Direct naar artikelinhoud
UitlegBrexit

Brexiteers beloofden de Britten de macht terug te pakken, maar die blijft voorlopig gewoon bij Brussel

Take back control, was de belofte van de brexiteers aan de Britse kiezer. De macht terugpakken van Brussel. Dat impliceerde dat die onvrijwillig was afgestaan, wat niet het geval is, want het Verenigd Koninkrijk zat bij alle besluiten aan tafel. Maar juist die vooronderstelling nekt de brexiteers nu: er valt niet zoveel terug te pakken, althans niet zonder de pijn van een harde Brexit. Een weging van de vier hoofdpunten uit het ontwerp-Brexitakkoord.

Anti-Brexit demonstranten op de Westminster bridge op 15 november 2018.Beeld AFP

Burgerrechten

Het was vooral de arbeidsmigratie die de brexiteers op de korrel namen. Het vrije verkeer van werknemers – een van de pijlers onder de Europese Unie – zou na het vertrek uit de EU op 29 maart 2019 aan banden worden gelegd. De ruim 3 miljoen EU-burgers die in het Verenigd Koninkrijk wonen, werden gezien als druk- en ruilmiddel tijdens de onderhandelingen met Brussel.

Het ontwerpakkoord beschermt echter de rechten van deze burgers (en van de circa 1 miljoen Britten op het Europese vasteland) tot in lengte der jaren. Iedereen die nu in het Verenigd Koninkrijk woont én wie zich er tijdens de overgangsperiode (30 maart 2019 tot 1 januari 2021) nog vestigt, is verzekerd van het recht op werk, onderwijs, pensioen en uitkeringen zoals dat nu is geregeld en zolang hij leeft. Datzelfde geldt voor familieleden die pas later overkomen.

Na afloop van de overgangsperiode (dus vanaf 2021) mag het Verenigd Koninkrijk wel beperkingen opleggen aan de arbeidsmigratie uit de EU.

Geld

De nettobijdrage van Londen aan het EU-budget – gemiddeld 10 miljard euro per jaar – speelde eveneens een belangrijke rol tijdens de referendumcampagne in 2016 van de brexiteers. Ze beloofden een ‘Brexitdividend’ van 350 miljoen pond per week (400 miljoen euro) voor het Britse zorgstelsel zodra het EU-lidmaatschap zou zijn beëindigd.

Werd deze claim tijdens de campagne al onder vuur genomen, ook in het ontwerpakkoord keert hij niet terug. In plaats daarvan betaalt het Verenigd Koninkrijk door aan de EU zoals het nu doet tot het eind van de overgangsperiode. Ook komt het alle financiële verplichtingen na die het in 46 jaar als EU-lid is aangegaan, een rekening van circa 40 miljard euro. In ruil daarvoor ontvangt het tot eind 2020 EU-subsidie, maar de nettobijdrage blijft dus bestaan.

Ook hier geldt dat Londen pas na de transitieperiode (vanaf 2021) verlost is van de EU-contributie. Het heeft echter al laten weten te willen blijven meedoen aan verschillende EU-programma’s (onderzoek, satellietproject Galileo), waarvoor het dan wel moet betalen.

Toezicht

Nog een doorn het oog van de brexiteers was de macht van het Europees Hof van Justitie. Het Britse recht moest boven het Europese komen te staan, het Verenigd Koninkrijk zou net als vóór het EU-lidmaatschap (1973) weer eigen wetten maken in plaats van verordeningen en richtlijnen uit Brussel omzetten in Britse uitvoeringsbesluiten.

Tijdens de overgangsperiode – die er op uitdrukkelijk verzoek van Londen is gekomen zodat het Britse bedrijfsleven zich kan voorbereiden op ondernemen buiten de EU – blijven alle EU-wetten van kracht. Bij geschillen is en blijft het Europees Hof de ultieme scheidsrechter. Voor de periode erna belooft het Verenigd Koninkrijk ‘terdege rekening te houden’ met de uitspraken van het Hof in Luxemburg.

Voor meningsverschillen die voortvloeien uit het vertrek van het Verenigd Koninkrijk als EU-lid (burgerrechten, de eindafrekening), komt er een gezamenlijk comité dat ruzies moet beslechten. Het Hof in Luxemburg houdt een zware stem. Na de overgangsperiode staat het Londen vrij op alle terreinen eigen wetten in te voeren, zolang die niet haaks staan op het Brexitakkoord.

Handel

Een grote belofte van de brexiteers was dat het Verenigd Koninkrijk enkele maanden na vertrek uit de EU handelsverdragen met alle grootmachten op de wereld zou sluiten. Binnen de EU is het de Europese Commissie die namens de lidstaten handelsakkoorden uitonderhandelt.

Ook hier geldt dat die vrijheid voor Londen pas begint na de overgangsperiode. En ze zal niet absoluut zijn. Londen wil immers een speciale relatie met de EU, de voornaamste handelspartner, en dat beperkt de mogelijkheden voor deals met andere landen. Hoe de toekomstige relatie tussen Brussel en Londen eruit komt te zien is nog niet vastgesteld, daarover onderhandelen de twee partijen zeker nog tot 1 juli 2020 voort. Een handelsakkoord met het Verenigd Koninkrijk kan sowieso pas ingaan na de transitieperiode.

De speciale regeling die is bedacht voor Noord-Ierland (dat met Groot-Brittannië de EU verlaat), zet niettemin het kader voor wat straks mogelijk is. Om grenscontroles tussen Noord-Ierland en Ierland te voorkomen, wordt een douane-unie met Londen voorgesteld voor het geval het omvattende handelsakkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk op zich laat wachten. Zo’n douane-unie maakt tarief- en quotaloze handel mogelijk, maar in ruil daarvoor moet het Verenigd Koninkrijk zich houden aan talloze EU-regels om concurrentievervalsing tegen te gaan. Vervelend is dat Londen deze vereisten ook moet opnemen in handelsverdragen met andere landen.

Lees meer:

Dalende beurskoersen na nieuwe ontwikkelingen Brexit: ‘De kansen op een goede afloop zijn slechter geworden’
Even haalden bedrijven en financiële markten opgelucht adem toen woensdagavond het Britse kabinet het plan van premier May leek te steunen. Maar nadat donderdagmorgen de speciale Brexit-minister Dominic Raab aftrad, kelderden de koersen op de beurs van Londen en daalde ook het pond sterling. Hoe duidelijker werd dat het plan van May het niet zou halen, hoe sneller de koersen naar beneden gingen – met name van de banken. Elke nieuwe onheilstijding leidde tot verder verlies voor het pond sterling.