Direct naar artikelinhoud
InterviewJos Wienen, burgemeester van Haarlem

Bedreigd en permanent beveiligd: ‘Ik ben nu vaak alleen’

Jos Wienen met de beveiligers bij het stadhuis van Haarlem. ‘Ik heb de criminaliteit echt niet nodig om dit ambt te vullen.’Beeld Simon Lenskens

De Machiavelliprijs gaat dit jaar naar ‘de bedreigde burgemeester’. De jury van de jaarlijkse prijs voor een opmerkelijke prestatie in publieke communicatie doet daarmee ‘een aanklacht tegen dit fenomeen dat de wortels van onze democratie aantast’. Namens de groep bedreigde burgemeester zal Jos Wienen, burgemeester van Haarlem, de prijs volgende maand in ontvangst nemen. De Volkskrant sprak Wienen eind december over zijn leven tussen de beveiligers. ‘Ik ben nu vaak alleen.’

Ogenschijnlijk ­onaangedaan laat de burgemeester zich al bijna vier maanden lang vergezellen door persoonlijke beveiligers. Mannen en vrouwen met spiedende blikken gaan hem voor als hij het stadhuis verlaat en openen het portier van de dienstauto. Op de inpandige trap die naar de burgemeesterskamer voert, gaan de mannen voorop.

Mannen die allemaal op elkaar lijken, in onberispelijke kostuums, met daaronder iets onzichtbaars weggestopt. Mannen met draadjes die vanonder de boord van hun overhemd omhoogkruipen naar het oor. De burgemeester weet zich voortdurend door hen omringd.

Als de burgemeester ’s avonds naar zijn niet nader te noemen onderduikadres gaat – slapen in de eigen ­woning aan een gracht in de binnenstad zit er al een tijdje niet meer in – leveren de mannen hem daar af.

Nee, een echt hechte band krijgt hij niet met ze want om de zoveel tijd wordt de een voor de ander ingewisseld. ‘Dat is standaard beleid’, weet Jos Wienen (58), burgemeester van Haarlem. Dit is hem ook nog eens door justitie verteld, trouwens ook door collega-burgemeesters die onderwerp zijn geweest van persoonlijke beveiliging.

Wienen, lid van het CDA, hij studeerde geschiedenis en theologie, ­ondergaat het allemaal gelaten. Het is niet anders, verzucht hij. Hij omschrijft zichzelf als ‘nuchter’. Dat is hij in meerdere opzichten. Deze middag in de feestperiode wachten twee klassieke burgemeesters­-taken waarvoor de ambtsketen omgaat. Een eventueel glaasje bij het 65 jaar getrouwde echtpaar of bij de Haarlemse ingezetene die een lintje krijgt opgespeld, slaat hij af. Tenzij ­alcoholvrij.

Geïnspireerd op de jaarlijkse verkiezing van het Amerikaanse opinieblad Time heeft Elseviers Weekblad de burgemeester deze maand tot ‘Nederlander van het jaar 2018’ uitgeroepen. Dé burgemeester, wel te verstaan. Met de bedreigde Jos Wienen min of meer als uithangbord.

Weet u de dag nog dat u voor het eerst over de bedreiging te horen kreeg?

‘Ja, dat kan ik me wel herinneren. Ik meen 6 september. Het was ’s avonds heel laat. Ik was thuis.’

Dan wordt er bij u aangebeld en...

‘Nou, dat kan ik wel vertellen. De politie deelde het me mee. Sommige dingen kan ik niet vertellen. Niet dat ik veel weet. Informatie over de bedreiging komt terecht bij de hoofdofficier van justitie en die maakt, in overleg met de politie, een beoordeling en treft maatregelen die hij nodig vindt. Ik krijg die informatie niet.’

U heeft nog steeds geen idee wie het op u heeft voorzien?

‘Nee. De informatie wordt niet met mij gedeeld. Dat is de procedure.’

