Direct naar artikelinhoud

Monnikenwerk zit erop: alle slachtoffers Westerbork nu handgeschreven op 29 megaposters

Anderhalf jaar lang zat kunstenaar Bart Domburg op de grond met enorme vellen papier, fineliner in de hand, de laptop naast hem, onder de knieën ter bescherming een stuk noppenfolie.

Kunstenaar Bart Domburg, op de grond werkend aan zijn namenproject.Beeld Sake Elzinga

Vijf tot zeven dagen per week schreef hij door, acht uur per dag, naam voor naam: Aron Baruch, vierenzeventig jaar, Bernhard Baruch negenendertig jaar, Betje Baruch negen jaar, Carolina Baruch, vierenzestig jaar. Hij schreef tot zijn fineliner opraakte en de tekst vervaagde, om daarna een nieuwe stift te pakken.

Nu, na ruim drieduizend uur werk, hangen er in het herinneringscentrum van kamp Westerbork 29 vellen van anderhalf bij bijna drie meter, waarop alle 102 duizend slachtoffers staan die tussen juli 1942 en september 1944 werden gedeporteerd naar de concentratiekampen en daar werden vermoord. Zoveel kinderen, mannen, vrouwen, hoogbejaarden die in 93 volgepropte treinen hun dood tegemoet gingen, er is geen voorstelling van te maken, zegt Domburg. 'Een getal van 102 duizend is abstract, bijna klinisch. Door ze allemaal op te schrijven wil ik zichtbaar maken hoe onvoorstelbaar veel mensen dat zijn.'

De conservator van het herinneringscentrum bij de vellen met namen.Beeld Harry Cock / De Volkskrant

Als vrijdag de expositie wordt geopend, ligt er ook een boek waar al die namen in staan: vuistdik, 2100 pagina's in omvang.

Het geschreven monument is het sluitstuk van een jarenlange zoektocht waarbij onderzoekers van Westerbork hebben getracht om van alle gedeporteerden de juiste gegevens te achterhalen. Dertien jaar geleden begon het herinneringscentrum met het voorlezen van de namen van alle gedeporteerde en vermoorde Joden, zes dagen en vijf nachten achtereen, en de vele reacties die daarop volgden, maakte duidelijk dat de lijst te veel gebreken bevatte: namen klopten niet, transportdata waren verkeerd waardoor overlijdensdata niet klopten, er zaten mensen tussen die nooit waren doodverklaard of die achteraf nog in leven bleken. Door de gegevens op de transportlijsten te verifiëren in tal van andere binnen- en buitenlandse archieven konden bijna alle fouten worden hersteld. Achterin het boek staan nog zeven namen waar onduidelijkheid over bestaat, zegt Westerbork-directeur Dirk Mulder. 'Of we nu 100 procent zekerheid hebben, is de vraag, ik vermoed dat er aanvullingen blijven volgen. Maar we komen heel dichtbij.'

Of we nu 100 procent zekerheid hebben, is de vraag, ik vermoed dat er aanvullingen blijven volgen. Maar we komen heel dichtbij
Westerbork-directeur Dirk Mulder

Alle namen bij elkaar

Toen Mulder deze week door de zaal liep waar alle handgeschreven namen om hem heen hingen, raakte hij toch een beetje geëmotioneerd, vertelt hij.  'Ik werk hier al bijna 35 jaar, ik ken het aantal slachtoffers dat is weggevoerd, maar nu zag ik in een oogopslag alle namen bij elkaar. Dan realiseer je je opeens: man wat zijn dat er veel. Dat raakt me, door de omvang en de individualiteit.'

Het werk van kunstenaar Domburg bestaat de laatste jaren uit lange reeksen teksten op papier. Vier jaar geleden schreef hij de vele duizenden adressen op van alle Joodse families die in 1941 in Amsterdam stonden geregistreerd, en van wie de meesten zijn weggevoerd. Op dat werk, dat werd aangekocht door het Joods Historisch Museum, kreeg hij zoveel reacties dat hij zich realiseerde wat het effect was van die 'ogenschijnlijk doodsimpele techniek' van pen, papier en handschrift: in een tijd waarin iedereen een toetsenbord gebruikt, betekent een handgeschreven verhaal een veel krachtiger eerbetoon. 'Toen hoorde ik van het namen lezen in Westerbork en bedacht ik me dat het heel mooi zou zijn om ze allemaal op te schrijven, zonder me te realiseren wat een klus dat zou zijn.' Eenmaal bezig, benaderde hij Westerbork. Twee medewerkers kwamen kijken in zijn Amsterdamse atelier en waren onmiddellijk enthousiast.

Als vrijdag de expositie wordt geopend, ligt er ook een boek waar al die namen in staan: vuistdik, 2100 pagina's in omvangBeeld Harry Cock / De Volkskrant
Ik werk hier al bijna 35 jaar, ik ken het aantal slachtoffers dat is weggevoerd, maar nu zag ik in een oogopslag alle namen bij elkaar
Westerbork-directeur Dirk Mulder

In de anderhalf jaar tijd dat hij op de grond lag, omgeven door een groeiende lijst met namen, wisselden de emoties elkaar af. 'Ik heb bij elke naam de leeftijd vermeld, en dan zie je zo sterk het ongenadige van die machinerie. Van baby's tot een man van 98, ze gingen allemaal.' Hij herinnert zich de familie Van der Kar, vijfhonderd namen, allemaal weggevoerd. 'Er kwam tijdens het schrijven geen einde aan, ongelooflijk.'

'Het is de perfectie en de perversie tegelijk. De perfectie van de machinerie, de perversie om mensen op grond van hun ras de dood in te jagen. Ik betrapte mezelf erop dat ik na verloop van tijd momenten van onverschilligheid ervoer. Dan dacht ik na een dag: zo, ik heb weer 450 namen geschreven, morgen verder. Opeens realiseerde ik me dat dit weleens een belangrijk aspect kan zijn geweest van de machinerie. Het zijn zoveel mensen dat je er vanzelf onverschillig van wordt. Een rare gewaarwording, ik schrok er bijna van.'

In de avond van 20 juni vorig jaar kwam hij toe aan het einde van de lijst maar met de voltooiing wachtte hij een paar uur. Een seconde na middernacht noteerde hij de allerlaatste naam: Heinrich Zysmanowicz, negentien jaar. Zo rondde hij zijn project af op de langste dag van het jaar, omdat al die namen om hem heen ooit aan de langste reis van hun leven waren begonnen, waar ze nooit van terugkeerden.


Deze holocaust-slachtoffers krijgen na 72 jaar hun verhaal terug

Van honderden Joden die uit kamp Westerbork zijn gedeporteerd, klopt het officiële verhaal niet. Ze zijn nooit doodverklaard, ze worden vermist of ze blijken toch nog in leven. Dankzij onderzoek kunnen we hier nu de verhalen van Aleida, Josephina en Sara wel vertellen.

Jonas en Sara Aptroot met hun oudste dochter Sara, op de foto die hun vroegere buurjongen naar het herinneringscentrum van Westerbork bracht