Direct naar artikelinhoud
Interview

Schrijver Daoud over IS, religie en 'De vreemdeling'

Kamel Daoud gaf in zijn prachtige debuut de anonieme Arabier in Camus' 'De vreemdeling' een gezicht. Zijn ideeën over religie - een privézaak - leverden hem in Algerije een fatwa op.

Interview Kamel Daoud
Beeld Bart Koetsier

Kamel Daoud verheugt zich op een avondwandelingetje door Parijs. Thuis in Algerije durft hij het niet meer, sinds een imam een fatwa tegen hem uitsprak. Op de televisie was hij zo vermetel geweest te zeggen dat vooruitgang in de Arabische wereld slechts mogelijk zal zijn als religie als een privézaak wordt beschouwd.

Daoud zit in een café vlak bij de Bastille. Een intense man die in stellige, uit rots gehouwen zinnen spreekt. Hij is vriendelijk, maar glimlacht zelden. Schrijven in Algerije is een ernstige zaak, een zaak van leven en dood. Daoud is een bekende journalist in zijn land, die zowel het regime als de radicale islam bekritiseert in zijn kroniek voor Le Quotidien d'Oran. In 2013 debuteerde hij als romanschrijver met Moussa of de dood van een Arabier, dat deze week in Nederlandse vertaling verschijnt.

Internationale bestseller

Moussa is inmiddels een internationale bestseller. Uitgangspunt is De vreemdeling, de klassieke roman van Albert Camus uit 1942, waarin hoofdpersoon Meursault op het strand van Algiers zonder enige reden een Arabier doodschiet. Camus noemt 'de Arabier' 25 keer, maar geeft hem geen gezicht, geen karakter, geen naam. De Arabier is slechts materiaal in de geschiedenis van een Franse kolonist.

Daoud schreef een tegenroman vanuit Algerijns perspectief. De Arabier blijkt Moussa te heten en zijn verhaal wordt verteld door zijn jongere broer Haroun. Toch is Moussa geen bittere postkoloniale aanklacht. Haroun spreekt een monoloog uit, geïnspireerd door een andere klassieker van Camus, De val. Over opgroeien in de schaduw van een tragedie, met een moeder die hem minacht omdat ze treurt over het verlies van haar 'betere' zoon. Over zijn eenzaamheid, zijn wantrouwen tegen de nieuwe machthebbers, zijn afkeer van georganiseerde religie.

'Het boek moest een keer geschreven worden, zoals iemand ooit Robinson Crusoe zal vertellen vanuit het perspectief van Vrijdag. De vreemdeling is het uitgangspunt, maar ik heb een echte roman willen schrijven, die een menselijk verhaal vertelt. De grote kwestie van mijn boek is de vrijheid. Mijn personage wil vrij zijn tegenover God, de geschiedenis, zijn moeder. Het boek is een schreeuw om vrijheid. Wie niet in mijn plaats kan sterven, kan ook niet in mijn plaats leven. Dat is voor mij een basisprincipe.'

Internationale bestseller
Beeld nvt

Kroniek

De debuutroman van Kamel Daoud (45), Moussa of de dood van een Arabier, verscheen in 2013 in Algerije als Meursault, contre-enquête. In 2014 verscheen het boek met groot succes in Frankrijk, waar het doordrong tot de laatste selectie voor de belangrijkste literaire prijs van het land, de Prix Goncourt. In het dagelijks leven is Daoud journalist bij de Algerijnse krant Le Quotidien d'Oran, waar hij sinds 1997 een kroniek heeft: Raina Raikoum ('onze mening, uw mening').

In Algerije wil de islam voor u leven.

'Ik geloof dat godsdienst deel uitmaakt van het intieme. Zodra je God in de publieke ruimte toelaat, krijg je dictatuur en geweld. Haroun zegt ergens: 'De religie is voor mij een vorm van openbaar vervoer die ik niet neem. Ik houd ervan om naar God te gaan, maar te voet, niet met een georganiseerde reis.' Zo denk ik er ook over. Net als Haroun houd ik niet van riten en dogma's. Wat blijft, is het geloof, dat is een intieme keuze.'

Gelooft u?

'Het is moeilijk daar op te antwoorden. De inzet is immens. Ik leef in Algerije. Als ik een eerlijk antwoord geef: voor mij is God een vraag, geen antwoord.'

Dat zegt Haroun ook aan het einde van het boek. Ik kan me voorstellen dat zoiets slecht valt in Algerije.

'De vraag naar het geloof is een kwestie van leven en dood geworden. Je moet je vrijheid verdedigen, maar je hoofd niet op een hakblok leggen.'

De vraag naar het geloof is een kwestie van leven en dood geworden

Denkt u weleens aan ballingschap?

'Elke ochtend, al jaren lang. Maar ik heb er de moed niet voor. De mensen denken dat er moed voor nodig is te blijven, maar er is moed nodig om te vertrekken. Want dan moet ik de mensen achterlaten van wie ik houd. Wat heb ik in Frankrijk te winnen? Ik win de veiligheid van mijn lichaam, maar verlies mijn ziel. Overigens is het nog de vraag of ik hier echt veiliger ben.'

We zitten vlak bij de plek waar de redactie van Charlie Hebdo werd uitgemoord.

'We leven in een wereld waarin je niet kunt ontsnappen. Je verandert je geschiedenis niet door je geografie te veranderen.'

