Direct naar artikelinhoud
ColumnWillem Vissers

Doe als Paulien van Deutekom deed, treed de sportwereld tegemoet met een lach

Mark Tuitert voelde dat zijn stem ging breken toen hij op de radio zijn requiem voor de jong gestorven oud-schaatsster Paulien van Deutekom (37) uitsprak. Hij wist waar de laatste punt van zijn ode stond en versnelde lichtjes naar het einde toe, om emotioneel uitgeput de streep te passeren.

Tegen de wind in, de wind die tranen in zijn ogen blies, sprak hij prachtige woorden. Vooral de strofe dat Van Deutekom de wereld tegemoet trad met een lach, bleef hangen. Het schaatsen had haar veel gebracht. Prijzen, maar vooral wijze lessen en vriendschappen.

Een mooi verhaal over jeugdvoetbal in NRC van zaterdag draait om Sven van Pijkeren, een jongetje van 10 dat langzaam zijn liefde voor voetbal verloor door alle verplichtingen bij PSV, dat hem als piepkuiken ontdekte en in de opleiding onderbracht.

Wie zich geregeld op de amateurvelden begeeft, kent ze vast: ventjes van drie turven hoog, verdomd handig met de bal en al in de belangstelling van echte profclubs. Overal zijn scouts. Als iets in Nederland in kaart is gebracht, is het de staalkaart van talent. De Algemene Inlichtingen- en Voetbaldienst wil niets en niemand verloren laten gaan voor de industrie voetbal, hoe weinig op die leeftijd ook te zeggen valt over het rendement van de stroperij.

Ja natuurlijk, prof worden is de droom van al die drie-turven-hoog-jongetjes. De vraag is alleen welke de ideale weg is naar de voetbalhemel. Trainen bij een profclub. Weg bij vriendjes. Altijd serieus. Altijd op de tenen lopen, terwijl ze in emotioneel opzicht smurfen zijn. Een halve dag in de auto voor wedstrijden tegen andere profclubs. Huiswerk mee. De ouder maakt filmpjes in de tuin en stuurt ze naar de groepsapp van het team. Meedoen moet. Altijd meedoen.

Ouders ontkennen dat hun andere kinderen aandacht tekortkomen. Vervolgens de afvallers, de tranen, de mentale tik. Ook de kleine Sven zag het plezier in het spel langzaam doven. Hij ging met buikpijn naar de training. Hij vergat expres spullen in zijn tas te stoppen. Tegenwoordig voetbalt hij onbekommerd bij Arnhemse Boys, met belangstelling voor freerunnen.

Zo gaat het met duizenden kinderen. Menigeen is al verloren voor de sport, als de sport nog een spel is. En hoe vaak hoor je niet van de sporter op latere leeftijd die alles heeft opgeofferd voor dat ene, uiteindelijk mislukte toernooi, en zich hardop afvraagt of dit resultaat alle inspanningen waard is geweest?

Misschien is het bij het ochtendgloren van 2019 een voornemen, een les desnoods, voor al die miljoenen sporters in sportland Nederland, met zijn soms bijna ongezonde fixatie voor medailles. Doe het niet voor trainers, ouders, mogelijke roem of geld. Doe het voor jezelf. Alleen voor jezelf, of althans, vooral voor jezelf. Gewoon, omdat sport leuk is of fijn, gezond en ontspannend.

Kijk af en toe in de spiegel, naar de gelukstrekken op je gezicht. Doe als Paulien van Deutekom deed, door de sportwereld tegemoet te treden met een lach.