Direct naar artikelinhoud
ReportageDaklozen

Utrecht schreeuwt om woonruimte voor daklozen

Door krapte op de woningmarkt stokt de doorstroming van daklozen naar reguliere woonruimte in de regio Utrecht. Tijdelijke opvangplekken raken vol, waardoor steeds meer anderen aan hun lot zijn overgeleverd. Om het probleem te verhelpen zouden acuut duizend woningen nodig zijn.

Dakloze Bryan Crawford in de bibliotheek aan de leestafel in gesprek met andere bibliotheekbezoekers over zijn leven.Beeld Marcel van den Bergh

Achter een van de publieke computers in de openbare bibliotheek in Vianen beantwoordt Bryan Crawford (30) zijn mail. Koffie haalt hij uit de automaat bij de leestafel. Daar raakt hij deze vrijdagmiddag in gesprek met twee vrouwen die er een tijdschrift lezen. Alsof hij thuis is, zo soepel beweegt hij zich tussen de rekken boeken van het knusse bibliotheekfiliaal. Voor de dames achter de uitleenbalie is hij een bekende.

Wilt u dit verhaal liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.

Sinds Crawford, geworteld in Vianen, twee jaar geleden zijn woning kwijtraakte, is de bibliotheek een van de weinige plekken in zijn woonplaats waar hij overdag kan verblijven. Er is geen daklozenopvang in dit stadje aan de Lek (20 duizend inwoners), dat 1 januari is opgegaan in de fusiegemeente Vijfheerenlanden. Een uitkering aanvragen lukte Crawford niet in Vianen, want daarvoor heb je een woonadres nodig. En woonruimte vinden op eigen kracht is in deze regio welhaast onmogelijk, zelfs voor een krappe studentenkamer worden vele honderden euro’s gevraagd.

De woningschaarste in de regio Utrecht leidt tot meer dakloosheid, waarschuwt directeur Jules van Dam van De Tussenvoorziening, een grote Utrechtse maatschappelijke organisatie die dak- en thuislozen al 25 jaar onder dak en op weg helpt. Van Dam ziet hoe de voorzieningen voor bijvoorbeeld nachtopvang en tijdelijk verblijf ‘verstopt raken’ doordat te weinig daklozen doorstromen naar een woning. Gemeenten stellen volgens hem te weinig woningen beschikbaar voor mensen zonder dak boven hun hoofd. Zijn oproep: ‘Er zijn acuut duizend wooneenheden nodig om het probleem te verhelpen.’

Vele wachtenden

Crawford is een van de cliënten van De Tussenvoorziening die bang zijn om verder af te glijden zonder dak boven hun hoofd. Vijftien kleinere gemeenten zoals Vianen sturen ‘hun’ daklozen door naar de stad Utrecht, die als zogeheten centrumgemeente fungeert. Daar helpen gespecialiseerde organisaties hen weer op weg. Maar voor een tijdelijke opvangplek waar Crawford zou kunnen verblijven in afwachting van een woning, zijn er nog vele wachtenden.

Hoe anders zag het leven van Crawford eruit voordat hij in 2015 werd ontslagen bij de reorganisatie van een financiële instelling. ‘Als senior klantcontactmanager verdiende ik er wel 25 euro per uur.’ De huur van zijn appartement kon hij na zijn ontslag al snel niet meer betalen. Crawford trok weer bij zijn ouders in, maar die werden hem na verloop van tijd helemaal zat. Zeker toen hij diep in de schulden raakte, en er steeds meer deurwaarders aanbelden.

Crawford beklemtoont dat hij geen drank en drugs gebruikt, maar door pech en soms onverstandige keuzes tussen wal en schip is gevallen. Nu logeert hij bij vrienden en kennissen. Maar het einde van de gastvrijheid van zijn netwerk raakt in zicht. ‘Als ik eenmaal een woonadres heb, kan ik een uitkering aanvragen. En vanuit die rust kan ik weer op zoek naar werk.’

Dakloosheid neemt toe

Ooit waren daklozen veel zichtbaarder in Utrecht, met Hoog Catharijne als landelijke magneet voor drugsverslaafden. Dat beeld veranderde toen de gemeente begin deze eeuw woonvoorzieningen, zogenoemde hostels, beschikbaar stelde. ‘Dat heeft zowel daklozen als de stad veel goed gedaan’, zegt Tussenvoorziening-directeur Van Dam. Met de naweeën van de economische crisis en de toegenomen krapte op de huizenmarkt ziet Van Dam de dakloosheid weer toenemen. 

