Direct naar artikelinhoud
VoetbalGiovanni van Bronckhorst

Een voetbaltrainer is net zo houdbaar als een mobiele telefoon

Giovanni van Bronckhorst wordt in 2017 gejonast door zijn spelers na het winnen van de eerste titel in 18 jaar.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Giovanni van Bronckhorst neemt afscheid als de langstzittende trainer van Feyenoord. Is hij een uitzondering of neemt de houdbaarheid van topcoaches af? De trainer is nog zelden een bouwer, eerder een gebruiksvoorwerp. Alleen clubiconen hebben extra krediet. 

De houdbaarheidsdatum van een trainer is pakweg vier jaar. Maximaal. Giovanni van Bronckhorst vertrekt dus na vier jaar bij Feyenoord. Clubdirecteur Jan de Jong: ‘Een trainer is als een mobiele telefoon.’

Vriend Rocky Tuhuteru stelt dat ­Giovanni van Bronckhorst een ­‘gezegende’ is. ‘In het Maleis hebben we daarvoor een woord: berkat. ­Talenten zijn gegeven, ze komen niet zomaar aanwaaien. Wees daarmee voorzichtig. Gio heeft altijd goede keuzes gemaakt in zijn loopbaan, ­altijd op gevoel.’

Van Bronckhorst maakte donderdag zijn vertrek bij Feyenoord ­bekend, drie dagen voor de Klassieker tegen Ajax. Het is goed zo, na vijf prijzen in vier jaar. Voormalig trainer Co Adriaanse stelde de houdbaarheid van een trainer eens op drie jaar. Alles gezien, alles gedaan. Vreugde beleefd, verdriet verstouwd. Vorig weekeinde kreeg Van Bronckhorsts gevoel het ­definitieve zetje naar de uitgang, na de nederlaag bij PEC Zwolle. Een weekeinde dat om andere redenen intens verdrietig was, door het overlijden van een geliefde nicht.

Na Maurice Steijn en John van den Brom, trainers in de luwte bij VVV en AZ, is Van Bronckhorst de langst zittende trainer in de eredivisie. Ondanks voor Feyenoord ongewone successen stormde het in menig hoofd rond de Kuip. Een deel van het publiek en de financiers raakte wat verveeld. Zo gaat dat in de snelle wereld van telkens wat nieuws, of het nu om een vakantiebestemming gaat, een telefoon of een leider.

Leiderschap is vluchtig

Wouter Bos, voormalig politicus van de PvdA en bestuursvoorzitter van de Giovanni van Bronckhorst Foundation, vergelijkt het met de politiek. ‘Leiderschap is vluchtiger geworden, op allerlei plekken. In de sport, maar ook in de politiek, ben je sneller over je houdbaarheidsdatum heen. Ik denk dat de democratisering van de meningsvorming, het feit dat elke mening even makkelijk doorklinkt op sociale media, daarmee veel te maken heeft. Context, afweging en analyse sneuvelen dan al snel en reageren op incidenten wordt relatief belangrijker. Je leiderschap wordt sneller onderwerp van een digitaal publiek debat: gaan of blijven. Gio kan gelukkig tegen een stootje. En hij houdt graag de controle over zijn eigen leven.’

Dat doet hij nu, door te stoppen, door te schuilen voor de aanwakkerende wind, alvorens die tot orkaankracht is uitgegroeid. Jan Dirk Stouten, ambassadeur van de Foundation en voorheen jarenlang ankerman van RTV Rijnmond, is verbaasd over de situatie: ‘Ronald Koeman werd hier drie jaar op de schouders geslagen, maar hij won geen prijzen. De hoop om terug te keren aan de top brengt kennelijk meer positivisme teweeg dan als het wat minder gaat na succes. De lat is door de landstitel van 2017 opeens heel hoog komen te liggen.’

