg gaat over het nu. En ik wil alleen maar liedjes schrijven die eerlijk zijn vanuit mijn huidige perspectief, niet dat van mij als twintigjarige. Dat zou pas nostalgisch zijn en zelfs een beetje belachelijk.’

Joe Jackson – Fool (V2) komt 18 januari uit. De zanger staat met zijn band op 17 maart in de Oosterpoort in Groningen, op 4 april in TivoliVredenburg in Utrecht, op 7 en 8 april in Paradiso in Amsterdam, op 10 april in Muziekcentum Enschede en op 11 april in Concertgebouw De Vereeniging in Nijmegen.

1. Componist: Duke Ellington

‘Je kent zijn beroemdste uitspraak misschien wel: ‘Er zijn maar twee soorten muziek. Goede en slechte.’ En Ellington schreef heel veel goede muziek. Ik leer van Ellington sinds ik me bewust ben van hem en zijn werk. Zijn arrangementen zijn zo ingenieus en zijn muziek is zo rijk, zo gevarieerd. Vooral in zijn vroege composities is het contrast in sfeer en klankkleur in stukken van amper drie minuten ongelooflijk. Zoiets wilde ik ook doen met mijn arrangementen van zijn songs op het album The Duke, een eerbetoon aan hem. Een van de onsterfelijken.’

Amerikaanse componist Duke Ellingtion (1899 - 1974) speelt gitaar tijdens een jamsessie met Cab Calloway (1907 - 1994) augustus 1939. August 1939.Beeld Getty Images

2. Componist: Beethoven

‘Een paar jaar geleden vroeg ik me af of er geen moderne Engelse versie te maken was van de koorfinale Ode an die Freude uit Beethovens ­Negende. Nu hang ik een theorie aan die zegt dat creativiteit voor een groot deel een aangelegenheid is van het onderbewuste. Op een bepaalde manier beschouwd ben ik voortdurend muziek aan het schrijven. Misschien zelfs nu, terwijl ik met jou aan het praten ben.

‘De meeste muziek van wat uiteindelijk mijn Ode To Joy werd, op mijn vorige album, heb ik dan ook gedroomd. Steeds als ik wakker werd heb ik ritme, melodie en akkoordenschema genoteerd. Wat mij betreft is er een grote overeenkomst tussen Beethoven en ­Ellington. Hun muziek heeft een universele kwaliteit. Ik heb ooit een lezing van Leonard Bernstein gezien, die probeerde de vraag te beantwoorden wat Beethovens Negende zo goed maakt. Zijn conclusie was dat het toegankelijk was zonder alledaags te zijn. Precies dat geldt ook voor Ellingtons werk. En precies dat streef ik na in mijn muziek.’

3. Stad: Berlijn

‘Vanwege de vrijheid en de ruimte. Ik woon er sinds 2006. Voor zo’n overweldigende en soms ook lelijke metropool heeft Berlijn prachtige plekken waar je helemaal kunt vergeten dat je in een wereldstad zit. Bij het Landwehrkanal bijvoorbeeld is Berlijn op zijn allergroenst. En waar de stad lelijk is, is die lelijk op een interessante manier. Neem de stalinistische architectuur in de Karl Marx Allee. Ik begrijp dat een Oost-Duitser die zijn hele leven lang daar heeft moeten wonen, het waarschijnlijk verschrikkelijk vindt, maar mijn bek viel ervan open.

‘De Berlijnse muziekscene? Daar geef ik niet echt om. Ik ben er niet om die reden naar verhuisd.’

4. Tijdverdrijf: roken

‘Ik ben maar een gematigde roker hoor. Maar omdat ik in mijn essay Smoke, Lies and the Nanny State van 2007 fel van leer ben getrokken tegen de antirooklobby, sta ik misschien te boek als verstokte kettingroker. Het punt is: ik kan er helemaal niet tegen als mensen tegen mij zeggen dat ik nergens mag roken. Vooral als dat onderbouwd wordt met argumenten die bij nader onderzoek nogal wankel zijn. De draconische antirookmaatregelen van New York zorgden er ook voor dat ik er minder graag kwam. In Berlijn zijn er nog zat plekken waar je een sigaretje kunt opsteken. Ik rook American Spirit medium. Kun je ook in Duitsland krijgen.’

5. Zangeres: Ella Fitzgerald

‘Ik kan geen genoeg van Ella krijgen. Een briljante muzikante met een oneindige creativiteit. Bij Ella weet je nooit precies wat je krijgt. Er zijn andere zangers en zangeressen ­geweest die ook geweldig en heel populair waren, maar geen van hen interpreteert een song met zoveel smaak en frisheid als zij. Ik bedoel, Billie Holiday is fantastisch, maar bij haar weet je altijd wat je krijgt. Die doet altijd haar typische Billie-Holiday-ding. Bij Ella Fitzgerald kan het alle kanten opgaan. En dan vooral op haar livealbums. Die zijn altijd beter dan de studio-opnamen. Er zit altijd wat extra’s bij.’

