Direct naar artikelinhoud
InterviewHistoricus Ralf Futselaar

Drie misverstanden over leven met een lege maag

Vasten is het thema van het volgende Volkskrant KennisCafé. Een handige manier om af te vallen? NIOD-historicus Ralf Futselaar, expert op het gebied van voeding in oorlogssituaties, ziet dat wat anders. Drie misverstanden over leven met lege maag.

Kinderen eten een halve liter bijvoeding per dag, die ze gedurende de Hongerwinter krijgen van het Interkerkelijk Bureau, Den Haag (1944-’45).Beeld Hollandse Hoogte / Nederlands Fotomuseum

1. Vasten is best goed voor u

Niet eten is in de mode. Als middel om af te slanken, manier om langer en gezonder te leven of, voor wie religieus is, als techniek om nader tot god te komen.

Maar dat is vasten, zegt historicus Futselaar van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, ‘met het grote voordeel dat je het vrijwillig doet en altijd kunt stoppen.’ Heel andere koek dan de hongersnoden die hij als historicus bestudeert. ‘Honger is in eerste instantie gewoon echt heel vervelend. Je wordt moe en chagrijnig, je weerstand gaat naar beneden, infectieziektes slaan toe. Ik heb in mijn onderzoek nog geen enkel voorbeeld gezien van iemand die na een hongersnood zo spiritueel verrijkt was.’

De gevolgen kunnen bovendien hardnekkig zijn. Dat blijkt uit een beroemd Amerikaans experiment waarbij men in Minnesota dienstweigeraars vrijwillig uithongerde, en uit bestudering van baby’s die werden geboren tijdens de Nederlandse hongerwinter van ’44-’45: de kinderen groeiden op met ontregeld dna, komen sneller aan, hebben meer kans op hart- en vaatziekten en zijn kleiner van stuk.

En toch: ‘Die vrijwilligers in Minnesota zijn erg oud geworden’, weet Futselaar. ‘Maar statistisch valt onmogelijk hard te maken of dat iets met het experiment te maken had.’

2. In de hongerwinter ging men elkaar te lijf om eten

Holle ogen, de kat werd opgegeten, er stonden bloembollen op het menu. Dat is zoals de meeste mensen zich de hongerwinter voorstellen.

Maar Futselaar en zijn toenmalige promovendus Ingrid de Zwarte schetsen een genuanceerder beeld. ‘Toen het mis begon te gaan in West-Nederland, werd er al binnen enkele weken georganiseerd dat de kinderen te eten kregen’, vertelt Futselaar. De kerken, maar ook de NSB, kwamen in actie: kinderen werden in hongerklassen verdeeld, de ergst verzwakten naar het platteland gestuurd om te worden bijgevoed. Uiteindelijk waren vooral oudere mannen de dupe, vertelt Futselaar.

Hoewel velen stierven – de schattingen lopen in de tienduizenden – werd de honger nooit zo nijpend dat men bijvoorbeeld overging tot grootscheeps geweld of kannibalisme. ‘Veel mensen die omkwamen, overleden aan infectieziektes zoals tbc, waarvoor ze bevattelijker waren geworden. De hongerwinter was hoogstens een fase 3-hongersnood, op een in ons vak bekende schaal van zes. Een behoorlijke hongersnood, zoals je in de jaren tachtig wel had in Ethiopië. Maar niet het ergste van het ergste. En kinderen kwamen er betrekkelijk goed doorheen.’

3. De hongerwinter was een wapen

Wraak van de Duitsers op de spoorwegstaking van september 1944: zo wordt de hongerwinter vaak uitgelegd. Maar dat de honger als wapen is ingezet om het volk op de knieën te krijgen, ‘is een grote misvatting’, benadrukt Futselaar. Eerder was er sprake van een opeenstapeling van factoren, zegt hij. De winter trok aan, de brandstof raakte op, vervoer liep vast, de scheepvaart viel stil omdat schippers bang waren voor vordering van hun schepen. ‘Alles ging precies tegelijk mis.’

Bovendien was de landbouw halverwege de 19de eeuw afhankelijk geworden van internationale handel in veevoer en zaken zoals mest. ‘Zo werd honger in de oorlogen van de 20ste eeuw pas echt een groot probleem’, schetst Futselaar. ‘Eerst in de Eerste Wereldoorlog. En in de Tweede Wereldoorlog nog wat meer.’

Volkskrant KennisCafé: Nooit meer eten, maandag 21 januari, De Balie, Amsterdam. 

NIOD-historicus Ralf Futselaar.Beeld NIOD