Er wordt volop gespeculeerd over Hells Angels tegen wie u bent opgetreden in een zaak die ook tot veroordelingen heeft geleid. Mensen achter drugspanden die u heeft gesloten.

‘Iedereen heeft zo zijn ideeën, ik ook. Maar officieel weet ik van niks. Nogmaals, dat is de procedure.’

Jos Wienen, sinds september 2016 burgemeester van Haarlem, was tot op zekere hoogte vertrouwd met die procedure. Voorheen was hij burgemeester van Katwijk, vijftien jaar achtereen. In die tijd is hij ook niet altijd en overal met alle egards behandeld. Zijn optreden ­tegen uitgaansoverlast en tegen drugsgebruik en -handel werd hem niet door eenieder in dank afgenomen.

‘In Katwijk ben ik een keer heel rechtstreeks en concreet met de dood bedreigd. Door een drugshandelaar, die is nog dezelfde dag opgepakt. Als je zo precies weet waar het vandaan komt, dan wordt er ook direct ingegrepen. Dat is wel zo prettig. Persoonsbeveiliging was toen niet ­nodig.’

Gebruikers van sociale media hadden het vooral op hem voorzien toen hij een paar jaar geleden, op het hoogtepunt van de vluchtelingenstroom, vaak naar buiten trad als voorzitter van de asielcommissie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Wienen moest maar ‘met een steen om zijn hals in zee geworpen worden’.

Mooi beroep heeft u. Maakt u zelf gebruik van sociale media?

‘Ik ga graag het gesprek aan, maar als het tot een stroom van negativisme leidt, waarin dingen worden beweerd die kant noch wal raken, dan houdt het voor mij op. Die effecten maken dat ik zelf heel terughoudend ben met sociale media…’

Waarom moet u nu ineens ­lachen?

‘…Ja sorry, ik vind het soms ook wel ­komisch. Hoe mensen naar woorden zoeken om… Je bent een vuile hond! Nee, nee, je bent een schurftige hond die het nog niet waard is om doodgetrapt te worden. Het is heel treurig dat het gebeurt. Maar het heeft bijna komisch trekjes hoe creatief mensen zijn in het zoeken van scheldwoorden.’

Heeft u veel contact met collega-burgemeesters die vergelijkbare ervaringen hebben? Sommigen moesten zelfs in het buitenland onderduiken.

‘Je kunt, als je dat wilt, via ons Genootschap van Burgemeesters contacten leggen met collega’s die hetzelfde is overkomen. Op dit moment zijn er, gelukkig, geen burgemeesters die meemaken wat ik meemaak. En elke situatie is weer anders. Ik heb direct de keus gemaakt: ik ga niet stoppen met werken en ik ga ook niet naar het buitenland of anderszins uit beeld.’

Is dat laatste u wel aangedragen?

(Aarzelend) ‘Mmwja… Laat ik het zo zeggen: er is gezegd dat dat misschien het beste of handigste zou zijn. Maar goed, ik heb een andere afweging gemaakt.’

Voelt u zich ernstig beknot in wat u wel en niet kunt doen?

‘Je bent op twee manieren beknot. Het eerste is dat ik hier in de stad niet gewoon kan rondlopen. Dat is toch een van de leuke dingen van bestuurder zijn. Niet in die ivoren toren zitten, maar gewoon op straat een praatje maken. Mijn woning is hier dichtbij. Ik wandelde of fietste altijd naar het werk. Het tweede is dat je dus niet meer thuis woont.

‘Je mist je eigen spullen om je heen. Mijn boeken. En je bent nu vaak alleen. Mijn vier kinderen woonden al niet meer thuis. Mijn partner komt naar waar ik nu zit, maar niet permanent. Dus ik ben vaak alleen. Niet dat ik nu totaal geïsoleerd leef. Ik kom heus wel bij vrienden en familie. Als ik ergens naartoe wil, dan wordt dat gewoon mogelijk gemaakt door de beveiliging. Dat gaat er heel professioneel aan toe.’