Opmerkingen over afnemende houdbaarheid van trainers vallen nauwelijks te staven met cijfers, zeker niet bij de topclubs. Van Bronckhorst, die in mei 2015 begon, overtreft Ernst Happel en Bert van Marwijk nipt als langstzittende trainer bij Feyenoord. De vorige trainer bij PSV was Phillip Cocu, met vijf dienstjaren op rij. Alleen Kees Rijvers en Bram Appel dienden langer. Bij Ajax was Frank de Boer 5,5 jaar trainer, slechts een halfjaar korter dan Louis van Gaal en Rinus Michels.

De Boer, Cocu en Van Bronckhorst hebben iets gemeen: hun status als voormalig topspeler, hun authenticiteit. Ze zijn naar buiten toe redelijk bestand tegen de moderne wereld van snelle oordelen. Ze slaan niet terug. Ze kregen ook meer krediet dan een trainer zonder rijke loopbaan als speler.

Giovanni van Bronckhorst.Beeld Action Images via Reuters

Zonder trucjes

Algemeen directeur Jan de Jong van Feyenoord noemt Van Bronckhorst uniek, omdat hij volledig zichzelf is, ‘zonder gedrag voor de bühne, zonder trucjes. Hij schreeuwt niet, hij is geen vriendje van journalisten. Die kant is bijna nooit belicht. Hij speelt geen coach. Hij is de coach die hij is.’ Wie zo doet als hij, kan het lang volhouden bij één club, al zal de buitenwacht klagen over saaiheid of ander voetbal willen. Aanvallender als het te defensief is. Defensiever als het te aanvallend is.

De Jong omschrijft de tegenwoordige trainer als consumptiegoed. ‘Een trainer lijkt steeds meer op een mobiele telefoon. Na een paar jaar wil men een nieuwe, terwijl de oude het nog goed doet en we niet zeker weten of de nieuwe beter werkt.’

Geluiden van onvrede uit de buitenwereld sijpelen sneller dan vroeger de binnenwereld in. De Jong: ‘Trainers merken dat. Het eerste jaar vindt iedereen de nieuweling fantastisch, dan wordt hij op het schild gehesen. Na een paar jaar is het kennelijk op. Het lijkt wel een cyclische beweging.’ Bij Van Bronckhorst lag het hoogtepunt na het tweede seizoen. Kijk naar het NOS-interview, op het veld, na het kampioenschap, als hij in tranen is en stamelt van geluk. Fenomenale beelden.

Succes geen garantie voor populariteit 

Vorig seizoen ontving hij al bedreigingen via de sociale media. Hij vroeg zijn 12-jarige zoon zijn accounts te verwijderen, want anders kreeg de jongen te veel mee van volwassen wangedrag. En dit seizoen is daar een soort gedogen in bepaalde kringen. Guido Albers, zaakwaarnemer van Van Bronckhorst en ook van Frank de Boer, schetst de problemen voor de langzittende trainer. Zelfs succes is geen garantie meer voor populariteit. Zie Frank de Boer, zie Cocu en Gio.

Albers: ‘Kijk eens naar al die prijzen. Hoezo maakte Gio geen spelers beter? Kongolo en Karsdorp zijn voor recordbedragen verkocht.’

Van Bronckhorst had in zijn ogen langer kunnen blijven. Spelersgroepen verversen snel. De trainer is dan de constante factor. Van Bronckhorst is zachtaardig naar buiten, maar kan intern hard ingrijpen. Jean-Paul Boëtius kon vertrekken na een paar akkefietjes, icoon Dirk Kuijt belandde in het kampioensjaar op de bank, Sofyan Amrabat en Yassin Ayoub werden een tijdje uit de selectie gezet.

Maar toch: na drie, vier jaar is het wel op, uitzonderingen daargelaten. Oudgediende Dick Advocaat, nu bij FC Utrecht, was een paar maanden souffleur van Van Bronckhorst, in diens eerste seizoen. Hij prijst hem opzichtig, maar zegt over zichzelf: ‘Ik bleef nooit langer dan drie, vier jaar bij een club. Dan was ik toe aan een andere uitdaging. Had ik het gezien.’

