Direct naar artikelinhoud
ReportagePeuter Julen

Peuter Julen overleed op de dag van zijn val in de put

De 2-jarige Julen overleed op dezelfde dag dat hij in de diepe put in de buurt van het Zuid-Spaanse Málaga viel. Dat blijkt uit de sectie die vijf forensische artsen op de stoffelijke resten van de peuter hebben gedaan, aldus de Spaanse krant Sur.

Peuter Julen overleed op de dag van zijn val in de put
Beeld EPA

Julen viel vorige week zondag bij het dorp Totalán in de zuidelijke deelstaat Andalusië in een bijna 110 meter diepe put. De opening van de put, bedoeld om water te zoeken, was maar 25 centimeter tot 30 centimeter breed. Reddingswerkers konden niet in die nauwe put afdalen om de peuter te redden. Pas in de nacht van vrijdag op zaterdag bereikten de hulpverleners het lichaam van Julen. In de stad Málaga werd zaterdag een minuut stilte voor de jongen gehouden.

Haast centimeter voor centimeter werden de vorderingen van de mijnwerkers de afgelopen dagen gevolgd. Met boren, pikhouwelen en kleine ontploffingen baanden ze zich een weg door de rotsen om Julen uit de greep van de aarde te kunnen bevrijden.

Dertien dagen lang volgde Spanje ademloos het gevecht van honderden reddingswerkers tegen een rotsbodem die ongenadig bleek. Het team van de Mijnreddingsbrigade stond al ruim een week klaar om af te dalen in het binnenste van de aarde. De mijnwerkers waren ingevlogen vanuit het noordelijke Asturië, bekend om de steenkool die er in de grond zit. Een legervliegtuig zette hen vorige week dinsdag af in Andalusië.

Langzame vorderingen

Maar de boorwerkzaamheden vorderden maar langzaam, en zo kreeg Spanje de tijd om alles te weten te komen over deze nieuwe ‘helden’. Over Sergio, die eerder een operatie leidde om een speleoloog te bevrijden die bedolven was onder een rots. Over Lázaro, die zijn uit Portugal afkomstige vader verloor na een mijngasexplosie. En over Jesús, die houdt van skiën en diepzeeduiken.

Het plan was aanvankelijk om een horizontale tunnel te graven naar Julen. Dat bleek al snel onmogelijk vanwege aardverschuivingen. Vorige week donderdag werd overgeschakeld op een alternatieve strategie: het uitboren van een verticale schacht. Met graafmachines werd een deel van de berg afgegraven en afgeplat, zodat de ondergrond geschikt zou zijn voor de zware machinerie. Een boortoren werd aangevoerd vanuit Madrid – de wegwerkzaamheden daar moesten wachten.

Een haar gevonden

In die eerste dagen werden her en der twijfels geuit: bevond Julen zich werkelijk in dat smalle gat? Volgens sommige ondernemers die putten slaan was dat haast onmogelijk: het jongetje zou zeker ergens zijn blijven steken tijdens zijn val. De Guardia Civil bracht daar woensdag echter tegenin dat in de diepte ‘biologisch materiaal’ van Julen was gevonden. Een haar, bleek later. ‘Dit geeft ons zekerheid dat hij daar in de put zit’, bevestigde de Spaanse regering. Er werd ook een snoepzakje gevonden dat het kind in zijn hand zou hebben gehad.

Zelfs met de boortoren hadden de ingenieurs moeite in de berg door te dringen: de grond was veel harder dan gedacht. Toen de put eindelijk diep genoeg was, moesten er buizen worden ingebracht, om de mijnwerkers te beschermen tegen instorting. Ook dat lukte niet meteen, vanwege een lichte kromming in het nieuwe gat. Zo werd de ene vertraging gevolgd door de andere. ‘Dit is geen reddingsoperatie, maar een staaltje humanitaire civiele techniek’, verzuchtte het hoofd van het College voor Ingenieurs in Málaga, die de leiding had genomen over alle verrichtingen.

Hulp voor reddingswerkers

De inwoners van Totalán, het dorp waarin het ongeval plaatsvond, stelden ondertussen hun huizen open voor de reddingswerkers. De kelder van Yolanda Alcaide werd het commandocentrum, berichtten de Spaanse media. Haar broer Daniel was als militair gestationeerd in Madrid, maar vroeg verlof om te helpen. Hij zorgde voor de aanvoer van wat er maar nodig was: zakken met cement, kitspuiten, tabak tegen de nervositeit van de mannen die de graafmachines bestuurden. Desnoods belde hij midden in de nacht een boer uit de buurt op om het reddingsteam te voorzien van wat ze vroegen.

De vrouwen in het dorp kookten soep en maakten kroketjes. Maar ook uit de wijde omgeving kwamen mensen aanzetten met broodjes en pizza, water en frisdrank. Alles zodat de zoektocht naar Julen door kon gaan, dag en nacht, het liefst zonder maar een minuut oponthoud. Op een gegeven moment zag de brandweercommandant van Málaga zich zelfs genoodzaakt een oproep te doen: breng niet meer, er is genoeg.

Zo werd er op los geïmproviseerd, een kunst die de Spanjaarden gelukkig verstaan. Waar anders geologische studies vooraf zouden zijn gegaan aan een dergelijke operatie, gaf de rotsbodem nu slechts stukje bij beetje zijn geheimen prijs: de ene keer bleek het gesteente zacht, dan weer bleek de rots een ondoordringbare linie te hebben gelegd. ‘De berg is de baas’, verzuchtte de zegsman van de Guardia Civil.

En die berg bleek uiteindelijk sterker dan de inspanningen van driehonderd mensen.

Eten voor de reddingswerkers.Beeld REUTERS