Direct naar artikelinhoud
InterviewGrootmeester Magnus Carlsen

De Noor Magnus Carlsen over zijn wereldtitel schaken: ‘Je mag me zelfs een lafaard noemen’

Magnus Carlsen kreeg in de recente tweekamp om de wereldtitel schaken een afkeer van zijn eigen spel. De Noor speelde om te winnen, niet om te bekoren. Gelukkig, zegt hij, ligt dat in het zaterdag startende Tata Steel Chess in Wijk aan Zee totaal anders. ‘Dit is veel boeiender.’

Magnus Carlsen.Beeld Klaas Jan van der Weij

Het schaaktoernooi in Wijk aan Zee is voor Magnus Carlsen een jaarlijkse pelgrimage naar zijn jeugd, een weemoedige herinnering aan zijn vorstelijke debuut in 2004 toen hij als 13-jarige de C-groep met harde hand regeerde. ‘Ik was een kind dat onbezorgd wilde schaken. Het spel stond centraal, alleen het plezier telde. Grote ambities had ik niet. Nu valt dat kinderlijke genoegen nauwelijks meer op te roepen. Schaken om de wereldtitel is niet leuk.’

Als tweevoudig wereldkampioen keert de 28-jarige Carlsen terug naar het zaterdag startende toernooi, dat hij vorig jaar voor de zesde keer won. In november besliste Carlsen de WK-match met Fabiano Caruana pas in de tiebreak van snelschaakpartijen. Eind december etaleerde hij zijn magische kunsten als snelschaker opnieuw bij het WK blitz (zie inzet) met partijen van drie minuten met twee seconden extra bedenktijd.

Al in Londen etaleerde Carlsen de afkeer van zijn spel. De wereldtitel voelde als een last, hier zat een icoon achter het schaakbord die alles te verliezen had. Maar Carlsen bezit de gave om extremen met elkaar te verbinden.

In het schaatsen is het allang onmogelijk om olympisch kampioen worden op de 500 meter en de 10 kilometer, zoals Eric Heiden in 1980: het is een wereld van specialisten geworden. In de schaaksport is de wereldkampioen in het trage klassiek schaken ook de beste in het snelle gooi- en smijtwerk. En dus liet Carlsen het bij de WK-tweekamp als duivelskunstenaar aankomen op rapid chess, waarbij de koele en tragere calculator Caruana zich in een moeras waande. ‘Het ging alleen om winnen’, aldus Carlsen. ‘Ik had elke gedachte aan mooi schaken of zelfs genieten van de tweekamp overboord gegooid. De tiebreak verliep naar verwachting en ik behield mijn titel. En dat was het. Ik geef toe dat het niet zo zou moeten zijn. Maar gelet op mijn vorm in die periode en het verloop van de tweekamp was dit het maximaal haalbare.’

Chess - 2018 World Rapid and Blitz Chess Championships - Rapid Open - Saint Petersburg, Russia - December 26, 2018. Magnus Carlsen of Norway plays against Adam Tukhaev of Ukraine. REUTERS/Anton VaganovBeeld REUTERS

Twaalf remises in twaalf partijen waren slecht voor het imago van het schaken. Je bent een fervent voetballiefhebber, maar het publiek zag Lionel Messi streven naar een gelijkspel om de wedstrijd met strafschoppen te kunnen beslissen.

Carlsen: ‘Ik overleefde de achtste partij en ik was na een goede voorbereiding optimistisch voor de volgende partij. Helaas verknoeide ik mijn voordeel al snel. Daarna heb ik het opgegeven, ik besloot op een gelijkspel aan te sturen, in de wetenschap dat ik favoriet zou zijn in de tiebreaks. Ik ben het met je eens, die twaalf remises deden het schaken geen goed. Het moet ook anders in de toekomst.

‘Het was een combinatie van gemiste kansen en voortreffelijk spel van beide spelers. In de eerste partij stond ik duidelijk beter. De tweekamp was anders verlopen als ik die had gewonnen. Met de witte stukken creëerde ik te weinig, met zwart bleef ik ook op kritieke momenten overeind. Dan krijg je een tweekamp, waarin het verschil minimaal is.

‘Daarom vind ik een toernooi als in Wijk aan Zee veel boeiender dan een WK-tweekamp, waarin niet verliezen de voornaamste opdracht is. Ik werd welhaast gedwongen om te wachten op penalty’s, omdat ik die nooit mis. Het WK-format is allesbehalve ideaal om de schaakfans entertainment te bieden.’