Om verder afglijden te voorkomen moeten daklozen volgens Van Dam zo snel mogelijk weer onderdak krijgen. ‘Veel van deze mensen zijn onzichtbaar omdat ze tot het uiterste een beroep doen op hun netwerk nadat ze bijvoorbeeld door een scheiding, ontslag of schulden hun huis zijn kwijtgeraakt. Door de hoge huur- en koopprijzen in deze regio, zelfs voor een kamer, is het lastig vanuit zo’n penibele situatie zelf huisvesting te regelen. Als de gemeenten niet genoeg woonruimte bieden, belanden meer mensen op straat.’

De Utrechtse wethouder Maarten van Ooijen (CU) erkent dat de doorstroming van daklozenvoorzieningen naar reguliere woonruimte is gestokt, al is de situatie volgens hem niet zo dramatisch als De Tussenvoorziening hem schetst. ‘Ook daklozen voelen de druk op de krappe woningmarkt.’

Schipperen

Het is een lastige afweging voor Utrecht, waar de wachttijd voor een sociale huurwoning voor reguliere woningzoekenden is opgelopen tot gemiddeld meer dan tien jaar. Vanaf 2015 nam het percentage woningen dat aan ‘urgenten’ wordt toegewezen toe tot 40 procent – vooral door de grote toeloop van vluchtelingen. Nu gaat een derde van de vrijgekomen woningen naar niet-reguliere woningzoekenden. ‘Het is schipperen’, zegt Van Ooijen. ‘Nu het aantal statushouders weer wat afneemt, kan er voor de dak- en thuislozen weer een schepje bovenop. Bij nieuwbouwprojecten reserveren we het liefst al vóór de bouw een aantal woningen voor dergelijke kwetsbare bewoners.’

Kunnen buurten met veel sociale woningbouw nog meer kwetsbare bewoners wel aan? Ja, denkt de wethouder, als de hulp aan huis goed geregeld is. ‘Als ze rustig wonen en goede hulp krijgen, zullen ze zich minder snel verward gedragen dan in de daklozenopvang.’

Daarbij zullen de kleinere gemeenten meer moeten doen voor daklozen, zegt Van Ooijen. Per 2021 vervalt het systeem dat grote centrumgemeenten zoals Utrecht de hoofdmoot van de hulpverlening in de regio voor hun rekening nemen. Van Ooijen heeft becijferd dat in de hele regio per jaar zo’n 600 woningen nodig zijn voor daklozen, waarvan 400 in de stad Utrecht. Tot nog toe heeft Utrecht verhoudingsgewijs veel op zich genomen. Voor de toekomst wil Van Ooijen scherpere afspraken maken over hoeveel daklozen elke gemeente gaat huisvesten.

Spook in het systeem

Een gemeentewoordvoerder van Vianen wil niet ingaan op specifieke gevallen, maar zegt dat Vianen wel degelijk ‘maatwerk’ biedt voor mensen in nood, en dat schrijnende gevallen in aanmerking komen voor een urgentieverklaring. Dat is niet hoe Crawford het heeft ervaren. ‘De gemeente Vianen heeft me totaal niet geholpen’, zegt hij. ‘In Utrecht geven ze daklozen bijvoorbeeld op het stadhuis meteen een adres, nodig voor de aanvraag van een uitkering. In Vianen loop ik tegen muren op. Terwijl dit mijn plek is, hier ben ik opgegroeid, hier wonen mijn vrienden.’

De gemeente Utrecht en de regiogemeenten zijn samen hard aan de slag om de opvang en de huisvesting van daklozen beter over de regio te verdelen, zegt wethouder Van Ooijen. Crawford merkt daar in de praktijk nog niets van, maar hij blijft hopen op een goede afloop. ‘Als ik eenmaal een huis heb, kan ik vooruit. Nu ben ik een spook in het systeem, ik besta niet. Het is puur overleven. En pas als ik een huis heb, kan ik misschien een vriendin vinden.’

Daklozen in Nederland

Er zijn ongeveer 30 duizend daklozen in Nederland, volgens de meest recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het zijn voornamelijk mannen (84 procent) en laagopgeleiden (65 procent). Bijna de helft van de daklozen heeft een niet-westerse achtergrond. Ongeveer 45 procent van het totale aantal daklozen bevindt zich in de vier grote steden. Het merendeel van degenen die dakloos worden had al langere tijd geen baan en leefde van een uitkering.