Ella Fitzgerald.Beeld Eliot Elisofon / Getty

6. Fictief personage: Sherlock Holmes

‘Als kind heb ik de Sherlock Holmes-boeken verslonden. Ik ben dol op mysteries, detectives en puzzels. En ik vind het wel aardig dat ze het personage nieuw leven blijven inblazen, maar het is niet altijd even goed gedaan. Benedict Cumberbatch in de tv-serie Sherlock maakt van de detective een onversneden asshole. Zijn Sherlock is zo arrogant. En Robert Downey jr. die hem in de bioscoopfilms speelt, is haast een ironische, hipster-Sherlock. Te veel Guy Ritchie, de regisseur, en te weinig Conan Doyle, de schrijver. Het heeft niets meer te maken met de oorspronkelijke verhalen waar ik van houd. Mijn favoriete Holmesvertolker is Jeremy Brett. Die zette van midden jaren tachtig tot midden jaren negentig de definitieve Sherlock neer, omdat hij dicht bij het origineel bleef.’

Acteur Jeremy Brett.Beeld Terry O'Neill / Getty

7. Regisseur: Orson Welles

‘Ik heb net zijn laatste film The Other Side Of The Wind gezien. Welles heeft hem niet kunnen afmaken omdat hij in 1985 stierf. Afgelopen jaar pas werd hij door anderen eindelijk afgemonteerd en ging hij in première op het filmfestival in Venetië. De film neemt het klassieke Hollywood én de avantgarde-filmscene van de jaren zeventig op de hak.

‘En er is iets vreemds mee aan de hand. The Other Side Of The Wind gaat over een regisseur die zijn laatste film probeert te financieren en daarvoor op een feestje de voorlopige scènes aan hotshots in Hollywood laat zien. Het lukt hem niet geld bij elkaar te krijgen en aan het eind van de film overlijdt hij bij een auto-ongeluk. Net zoals Welles zelf overleed voordat hij zijn laatste film kon voltooien.

‘De film zelf was behoorlijk weird. Ik kon er soms geen chocola van maken. En je weet nooit of dat nou komt door die montage of dat het de bedoeling was van Welles. Niettemin voel je wel bij vlagen het genie, het innovatieve en ­eigenzinnige karakter van Welles als regisseur.’

Regisseur Orson Welles.Beeld Getty

8. Tijdverdrijf: de kruiswoordpuzzel in The New York Times

‘Omdat ik dus dol ben op mysteries, detectives en puzzels. En de kruiswoordpuzzel van The New York Times is de ultieme puzzel. Hij heeft een prestigieus imago omdat nogal wat beroemdheden hebben laten weten fan te zijn. Hij verschijnt dagelijks in de krant en loopt op in moeilijkheidsgraad. Op maandag het makkelijkst, op zaterdag het moeilijkst. Ik maak altijd die van vrijdag. En meestal krijg ik hem wel af.

‘Ik denk dat ik getriggerd word door de confrontatie met al die kleine uitdagingen. Het geeft een kick om volgens bepaalde wetmatigheden de meest logische oplossing van een probleem te vinden. Hoe werkt dit met dat, of hoe ga ik van hier naar daar? Wat dat betreft is er een overeenkomst tussen het oplossen van puzzels en het schrijven van muziek.’

CV Joe Jackson

Joe Jackson is als David Ian Jackson geboren op 11 augustus 1954 in Burton Upon Trent in Engeland. Hij groeide op in Portsmouth. Als tiener leerde hij de viool te bespelen maar schakelde snel over op piano. Als 16-jarige verdiende hij geld als barpianist. Hij won een studiebeurs voor muziekcompositie aan het Londense conservatorium de Royal Academy Of Music.

1979  Debuutalbum Look Sharp! met daarop pop, rock, en new wave liedjes. Is She Really Going Out With Him? wordt wereldwijd een hit. Hetzelfde jaar nog verschijnt Jacksons tweede album I’m The Man met daarop de hit It’s Different For Girls.

1982 Release van Night And Day, Jacksons meest succesvolle en vijfde album gewijd aan New York. Het album komt in de toptien van de charts in de Verenigde Staten, Engeland en ook hier in Nederland. Nummers als Steppin’ Out en Breaking Us In Two scoren hoog wereldwijd. Alleen in Nederland en Australië wordt het nummer Real Men een grote hit. Jackson is een vaste waarde in popmuziek geworden.

1984 Jackson verhuist naar New York. Release van Body and Soul met daarop deze keer jazz- en salsa-invloeden.

1986 Release van Bigger World. Een dubbelalbum met nieuw materiaal geheel live opgenomen tijdens een concert waarbij het publiek werd geïnstrueerd stil te blijven tijdens de muziek. De vierde kant van het album bevat geen muziek.

1999 Release van Symphony no.1, Jacksons eerste klassieke album. In 2001 ontvangt hij er een Grammy voor. In hetzelfde jaar komt zijn autobiografie A Cure For Gravity uit.

2006 Jackson verkast van New York naar Berlijn deels uit protest tegen de strenge antirook maatregelen in de Amerikaanse stad.

2007 Jackson schrijft zijn essay Smoke, Lies and the Nanny State nadat hij ook al stukken over het onderwerp heeft geschreven voor onder andere The Guardian en The New York Times.

2012 Release van Jacksons eerbetoon aan Duke Ellington The Duke. Het album is opgenomen met een keur van artiesten als Iggy Pop, zangeres Sharon Jones, rockgitarist Steve Vai, jazzbassist Christian McBride en drummer Amir ‘Questlove’ Thompson.

2019 Release van Jacksons twintigste album Fool.

Jackson is twee jaar getrouwd geweest, maar noemde het huwelijk na de scheiding een ramp.