Oud-trainer Robert Maaskant, directeur bij Almere City en Rotterdammer, vindt het geen probleem als een trainer snel vertrekt. ‘Onze trainers bij Almere moeten hogerop, dan doen we het goed. Bij de topclubs zou het moeten kunnen. Als ik van iemand had verwacht dat hij lang zou kunnen blijven zitten, is het Van Bronckhorst. Keurige man, clubicoon, en hij wint prijzen. Dan blijkt hoe groot het krachtenveld is. Je bent als trainer aangeschoten wild. Wildvreemden met de ballen verstand spreken jou aan op iets waar je 24/7 mee bezig bent, waarvoor je hebt geleerd. Vooral clubs als Feyenoord, NAC en FC Utrecht leven onder het volk, daar zijn altijd verschillende stromingen. Hartstikke confronterend. Maar je wordt goed beloond en weet waaraan je begint.’

Sociale media spelen een steeds grotere rol. Het oproer begint tijdens een slechte wedstrijd vaak op Twitter door supporters met gevatte, cynische opmerkingen. Maaskant: ‘Reguliere media nemen die tweets over om op hun site een kop te maken als ‘supporters zijn trainer zat’. De volgende dag in de krant, althans in sommige kranten, moeten journalisten daar nog overheen. Ze zijn opiniemakers geworden. Twee, drie keer verliezen en je leest ‘Gio hoe lang nog?’’

Consumptieartikel

De zapcultuur is overgeslagen naar de stadions. De trainer als consumptieartikel, in plaats van als bedachtzame bouwer. Gewoon is saai. Veel clubs wisselen tussen rustige, empathische coaches en extraverte, innovatieve trainers. Het ‘model Foppe’, zoals met Foppe de Haan die twaalf jaar op rij trainer was bij Heerenveen, is zeldzaam geworden.

Het kan nog wel, denkt Maaskant. ‘De huidige spelersgroepen verversen supersnel. Dat een groep een frisse wind nodig heeft, is onzin. Als je een complementaire staf hebt, de prestaties behoorlijk tot goed zijn en de clubleiding de oren niet snel laat hangen naar rare mediafiguren, moet het kunnen. Omgaan met tegenslag, met een minder seizoen, is voor elke club moeilijk geworden. Gio zei dat hij wil stoppen, maar het zou me niet verbazen als dit gewoon een chique oplossing is, omdat Feyenoord, of althans een deel van de club, van hem af wilde.’

Van Bronckhorst: ‘Het is mooi geweest’

Vorige week wist Giovanni van Bronckhorst het zeker. Het was goed om na vier jaar te stoppen als trainer van Feyenoord. ‘Het moeilijkste was het accepteren van dat gevoel’, zei hij vrijdag in de Kuip. ‘Het heeft even geduurd, maar je gevoel is je beste raadgever. Al voor de Kerst heb ik mijn twijfels geuit bij technisch directeur Martin van Geel. Het was een emotioneel moment om de spelers en de staf te vertellen dat ik zou stoppen.’ Van Bronckhorst besefte dat zijn positie niet onomstreden was. Binnen de raad van commissarissen bestond verzet tegen het verlengen van zijn contract. Maar een vlucht vooruit wilde Van Bronckhorst de aankondiging van zijn vertrek niet noemen. ‘De kritiek speelde een rol, maar niet de belangrijkste. Ik voel me niet weggejaagd. Het is mooi geweest. Ik wilde ook duidelijkheid schetsen.’ Van Bronckhorst sluit niet uit dat hij ooit terugkeert in de Kuip. ‘Ik kwam op mijn 7de bij Feyenoord. Ik zal de deur voor deze club nooit sluiten. De directie had me in mijn eerste seizoen ook kunnen wegsturen na zeven nederlagen op rij, maar gunde me een herkansing. Mijn generatiegenoot Thierry Henry kreeg die tijd niet als trainer van AS Monaco.’ Zondag beleeft Van Bronckhorst zijn laatste Klassieker tegen Ajax in de competitie. Aanvoerder Robin van Persie start in de basis. ‘We zullen het niveau moeten halen van de eerste helft tegen PSV. Dan kunnen we ook Ajax verslaan.’