Direct naar artikelinhoud
ColumnSylvia Witteman

Kijk maar eens goed, mensen, hier staat gekke Henkie!

Kijk maar eens goed, mensen, hier staat gekke Henkie!

Sinds enige tijd doe ik mijn boodschappen bij de supermarkt met een zelfscanner, een bezigheid die mij zo langzamerhand tot waanzin drijft. Het is leuk om te doen, daar niet van. Die zelfscanner is een soort pistool; pure macht in je rechterhand. Daar komen nog die vrolijke bliepjes bij, plus dat fijne tsjing-katsjing-geluidje als je een bonusaanbieding te pakken hebt; sprekend de intro van Wordt u al geholpen?. Het gaat lekker snel ook, en het is betoverend dat de beveiligingspoortjes zomaar vanzelf opengaan als je je kassabon omhooghoudt.

Toch word ik er erg zenuwachtig van. Had ik dat kattenvoer nu wel of niet aangeslagen? Dat kun je op dat apparaatje zien, maar daar heb ik een leesbril voor nodig. Als je boodschappen gaat doen met een leesbril aan een touwtje om je nek sta je al met één been in het graf, dus dat verdom ik.

Ook word ik doodmoe van de zeurende aandrang om dingen te stelen. Kijk, die sappige, artisanale, in zijden bedjes tot glanzend wasdom geknuffelde rijkeluistomaten. 5 euro per pond. Tenzij ik ‘per ongeluk’ de streepjescode van een zak ordinaire uien scan, natuurlijk. 69 cent. Geen haan die er naar kraait... en wacht eens even, ik kan op deze fles port ook gewoon een losgepulkt stickertje van een afgeprijsd blik B-merkbier plakken. Die biefstuk kan best vermomd als burgermansbraadworst de boodschappentas in, en hop, ongezien langs die onbemande kassa...’, fluistert die haan, die nog steeds nergens naar kraait.

Ik doe het niet hoor. Telkens weer leg ik dat beest het zwijgen op en loop met een brandschoon geweten naar buiten. Af en toe, misschien een op de tien keer, verschijnt er een meisje dat bij wijze van steekproef een paar boodschappen uit mijn tas haalt en controleert. Dan beginnen mijn wangen te gloeien. Stel je voor dat ik, afgeleid door al dat gefrustreerde gepieker, tóch dat kattenvoer vergeten ben te scannen!

Maar telkens weer blijk ik de braafheid zelve. De afgelopen weken ben ik zelfs helemaal niet meer gecontroleerd. Voor honderden euro’s had ik kunnen jatten. Alle anderen doen het vast wél. Waarschijnlijk weet de supermarkt dat ook en hebben ze het verlies alvast verrekend in de prijzen van de boodschappen. En ik, laffe trut, maar de volle mep betalen.

Woedend stap ik dan naar buiten. Ja, kijk maar eens goed, mensen, hier staat gekke Henkie! De suffe doos die in haar eentje betaalt voor alle diefstallen van proletarisch winkelend Nederland!

Ik krijg zin in wraak op die supermarkt. Een lekkere, harde ramkraak. WHAM! Die hele grootgruttersgevel in puin. Heerlijk.

Maar ja, ik heb geen auto.