De kritiek was meedogenloos nadat Carlsen bij een voordelige stelling in de twaalfde en laatst partij remise aanbood. Oud-wereldkampioen Gari Kasparov twitterde dat Carlsen zijn zenuwen niet in bedwang had. Vladimir Kramnik noemde het een wereldkampioen onwaardig om afbraakschaak te demonstreren. ‘Ach, ze hebben recht op hun domme mening’, counterde Carlsen in Londen.

In het spelershotel in Wijk aan Zee met uitzicht op de Noordzee kijkt hij naar zijn Deense secondant Peter Heine Nielsen. ‘Voor het eerst volgde ik de commentaren na de twaalfde partij. Ik was in een uitstekende stemming, de tiebreaks kwamen eraan. De vrouw van Peter zei: laat Magnus niet kijken naar al die negatieve opmerkingen op de sociale media.’ Heine Nielsen, lachend: ‘En wat deed Magnus?’

Carlsen: ‘Ik vond die uitspraken hoogst amusant. Iedereen heeft zijn eigen definitie van een groot kampioen. Maar mag ik zelf bepalen hoe ik het beste wereldkampioen kan worden? De regels lieten het toch toe? Het was niet heel moedig, ik probeerde geen held te zijn door te schitteren in de laatste partij. Je mag me zelfs een lafaard noemen. Maar hé, ik heb gewonnen. Ik ben opnieuw wereldkampioen. En ik accepteer dat mensen mijn houding veroordelen.’

Kun je de stagnatie in een match doorbreken met meer snelschaakpartijen?

‘Dat is zeker een goed idee, al denk ik ook aan meer dan twaalf partijen bij een WK-match. Nu wordt behoudend schaken snel lonend als het halverwege nog gelijk staat. Je kunt van mensen toch niet verlangen dat ze urenlang naar een schaakpartij kijken?

‘Een WK-match met meer dan twaalf partijen in een versneld speeltempo trekt meer publiek. Ik zeg niet dat we alle tradities overboord moeten gooien. Maar de schaakwereld is te conservatief, ik zie de huidige opzet niet snel veranderen. Ik hou ook van klassiek schaken, maar niet in het huidige concept bij het WK.’

Jij verandert moeiteloos van de marathonloper bij het klassieke schaken in de sprinter bij de vluggertjes van drie minuten.

‘Hoe sneller je schaakt, hoe minder je kunt rekenen. Dan komt het meer aan op intuïtie. Voor mij waren de snelschaakpartijen bij de WK-match een bevrijding na twaalf klassieke partijen, die vooral frustraties opriepen. Ik wandelde door een ander landschap, het was de ideale impuls om mijn volledige arsenaal te kunnen tonen.’

De Nederlandse grootmeester Anish Giri zei: niemand kan de stukken zo snel naar de juiste positie sturen als Magnus Carlsen.

‘Ik was klaar met dat klassieke schaken. Tegen Caruana kwam het aan op rapidpartijen van 25 minuten, met tien seconden extra per zet. Het is een mix van langzaam en snel schaken. Ik vind het moeilijker dan vluggeren. Ik heb het in rapid chess altijd moeilijk tegen mindere tegenstanders, bij het WK rapid begon ik nota bene met twee nederlagen. Toen was het toernooi voor mij al verloren.

‘Hoe sneller hoe leuker. Bij blitzpartijen van drie minuten voelt het als twee tegen één, ik met de klok tegen mijn tegenstander. Bam, bam, zetten doen. Als ik in vorm ben, raak ik zelfs bij het spelen van die vluggertjes niet in tijdnood.’

Je kunt de WK-match ook beginnen met snelschaken om twaalf remises uit te sluiten?

‘Nee, dat lijkt me geen goed idee. Sport moet naar een climax leiden, de tiebreak is de beslissende apotheose. Daar moet je niet mee beginnen. Maar wat is er mis met tiebreaks? Je moet als grootmeester meer kunnen laten zien dan je voorbereiding achter de computer om vervolgens solide te schaken zonder blunders.

‘Ik was misschien niet de betere, klassieke schaker dan Caruana. Maar ik heb wel getoond dat ik de betere allrounder ben. Er mag best meer worden gevraagd van de wereldkampioen.’

Je versloeg bij het WK blitz ook Giri. Hij zal het in Wijk aan Zee niet als vorig jaar op een tiebreak willen laten aankomen?

Carlsen, met een minzaam lachje: ‘Dat wil niemand tegen mij.’

Je zei in Londen dat je bij een nederlaag tegen Caruana wellicht je laatste WK-match had gespeeld. Overwoog je helemaal te stoppen, zoals je zuster Ellen suggereerde?

