Direct naar artikelinhoud
UitgelichtKonyaks in India

Getekende gezichten die langzaam verdwijnen

Ooit lieten de Konyaks in India hun complexe tatoeages zetten als ze een vijand hadden onthoofd. Maar koppensnellen mag niet meer. Fotograaf Peter Bos portretteerde de laatste getekende Konyaks voordat hun cultuur voorgoed verdwijnt.

Pongkhao Anghya (88, links) en Nao-Am Anghya (70) uit Chen Wetnyu.Beeld Peter Bos

De Konyaks, een subgroep van de Naga’s, een Sino-Tibetaans volk in Nagaland, Noordoost-India, staan bekend om twee dingen: ze versieren zichzelf met complexe tatoeages, en ze waren gevreesde koppensnellers, die zich door de koloniale Britse heersers noch de Indiase staat helemaal lieten onderwerpen. Het een is nauw verbonden met het ander.

‘Hand-tapping’ is een van de traditionele tatoeëertechnieken bij de Konyak.Beeld Peter Bos

De geometrische tatoeages van Konyak-mannen hebben een rituele betekenis, verwijzend naar de overgang van jongen naar man en krijger. Gezichtstatoeages kon je verdienen als je een vijand van de stam had gedood en onthoofd. Die hoofden werden opgehangen in het gemeenschapshuis. Hoe meer hoofden, hoe dapperder de krijger.

Ashen Wenkhu-Hamyen (98) uit het dorp Jaboka.Beeld Peter Bos
Hungphoi; Hangsha Salim (78).Beeld Peter Bos
Wangkah Wangshu (85).Beeld Peter Bos

Vrouwen hadden eigen tatoeages, die symbool stonden voor de fasen in een vrouwenleven: van jong meisje naar huwbare vrouw, naar gerespecteerde echtgenote, naar wijze grootmoeder. Ook lieten vrouwen soms tatoeages zetten als eerbetoon aan de heldendaden van hun vaders of broers.

Al die tatoeages waren vroeger voor ieder zichtbaar, want de Konyaks liepen vrijwel naakt. Tegenwoordig zie je ze steeds minder. Niet alleen dragen de Konyaks nu gewoon kleren, ook worden er bijna geen tatoeages meer gezet. De Konyaks hebben hun animisme al lang geleden ingeruild voor het christendom, en ook hun guerrillastrijd tegen de Indiase overheid opgegeven.

Chen Wetnyu; Wanglei Wangshu (79), Longwa.Beeld Peter Bos

De Eindhovense fotograaf Peter Bos trok een paar jaar door Nagaland om de laatste getatoeëerde Konyaks te portretteren en hun cultuur vast te leggen voordat die helemaal verdwijnt. Hij deed dat samen met Phejin Konyak, kleindochter van een krijger. Het resulteerde in drie boeken: een koffietafelboek voor de westerse consument, een goedkope editie voor de lokale bevolking en een kinderboek vol mythen, liederen en dansen. Om te zorgen dat nieuwe generaties Kon-yaks nog iets van hun erfgoed begrijpen.

Een vrouw prepareert klei om potten te bakken.Beeld Peter Bos
Kuiten van Pongkhao Anghya.Beeld Peter Bos