Direct naar artikelinhoud

Moord op broer zet kroongetuigenregeling onder druk

De moord op de broer van Nabil B., die belastende verklaringen heeft afgelegd over de onderwereldoorlog, zet de kroongetuigenregeling onder grote druk. 

en
Politie is aanwezig op de Tt. Melissaweg in Amsterdam-Noord waar bij een schietincident de 41-jarige Reduan B., de broer van de kroongetuige Nabil B. is doodgeschoten.Beeld anp

Nog geen etmaal nadat B.’s broer Reduan werd vermoord, evacueerde de politie in Den Haag volgens Omroep West een ander familielid van B., samen met diens gezin. Moet justitie wel kroongetuigen gebruiken als zij de veiligheid van onschuldige familieleden niet kan garanderen?

De moord op een familielid dat part noch deel heeft aan criminele activiteiten gold tot deze week vooral als een theoretische mogelijkheid. Sinds donderdag staan voor potentiële (kroon-)getuigen de seinen op rood. De liquidatie van Reduan is hoogstwaarschijnlijk het gevolg van een keuze van zijn broer Nabil.

B. die besloot te praten met justitie over figuren die een grote rol spelen in de onderwereldoorlog die in de volksmond bekend staat als de ‘Mocro-war’. In ruil voor zijn belastende verklaringen kreeg B. strafvermindering en werden hem en zijn familie bescherming aangeboden. Maar volgens het openbaar ministerie wilde Reduan (41), die nog nooit met justitie in aanraking was geweest, slechts beperkt gebruikmaken van die bescherming. Dat zou hem nu fataal zijn geworden.

Justitie is verplicht de veiligheid van kroongetuigen en hun naasten te bewaken en maakt om die reden voor elke deal een inschatting van de situatie. Tegelijk mogen getuigen en hun familieleden beveiliging weigeren, zelfs als ze op een dodenlijst staan en hun leven rechtstreeks gevaar loopt.

Onschuldig

Maar zelfs als familieleden wel bescherming aanvaarden, is het maar de vraag of justitie in staat is hen te beschermen tegen de groepen criminelen die nu tegen elkaar strijden. Die hebben laten zien geen grenzen te kennen en onschuldige slachtoffers niet te schuwen. 

Volgens emeritus hoogleraar strafrecht Theo de Roos van de Universiteit van Tilburg moet het OM zich vanwege de liquidatie van Reduan beraden op de inzet van kroongetuigen. ‘Misschien dat je een kroongetuige in minder moorddadige zaken nog wel kunt blijven gebruiken. Maar in de Mocro-war is sprake van zo’n extreme gewelddadigheid, die jongens deinzen nergens voor terug.’

Voor het OM staat de kroongetuigenregeling niet ter discussie. Officier van justitie Wouter Bos benadrukte donderdag in tv-programma De Raadkamer dat hij de regeling juist wil uitbreiden en aantrekkelijker wil maken. ‘Om ervoor te zorgen dat mensen die stap nog sneller gaan zetten. Om te voorkomen dat er nog meer moorden worden gepleegd.’

Voor beide redeneringen valt iets te zeggen, meent hoogleraar strafrecht aan de Universiteit Leiden Jan Crijns. ‘Je kunt zeggen: het gebruik van zo’n kroongetuige kan zulke verstrekkende gevolgen hebben, dat moet je niet willen. Maar je kunt ook zeggen: als criminelen bereid zijn om zo ver te gaan dat ze onschuldigen vermoorden, moet je alle middelen die je hebt gebruiken om ze te bestrijden.’

Onaantastbaar

Criminelen zullen in de toekomst niet snel meer kroongetuige willen worden, zeggen drie deskundigen tegen de Volkskrant. Justitie hoopte vorige week bij de aankondiging van de deal met kroongetuige B. juist het tegenovergestelde te bewerkstelligen. ‘Opdrachtgevers zijn niet onaantastbaar’, zei de officier van justitie toen tijdens een zitting. En: ‘Wanneer je in dit milieu bent beland, kun je er wél uit.’

De moord op Reduan plaatst die laatste stelling van het OM in een wrang daglicht. ‘Potentiële kroongetuigen zullen voortaan wel twee keer nadenken’, zegt advocaat Sander Janssen, die promoveerde op het fenomeen kroongetuigen. ‘Dit zal bij mensen in hun hoofd gaan zitten. En dat is ook precies de bedoeling van degenen die hierachter zitten.’

Janssen zou het begrijpen als justitie niet wil inbinden. ‘Als je nu zou besluiten dat je niet langer met kroongetuigen wilt werken, omdat criminelen ertoe in staat zijn onschuldige familieleden te vermoorden, dan buig je voor geweld.’