Kamel Daoud komt uit een straatarm gezin, net als Albert Camus. 'Mijn moeder was analfabeet, net als de moeder van Camus', zegt hij. 'Ik heb honger geleden. Maar ik houd niet van defaitisme. Ondanks alles ben ik schrijver geworden. Omdat ik mijn lot niet wilde accepteren.'

Evenals Camus begon Daoud zijn carrière als journalist. Vacatures genoeg in het Algerije van de jaren negentig, waar een bloedige burgeroorlog woedde. Veel journalisten waren vermoord of bang gemaakt door islamitische strijders. Daoud kent de islamisten goed. Hij was er zelf een.

'Tussen mijn 12de en mijn 18de had ik een religieuze periode. Op die leeftijd heb je behoefte aan het absolute. Ik ben eruit gestapt voordat mijn beweging tot geweld verviel, anders had ik het misschien niet overleefd. Nu heb ik er geen spijt van. Ik ken de radicale islam van binnenuit. Het islamisme biedt zingeving. Je zit in een achterbuurt, zonder geld, zonder vriendin. Dan komt er iemand die zich over al jouw problemen ontfermt. Het comfort van de onderwerping is veel prettiger dan de vrijheid.'

Waarom bent u er uitgestapt?

'Boeken hebben een grote rol gespeeld. De literatuur bewijst dat de wereld bestaat, dat er verschillen bestaan die verrijkend kunnen zijn. Ik werd nieuwsgierig naar de wereld. Als je in zo'n beweging zit, ken je maar één boek. Je vergeet dat de wereld bestaat. Daarom valt Islamitische Staat eerst de cultuur aan, daarna pas de kazernes. IS vernielt musea en vermoordt conservatoren omdat ze elke andere visie op de wereld wil vernietigen.'

IS vernielt musea en vermoordt conservatoren omdat ze elke andere visie op de wereld wil vernietigen
Grenzen zijn de laatste illusie van de twintigste eeuw

Moussa is ook een verhaal van teleurstelling over het onafhankelijke Algerije: de strijders van het Front de Libération Nationale zijn weinig sympathiek, de sociale druk van de godsdienst dreigt de vrijheid te verstikken.

Daoud ziet de invloed van de radicale islam groeien. Islamisten proberen niet meer de macht te grijpen, maar dringen steeds dieper de samenleving in. Ze beheersen scholen, moskeeën, media, ze sporen mensen aan op de 'juiste' wijze gekleed te gaan. 'Ze hebben het geld, het geld dat u aan Saoedi-Arabië betaalt en dat weer bij ons terechtkomt. Islamistische boeken worden gratis verspreid. We zijn de strijd aan het verliezen. Zelfs in het Westen bent u de strijd aan het verliezen.

'De westerse landen gedragen zich tegenover Islamitische Staat als de Europese landen in de jaren dertig tegen het nazisme. Het zal ons niet raken, denken ze, het gaat wel over. Maar het jihadisme is geen probleem van de Arabische wereld, het is een probleem van de mensheid. De pest van Camus moet worden herlezen. Omdat we in de zelfde situatie verkeren.'

In Frankrijk klinkt de roep om steeds hardere maatregelen. Verbod van hoofddoeken aan de universiteit, geen vervanging van varkensvlees in de schoolkantine.

'In Frankrijk beheerst men de kunst om het verkeerde antwoord op de juiste vraag te formuleren. Met symbolische maatregelen versterk je de tegenstellingen alleen maar, gewone moslims zullen zich sterker buitengesloten voelen. Je moet meer aan pedagogie doen, over een lange periode. Wat is een sociaal contract? Wat betekent leven in Frankrijk? Je kunt niet profiteren van Frankrijk en tegelijk zijn grondslagen afwijzen.'

Wat vindt u van de migrantencrisis?

'Europa zal er niet aan ontsnappen. Grenzen zijn de laatste illusie van de twintigste eeuw.'

Veel Europeanen zijn bang dat ze een islam importeren waarvoor u waarschuwt.

'Die angst begrijp ik. Maar het is net zoiets als het zinken van de Titanic. Als je iedereen tot de reddingsboten toelaat, ga je ten onder. Maar kun je ermee leven dat je mensen er met de voet uitschopt? Moeilijk. Je kunt niet iedereen redden, maar als je niet helpt, ben je een monster.'

Kamel Daoud is geen optimist. 'Maar dat wil niet zeggen dat alles verloren is', zegt hij. Wederom is daar de invloed van Albert Camus, van zijn filosofische werken. De mens in opstand: in het verzet schuilt de kern van de mens. De mythe van Sisyphus: het leven is absurd, maar moet ten volle worden aanvaard.

Il faut se battre, zegt hij steeds weer, je moet vechten. 'Zo niet, dan kun je net zo goed nu doodgaan. Bovendien, het leven is magnifiek, juist omdat het niet verklaarbaar is. De mensen die het leven absurd vinden, eindigen met zingeving. Ze schrijven boeken, maken kunstwerken, bouwen, construeren. Omdat ze een spoor van zichzelf willen achterlaten, dat is onze enige overwinning op de dood. De mensen die zeggen dat het leven zin heeft, eindigen met het absurde. Het is toch vreemd dat zeventig jaar na De vreemdeling een jongen in Tunesië het strand opwandelt om mensen dood te schieten.'

Meursault schoot zo maar, de dader in Tunesië had een sterke religieuze motivatie.

'Hij schoot op mensen die hij niet kende. Dat is toch absurd?'