Direct naar artikelinhoud
muziekdirigent François-Xavier Roth

De tovenaarsoren van dirigent François-Xavier Roth

François-Xavier Roth.Beeld Erik Smits

Aan de oren van de Franse dirigent François-Xavier Roth (47) valt niets te zien. Alledaagse oren lijken het, aan weerszijden van een robuuste kop. Half januari, bij een soundcheck in het Haagse Zuiderstrandtheater, doen ze wat dirigentenoren doorgaans doen: ze wikken en wegen. ‘Fluit, wat milder graag. Contrabas, steviger grommen.’

Maar de oren van Roth zijn geen gewone oren, het zijn tovenaarsoren. Vijf, zes jaar geleden begon het op te vallen. In recensies van cd’s en concerten doken steevast dezelfde woorden op. Timbre, colour, Farbe, klankkleur. Roth vernevelde Debussy. Roth wreef Berlioz rozig op. Roth liet Stravinsky gloeien.

Topclubs begonnen te hengelen naar die oren, het Koninklijk Concertgebouworkest incluis. En daarom stapt Roth woensdag in Amsterdam voor zijn tweede gastdirectie op de bok. En óf hij ernaar uitkijkt, zegt de dirigent in onweerstaanbaar franglais. ‘Hun open mind, de flexibilitý!’

Roth een klankmagiër? ‘Ik doe er niet speciaal moeite voor’, zegt hij in zijn Haagse kleedkamer. ‘Maar nu ik erover nadenk: misschien vloeit die aandacht voor timbre voort uit de Franse muziekcultuur. Daarin is klankkleur essentieel.’

En dat al eeuwen. Duitse componisten schrijven bij voorkeur betogen met een kop en een staart. De Fransen kunnen zich verliezen in pure klanklust, van Jean-Philippe Rameau in de pruikentijd tot de modernist Pierre Boulez.

‘In mijn geval komt er nog iets bij’, zegt Roth. ‘Mijn orkest Les Siècles speelt alle muziek op de bijpassende, historische instrumenten. Mozart op 18de-eeuwse, Berlioz op 19de-eeuwse, Debussy op die van omstreeks 1900. Het timbre verschilt van periode tot periode en zo wordt klankkleur vanzelf een kwaliteit die opvalt.’

Melden sommige dirigenten zich al voor hun 30ste met bombarie, François-Xavier Roth behoort tot de aansluipers. Jarenlang werkte hij in gescheiden circuits. Hier boog hij zich over de barok, daar dirigeerde hij romantische symfonieën, elders hielp hij nieuw werk de wereld in. Gevolg: ‘Niemand had het overzicht, overal werd ik gevraagd voor ander repertoire. Het heeft mijn orkestcarrière vertraagd.’

Wat versnippering lijkt, vormt tegenwoordig zijn kracht. Roth kun je overal voor vragen. In zijn voorraadkast liggen vier eeuwen repertoire opgestapeld, naar wens te spelen op hedendaagse of authentieke instrumenten. Dat is uniek, in Nederland heb je er algauw drie verschillende dirigenten voor nodig: Ton Koopman voor de oude muziek, Reinbert de Leeuw voor de nieuwste noten, Jaap van Zweden voor de zee aan symfonieën en opera’s ertussen.

François-Xavier Roth.

‘Waarom zou ik me specialiseren?’, zegt Roth. ‘Mozart is me net zo dierbaar als Ravel. En ik snak ernaar in contact te blijven met de avant-garde.’

Roths naam kwam snel bovendrijven toen het Koninklijk Concertgebouworkest vervangers zocht voor de in augustus heengezonden chef Gatti. Hij neemt een programma over met Beethovens Vijfde pianoconcert en het symfonische gedicht Ein Heldenleben van Richard Strauss.

In Beethoven, zegt Roth, zal hij zijn kleurtroeven niet uitspelen. ‘Het klankaspect interesseerde Beethoven amper. Zijn muziek gaat over andere zaken, zoals jongleren met muzikale thema’s, of het uitventen van humanistische idealen.’

De utopie van ‘Alle Menschen werden Brüder’ was dan weer niet besteed aan Richard Strauss. Deze Beierse virtuoos pronkte rond 1900 liever met zijn eigen voortreffelijkheid. Ein Heldenleben heet het staaltje zelfverheerlijking dat hij opdroeg aan het Concertgebouworkest en zijn toenmalige chef Willem Mengelberg.

Ein Heldenleben behoort tot de afwisselendste en verrassendste orkestwerken ooit geschreven’, zegt Roth. ‘Het is overrompelende, hyperactieve muziek. Ik moet altijd denken aan zo’n bioscoop met bewegende stoelen en rondomgeluid.’

Het is bovendien een Amsterdams lijfstuk. Sinds de première in 1899 heeft het Concertgebouworkest het onder de grootste dirigenten gespeeld. ‘Geen idee of ik iets kan toevoegen’, zegt Roth. ‘Het wordt in elk geval geen Strauss volgens de traditie die je maar al te vaak hoort, met een brallerig orkest dat elk detail plat walst.’

Ein Heldenleben dampt van kleur, François-Xavier Roth kan zijn tovenaarskunst botvieren. ‘Timbre is een vorm van magie waarmee een dirigent zich kan onderscheiden. Het valt niet te vatten in woord of gebaar, je kunt het hooguit suggereren. En dan maar hopen dat een orkest van kleur verschiet.’

Beethoven en Strauss, door het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. François-Xavier Roth, met Pierre-Laurent Aimard (piano). Amsterdam, Concertgebouw, 30 en 31/1, 1/2 (alleen Strauss).

CV

Dirigent François-Xavier Roth (47)

1971 geboren in Neuilly-sur-Seine (bij Parijs), studeert fluit en orkestdirectie

2000 wint de Donatella Flick Conducting Competition in Londen

2003 richt het orkest Les Siècles op, dat muziek uit vier eeuwen speelt op bijpassende instrumenten

2011-2016 chef van het Duitse SWR Symphonyorchester

2015 chef van het operahuis en het Gürzenich-Orchester in Keulen

2017 aangesteld als eerste gastdirigent van het London Symphony Orchestra

François-Xavier Roth neemt op voor het Franse label Harmonia Mundi. Hij won veel prijzen, waaronder een Edison voor Le sacre du printemps van Igor Stravinsky.