U heeft er wel van moeten afzien om Sinterklaas te ontvangen.

‘Van de beveiliging had ik hem best mogen verwelkomen, maar ik heb er zelf van afgezien. Als ik daarnaartoe had gewild, dan had de politie gezegd: dat is best, maar we zetten wel een paar zwaarbewapende mensen om je heen. Dan denk ik: kom op, dit is een kinderfeest. Ik vind het al erg genoeg dat daaromheen al zo veel gedoe is.’

Dat u onder beperkingen leeft, heeft ook gevolgen voor uw contacten met raadsleden. Een aantal zei de onderonsjes te missen, het informele overleg. Even op het terras of zo.

‘Dat klopt. Ik mis het ook. Alles moet je organiseren, alles moet van tevoren gepland zijn. Als ik nu even een broodje wil gaan halen, dan moet dat eerst overlegd worden en gaat er ­iemand met me mee. Het is niet zo dat ik nu van binnen denk of voel: ‘O, wat verschrikkelijk allemaal, laat ik maar een pokerface opzetten. Het is nu gewoon even zo, het is niet anders.’

Even? U wordt al maanden beveiligd.

‘Geen idee hoelang het nog gaat ­duren. Dat geef je gewoon uit handen. Ik kom de hoofdofficier uiteraard geregeld tegen. Maar ik ga echt niet vragen: heb je nog nieuws, heb je nog nieuws?’

Eigenlijk is het wonderlijk. U gaat zelf over veiligheid en de open­bare orde en in dit geval geeft u alles uit handen. Wringt dat niet een beetje?

‘Nee, wat ik soms wel heb, is een zekere mate van opgelatenheid. Zo van: tjonge, tjonge, al die mensen die voor jouw beveiliging in touw zijn. Als ik hier ’s avonds na een vergadering nog iets drink, dan zijn er een heleboel mensen die daarop moeten wachten. Als ik nou gewoon naar huis ga, dan kunnen zij ook naar huis.’

Dat klinkt bijna schuldbewust. U bent een gelovig mens, u heeft theologie gestudeerd. Heeft u in deze bijzondere periode iets aan uw geloof?

‘Dat heb ik altijd. Ik heb het besef dat mijn leven in hoger hand is, namelijk in Gods hand. Dat maakt mij heel rustig. En geeft mij vertrouwen dat het zo goed is en ook goed komt. Niet in de zin van dat ik nu zeker weet dat mij niks zal overkomen, dat zou onder de omstandigheden wel merkwaardig zijn als ik dat zou vinden, maar ik weet dat ik niet uit de hand van God val.’

In burgemeesterskringen wordt juist vanwege bedreigingen een debat gevoerd over de vraag of de burgemeester zich wel zo manifest als een crimefighter moet opstellen. Het is onmiskenbaar zo dat er op het gebied van veiligheid en openbare orde steeds meer taken voor burgemeesters bij zijn gekomen. Hoe staat u in dat debat?

‘De focus in deze discussie is, overigens ook bij veel nieuwsmedia, veel te veel op de criminaliteit gericht. Wij hebben in Nederland functionarissen gekregen die verantwoordelijkheid hebben voor de openbare orde en de veiligheid. Dat is al sinds de Gemeentewet van 1851 zo en dat is prima geregeld.

‘Soms moet er gewoon worden ingegrepen, dat vragen burgers terecht van je. Ik noem maar een paar dingen: voetbalrellen, uitgaansgeweld, ver reikende overlast in je woonomgeving. Om dan als burgemeester te zeggen: weet je wat, je hebt last, vervelend, maar ik kan niks voor je doen. Ga maar naar justitie. Dat lijkt mij nou niet de juiste weg. Wij burgemeesters hebben bepaalde bevoegdheden en kunnen op basis van het bestuursrecht snel handelen.’

Toch kleven er gevaren aan. U kunt panden sluiten op basis van verdenkingen, mensen gebiedsverboden opleggen zonder...

