Direct naar artikelinhoud
ReconstructieIllegale adoptie

Tijdens het zoeken naar zijn biologische ouders komt Patrick erachter dat hij illegaal is geadopteerd

In zijn zoektocht naar zijn biologische ouders in Brazilië kwam Patrick Noordoven een adoptieschandaal op het spoor. Hierbij speelden Nederlandse ambtenaren een rol.

en
‘Het is een enorm drama geweest, met alleen maar verliezers.’Beeld Patrick Noordoven

Het is het voorjaar van 2001 als de 21-jarige Patrick Noordoven op het vliegtuig naar Brazilië stapt. Hij heeft maanden voor deze reis gespaard. Hij wil zijn geboorteland ontdekken, de taal leren, zich onderdompelen in de Braziliaanse cultuur. Maar bovenal hoopt hij zijn biologische ­familie te vinden. Een ticket voor de terugreis heeft hij niet.

Zijn ‘juridische ouders’, zoals Noord­oven ze noemt, het Nederlandse echtpaar dat hem in 1980 mee naar Nederland nam, hebben hem de onderneming afgeraden. ‘Ze zeiden dat ik mijn biologische familie niet zou vinden.’ Ze vertellen hem ook iets dat ze nog niet eerder hebben verteld: er is nooit een officiële adoptieprocedure geweest. Er is dus geen instantie die hem kan helpen zijn biologische ouders op te sporen.

Noordoven is één van minstens tientallen kinderen die in de jaren zeventig en tachtig door Nederlandse stellen met een kinderwens illegaal zijn geadopteerd. Ze deden in Brazilië aangifte van pasgeborenen, en namen de baby’s als hun eigen kind mee naar Nederland – ‘verduistering van staat’, in juridisch jargon. Op die manier wisten ze lange wachtlijsten te omzeilen.

Nederlandse ambtenaren

Donderdag maakte minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) bekend dat een onafhankelijke commissie onderzoek gaat doen naar de gang van zaken rond deze adopties en de rol die de overheid daarin heeft gespeeld. Duidelijk moet worden of Nederlandse ambtenaren actief hebben meegewerkt aan de illegale adopties.

Het balletje is aan het rollen gekomen door Noordoven, die zijn herkomst is blijven onderzoeken. Hij heeft een informatieverzoek op basis van de Wet openbaarheid bestuur (WOB-verzoek) gedaan, om meer te weten te komen over zijn illegale adoptie en die van lotgenoten. De informatie werd donderdag door de overheid openbaar gemaakt en was aanleiding voor minister Dekker om een onderzoek te beginnen.

In de documenten valt te lezen dat de Rijkspolitie in 1981 een onderzoek begint naar illegale adoptie in Brazilië. Het onderzoek richt zich op ‘verduistering van staat’ – het doen van een valse aangifte – door de ouderparen en op de coördinatie en bemiddeling die daarmee gemoeid is.

Tussen januari 1982 en mei 1982 worden ouders met een in Brazilië geboren kind verhoord door de politie. Van de 64 ouderparen bekennen 42 Nederlandse ‘adoptieouders’ van Braziliaanse baby’s schuld.

Emotionele belasting

Desondanks komt justitie twee jaar later, samen met de minister en de staatssecretaris, tot de conclusie dat de 42 zaken onvoorwaardelijk geseponeerd moeten worden. ‘In geen der gevallen zijn aanwijzingen van criminele bedoelingen gevonden.’ Bovendien, concludeert de top van het Openbaar Ministerie: ‘De betrokken echtparen hebben volledig medewerking verleend aan het onderzoek, wat – gezien de aard en tijdsduur – een aanzienlijke emotionele belasting moet hebben betekend.’

Uit de vrijgegeven stukken blijkt ook, schrijft de minister, ‘dat er mogelijk een verzoek is gedaan om de betrokkenheid van de Nederlandse overheidsfunctionarissen buiten het onderzoek van de Rijkspolitie te houden’. Het stuk waaruit dit zou blijken is niet openbaar gemaakt.

Al in 1971 bemoeit de Nederlandse consul in het Braziliaanse Curitiba zich met een onwettige adoptie van een Braziliaans kind door een Nederlands echtpaar. ‘Naar aanleiding van ons laatste gesprek over adoptie kan ik u mededelen, dat ik over volledige inlichtingen beschik’, schrijft de consul. De consul vervolgt: ‘Er zijn goede mogelijkheden voor het door U genoemde echtpaar.’

Een half jaar later legt hij aan een betrokkene uit hoe het ouderpaar zich bij de burgerlijke stand moet aangeven om het land met het kind te kunnen verlaten. Het is precies de methode die later aan het licht komt als de werkwijze van andere Nederlandse wensouders in Brazilië. Justitie en politie zijn dan ook al op de hoogte van de betrokkenheid van ­Nederlandse ambtenaren.

Van dat alles weet Patrick Noord­oven in 2001 nog niets. In eerste instantie krijgen de Nederlandse ‘adoptieouders’ van Noordoven gelijk: zijn biologische ouders vindt hij niet. Tien jaar later, in 2011, komt hij na intensief speurwerk zijn biologische halfzus op het spoor. Hij komt er ook achter wie zijn biologische moeder is –  zij blijkt in 1985 te zijn overleden. ‘Van mijn tante, de zus van mijn moeder, heb ik later gehoord dat mijn moeder in de veronderstelling is geweest dat ze mij heeft afgestaan voor legale adoptie.’

Slecht contact

Zijn juridische ouders willen weinig over de kwestie kwijt. Ze hebben hun adoptiezoon wat namen gegeven van mensen die hen hebben bijgestaan destijds, maar het contact is slecht. Zelf krijgt Noordoven na veel onderzoek in 2013 documenten onder ogen waaruit blijkt dat zijn Nederlandse ouders in de jaren tachtig zijn vervolgd voor de illegale adoptie, maar dat de zaak is geseponeerd. 

Omdat hij maar niet verder komt in zijn zoektocht, onderneemt Noord­oven in 2017 juridische stappen. Hij sleept zijn juridische ouders voor de rechter, omdat ze belangrijke informatie over zijn adoptie jarenlang hebben achtergehouden. Op last van de rechter krijgt hij inzage in een mapje met informatie over zijn ­adoptie.

Noordoven stelt zijn ‘adoptieouders’ ook aansprakelijk voor de schade, maar de rechtbank wijst zijn vorderingen af. Halverwege november dit jaar krijgt hij alsnog gelijk. Hij krijgt 13 duizend euro schadevergoeding toegewezen voor immateriële schade. In de tussentijd dient hij zijn WOB-verzoek in.

Noordoven hoopt het contact met zijn juridische ouders in Nederland te kunnen herstellen. ‘Het is een enorm drama geweest, met alleen maar verliezers.’ Zijn biologische familie in Brazilië, zijn twee halfzussen, ooms, tantes, neefjes en nichtjes, ziet hij wel nog geregeld.