Carlsen, grijnzend: ‘Vraag het aan mijn secondant.’ Heine Nielsen: ‘Voor elke WK-tweekamp roept hij dat het de laatste is.’ Carlsen: ‘Het is bij mij telkens hetzelfde liedje. De druk is hoog, moet ik wel spelen om de wereldtitel of toch niet? Peter, geloofde je me niet?’ Heine Nielsen: ‘Deze keer was het serieus, dat klopt.’

Carlsen: ‘Diep in mijn hart vind ik het WK niks. Ik schaak niet voor de wereldtitel. Ik kom liever naar Wijk aan Zee, waar de druk minder groot is en ik in een gevarieerd deelnemersveld elke dag een andere tegenstander heb. In zo’n ambiance wil ik graag mooie partijen spelen. Toch heb ik nooit serieus overwogen om helemaal te stoppen met schaken, wel om me terug te trekken uit de WK-cyclus.’

Jij had alles te verliezen bij de WK-match. Maar liefst drie miljoen Noren in een land met ruim vijf miljoen inwoners volgden de tiebreak in Londen live op de Noorse televisie.

Carlsen: ‘Ik hoorde van veel mensen dat ik niet mocht verliezen. Ik besefte dat veel afhing van het behoud van mijn wereldtitel, zeker in Noorwegen. Maar ik weet nog niet of ik de volgende WK-match in 2020 wil spelen.

‘Ik ben benieuwd of het nieuwe bestuur van de wereldschaakbond Fide veranderingen durft door te voeren, want ik ben niet in de positie om een andere WK-cyclus op te stellen. Ik kan slechts mijn mening geven. De burgemeester van Oslo overweegt een bid voor de volgende WK-match. Het zou me een extra duwtje in de rug kunnen geven.’

Je zou niet de eerste twintiger zijn die in de sport vroegtijdig is opgebrand. De Zweedse tennislegende Björn Borg stopte op een leeftijd van 26 jaar.

Carlsen, lachend: ‘En zijn comeback werd een afgang. Maar ik kan me een carrière zonder wereldkampioenschap ook goed voorstellen. Ik heb alles gewonnen, ben al jarenlang nummer één van de wereld. Ik heb geen wereldtitel nodig om te bewijzen dat ik de beste ben.’

Van traag tot razendsnel schaak: klassiek, rapid, blitz, armageddon 

Klassiek
Bij Tata Steel Chess in Wijk aan Zee wordt vanaf zaterdag het klassieke speeltempo gehanteerd: 100 minuten voor de eerste 40 zetten, vervolgens 50 minuten voor 20 zetten en 15 minuten om de partij te voltooien. De ­spelers krijgen per zet 30 seconden extra bedenktijd.

Rapid
Bij de WK-tweekamp in november in Londen speelden Magnus Carlsen en ­Fabiano Caruana drie rapidpartijen nadat de partijen in het klassieke tempo in 12 remises waren geëindigd. Bij rapidschaak krijgen de spelers 25 minuten met 10 seconden extra bedenktijd per zet. De 28-jarige Noor won ze alle drie.

Bij het WK snelschaken in het ­Russische St.-Petersburg kende Carlsen vorige maand een valse start in de rapid­partijen van 15 minuten, met 10 seconden per zet. Hij verloor drie van zijn eerste acht partijen en eindigde als vijfde achter de Russische kampioen Doebov.

Blitz
Carlsen is superieur in het zogeheten blitzschaken: dat zijn vluggertjes van 3 minuten met 2 seconden extra per zet. Hij voert de wereldranglijst aan en bleef bij het WK blitz met een indrukwekkende score van 17 punten uit 21 partijen het Poolse talent Duda een half punt voor. Carlsen verloor geen enkele blitzpartij. Ook de Nederlander Anish Giri was kansloos tegen de beste snelschaker ter wereld. ‘Bij het snelschaken gaan de stukken van Carlsen binnen een seconde de goede kant op, echt indrukwekkend om te zien’, aldus Giri.

Armaggedon
Dit is de ultieme snelschaakvorm. De witspeler – door loting bepaald – krijgt 5 minuten bedenktijd, de speler met zwart heeft een minuut minder. Maar bij een ­remise is zwart de winnaar. Deze even gruwelijke als verlossende apotheose was tijdens de WK-match tussen Carlsen en Caruana geprogrammeerd voor het geval er een gelijke stand zou zijn na rapid- en blitzpotjes. Zo ver liet Carlsen het dus niet komen.