‘… Alles op basis van wetgeving. En onder democratische controle van de gemeenteraad. Je gaat heus niet willekeurig met je bevoegdheden om. Een rechter kan ze toetsen. Als iemand vindt dat ik te ver ben gegaan, dan kan hij of zij naar de rechter stappen.

‘Je kunt wel alles op het bordje van justitie leggen, maar kijk eens hoe overbelast het Openbaar Ministerie is. Je hoort nu ook zeggen dat een burgemeester kwetsbaar is omdat de functie met zich meebrengt dat je een publieke figuur bent, zichtbaar, aanraakbaar. Officieren van justitie kunnen ook bedreigd worden, dat maken we toch mee?’

De burgemeester moet nooit ­toegeven?

‘We moeten niet de indruk wekken dat als iets een beetje lastig wordt of riskant, dat dan de burgemeester maar een stapje terug doet. Ik heb bepaalde bevoegdheden en daar maak ik ook gebruik van. Gisteren nog.’

Wat dan?

‘Bij een woning wordt ingebroken. De politie constateert dat daar wapens in huis zijn. Veel geld. Drugs. Kortom, criminaliteit rondom dat huis. Dan kun je zeggen: dat moet later maar eens door de rechter worden bekeken. Je kunt ook zeggen: dit kan zo niet doorgaan. Ik sluit dat huis, die bevoegdheid heb ik. En dat heb ik ook gedaan.’

Zij die vinden dat een burgemeester zich wat terughoudender zou moeten opstellen, zinspelen er ook wel­eens op dat er misschien geldingsdrang, ijdelheid in het spel is. De burgemeester die nog iets anders wil dan voornamelijk representatieve klusjes klaren.

‘Bij mij speelt dat geen rol. En ik vind het overigens ook een miskenning van de veelzijdigheid van ons ambt. Ik denk dat ik hooguit één keer per jaar een lintje doorknip. Ik heb de criminaliteit echt niet nodig om dit ambt te vullen. De behoefte om te profileren speelt bij mij niet. Wel de behoefte om aanspreekbaar te zijn, om iets voor de burgers te doen op het moment dat het nodig is.’

Bij de Haarlemse burgers valt dat kennelijk goed, zo kan geconcludeerd worden uit het burgerinitiatief om hem publiekelijk te steunen. Halverwege oktober kwamen honderden Haarlemmers naar de Grote Markt om Wienen kenbaar te maken dat hij niet alleen staat.

Nu, op diezelfde Grote Markt, is altijd bekend wanneer de burgemeester in het stadhuis aanwezig is. Rondom dat stadhuis staan dan vier politiebusjes. Voor eenieder zichtbaar worden diverse toegangen tot het stadhuis bewaakt door zwaarbewapende politiemensen.

Het blijft een gek gezicht en hoelang nog? U bent er niet op uit om overal vrienden te maken, zegt u. Er zijn grenzen aan de ‘permissive society’?

‘Zeker. Ik weet dat historicus Herman Pleij nu door het land trekt met een mooie lezing waarin hij zegt dat dé ­Nederlandse wapenspreuk is: dat moet kunnen. Ik denk dat er maar heel weinig Nederlanders zijn die vinden dat bedreigingen en intimidatie moeten kunnen.’

Kunt u in deze tijd van het jaar nog wat leuks doen met uw partner en uw kinderen? Of wordt dan meegewogen of u hen in gevaar brengt?

‘Laat ik daar nou eens niks over zeggen.’

cv

Jos Wienen

1960 Geboren in Ridderkerk

1984 Kandidaats examen theologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht

1986 Gemeenteraadslid namens het CDA in Ridderkerk

1988 Doctoraal examen geschiedenis Rijksuniversiteit van Utrecht

1993 Wethouder Ridderkerk

2001 Burgemeester Katwijk

2016 Burgemeester Haarlem

Jos Wienen is ­getrouwd en heeft vier kinderen.