Direct naar artikelinhoud
NieuwsThuistest Baarmoederhalskanker

Een uitstrijkje maken kan voortaan thuis. Maar is dat wel verstandig?

Vrouwen kunnen voortaan zelf een uitstrijkje maken om zich te testen op het HPV-virus, dat baarmoederhals­kanker veroorzaakt. De resultaten van de thuistest zijn betrouwbaar genoeg. Maar is het ook verstandig? 

Delende baarmoederhalskankercellen.Beeld Science Photo Library

Als vrouwen bij zichzelf een uitstrijkje maken met een zelftest, levert dat net zulke goede ­resultaten op als het klassieke uitstrijkje bij de huisarts. Dat blijkt uit onderzoek onder veertienduizend Nederlandse vrouwen, dat vandaag is gepubliceerd in The Lancet Oncology. De resultaten maken volgens de onderzoekers duidelijk dat het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in de toekomst grotendeels thuis kan worden uitgevoerd.

De resultaten zijn van groot belang omdat 40 procent van de vrouwen niet meedoet aan de screening. Het RIVM becijferde onlangs dat zich in die groep jaarlijks 100 sterfgevallen voordoen (van de 250) die bij vroegtijdig onderzoek mogelijk voorkomen hadden kunnen worden. Het idee was dat een thuistest, mits even betrouwbaar als het reguliere onderzoek bij de huisarts, een deel van die vrouwen over de drempel zou kunnen helpen.

Het onderzoek naar die test, de zoge­heten Improve-studie, raakte echter omstreden vanwege belangenverstrengeling van een van de onderzoekers, emeritus hoogleraar Chris Meijer. NRC onthulde drie jaar geleden dat Meijer zakelijke belangen had verzwegen, waarna de studie tijdelijk werd stilgelegd. De opzet van het bevolkingsonderzoek is onlangs veranderd: er wordt niet langer gezocht naar afwijkende cellen, maar naar het HPV-virus, dat baarmoederhalskanker veroorzaakt. Een bedrijf waaraan Meijer verbonden was, zou de HPV-test leveren voor het onderzoek. Het onderzoek kon doorgaan, nadat de Gezondheidsraad had vastgesteld dat de betrokken test door onafhankelijke wetenschappers als een van de beste was beoordeeld. Die HPV-test is uiteindelijk niet in het huidige onderzoek gebruikt, maar werd geleverd door een ander bedrijf. Helemaal vrij van belangen was de studie daarmee nog ­altijd niet: uit de lijst die onder het onderzoeksartikel is gepubliceerd, blijkt dat één onderzoeker aandelen heeft in dat bedrijf, Labo Biomedical Products.

Betrouwbaarheid

Om de betrouwbaarheid van de thuistest vast te stellen, deden wetenschappers van drie academische centra de afgelopen jaren onderzoek bij bijna 14 duizend Nederlandse vrouwen, die ze indeelden in twee groepen. De helft deed zelf een test en haalde met een borsteltje cel­materiaal van de baarmoederhals, dat ze opstuurden naar een laboratorium. De andere helft ging ervoor naar de huisarts. De twee groepen vrouwen bij wie het HPV-virus werd aangetroffen, werden gekruist: wie de zelftest had gedaan, ging alsnog naar de huisarts en andersom. Daarna werden de testresultaten vergeleken. Bijna alle vrouwen met een voorstadium van baarmoederhalskanker bleken bij beide testen eenzelfde uitslag te hebben. Daarmee is voor het eerst aangetoond dat de testen even nauwkeurig zijn, zegt onderzoeksleider Hans Berkhof, hoogleraar biostatistische modellering aan het Amsterdam UMC, die geen zakelijke belangen heeft bij de studie.

De Evalyn Brush werd ontwikkeld als thuistest.

Toenmalig minister Edith Schippers (Volksgezondheid) zei twee jaar geleden in de Tweede ­Kamer dat de zelftest het uitstrijkje kan vervangen als de test net zo betrouwbaar zou zijn. Nu dat het geval blijkt, zegt Berkhof, kan de huisarts op termijn ­worden ontlast. Jaarlijks laten zo’n half miljoen vrouwen een uitstrijkje maken. Dat onderzoek is dan alleen nog nodig als uit de resultaten van de zelftest blijkt dat een vrouw het HPV-virus bij zich draagt. Dat is bij gemiddeld 7 procent van de vrouwen het geval, zo blijkt uit deze studie. Nader onderzoek moet bij hen dan duidelijk maken of er sprake is van kanker of een voorstadium daarvan.

Het onderzoek laat zien dat er bij de screening op HPV geen verschil bestaat tussen de thuistest en het uitstrijkje, zeggen Rob Schuurman, medisch moleculair microbioloog in het UMC Utrecht, en Yolanda van der Graaf, emeritus hoog­leraar klinische epidemiologie, beiden niet betrokken bij de studie. Schuurman heeft wel een kanttekening: in het nieuwe bevolkingsonderzoek wordt van alle vrouwen bij wie het HPV-virus wordt ontdekt daarna ter controle alsnog een microscopische analyse gedaan van het afgenomen celmateriaal. Die analyse is wel mogelijk op lichaamsmateriaal dat door de huisarts is afgenomen (en is ­bewaard) maar niet op zelf afgenomen materiaal, schrijft hij in een reactie. Vrouwen die met een zelftest het HPV-­virus ontdekken, moeten daarna dus alsnog naar de huisarts voor een uitstrijkje. ‘Niet alle vrouwen zullen hier gehoor aan geven, waarmee het risico bestaat dat bij deze vrouwen een diagnose  wordt gemist.’ Daarom is bij de invoering van de thuistest goede uitleg en controle van belang, zegt hij. 

Niet komen opdagen

Alleen de belangrijkste vraag wordt in het onderzoek niet beantwoord, zegt Van der Graaf: bereik je met zo’n test de vrouwen die nu niet komen opdagen? ‘Het uitstrijkje dat de huisarts nu maakt, is prima. Je hebt alleen iets aan de thuistest als daardoor de opkomst stijgt én als vrouwen met een ongunstige test ook daadwerkelijk vervolgonderzoek laten doen. Als huisartsen het uitstrijkje ­maken, voelen die zich daarvoor verantwoordelijk, maar wat gebeurt er met de groep die thuis gaat testen?’ Van der Graaf vreest dat de test vooral zal worden gebruikt door de zogeheten worried well, de vrouwen die zich toch al zorgen maken over hun gezondheid. 

Wat de thuistest met de opkomst gaat doen, is niet onderzocht, erkent Berkhof: ‘Dat was ook niet het doel van deze studie. We moesten eerst weten of de test nauwkeurig genoeg was voordat we die konden aanbieden. Nu gaan we uitzoeken hoe we de vrouwen die niet meedoen aan het bevolkingsonderzoek het best kunnen bereiken.’

De naam van emeritus hoogleraar Meijer prijkt nog altijd tussen de onderzoekers. Hij was belangrijk bij de opzet van de studie, zo laat het Amsterdam UMC weten. Van der Graaf is kritisch: ‘Als je wilt dat dit onderzoek landt, waarom laat je hem dan nog meedoen?’

Niet komen opdagen

Ik wil zo niet meer leven, zei ze tegen verpleegkundige Paula Groenendijk. Ze was een mooie, jonge, midden in het leven staande meid in het laatste stadium van baarmoederhalskanker. Paula begreep haar wel: als jij dat wil, moet dat kunnen. Totdat ze besefte hoe anders die doodswens voelde voor haar moeder.