Direct naar artikelinhoud
NieuwsRechtszaak Belastingdienst versus Museumkaart

De Belastingdienst wint het van de privacy en krijgt de gegevens van Museumkaarthouders

De Museumvereniging moet de gegevens van een Museumkaarthouder aan de Belastingdienst geven voor onderzoek naar het al dan niet belastingplichtig zijn van die kaarthouder. Het belang van de privacy van de kaarthouder weegt niet op tegen het algemeen belang van ‘een correcte belastingheffing’, zo heeft de kortgedingrechter in Amsterdam donderdag bepaald.

MuseumkaartBeeld Hilde Harshagen

De Museumvereniging, die de exploitatie van de Museumkaart heeft ondergebracht bij de Stichting Museumkaart Nederland, weigerde om principiële redenen al anderhalf jaar de Belastingdienst inzage te geven in het museumbezoek door één kaarthouder. Daarop besloot de Belastingdienst de vereniging voor de rechter te brengen en die stelde de fiscus donderdag dus in het gelijk.

Volgens de Museumvereniging zou het inzage geven in het gebruik van de Museumkaart de privacy van een kaarthouder aantasten. De vereniging verstrekt daarover ook geen informatie aan de 450 aangesloten musea en vindt dat de overheid niets te maken heeft met de vrijetijdsbesteding van een kaarthouder.

Maar volgens de kortgedingrechter geeft de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR) de fiscus verregaande bevoegdheden bij ‘derden’ gegevens op te vragen om vast te stellen of iemand belastingplichtig is. De frequentie van museumbezoeken en de locatie van die musea kunnen ‘indicatoren’ zijn voor iemands woonplaats, vindt de rechter.

Tijdens het kort geding van twee weken geleden betoogde de fiscus dat de gegevens van de Museumkaart ‘puzzelstukjes’ kunnen zijn om vast te stellen of iemand in Nederland woont. En daarmee belastingplichtig is. In deze zaak ging het om gegevens vanaf maart 2014.

‘Kaart niet persoonsgebonden’

Los van de principiële bezwaren vindt de Museumvereniging dat de door de fiscus opgeëiste gegevens helemaal niets zeggen over iemand woonplaats. Een Museumkaart was tot voor kort niet persoonsgebonden en wordt vaak door anderen dan de kaarthouder gebruikt, zegt de vereniging.

De rechter verwerpt dat verweer vanwege het algemeen belang van ‘correcte belastingheffing’ en dat geldt ook voor de vrees van de Museumvereniging dat het schenden van de privacy schade kan toebrengen aan de verkoop van Museumkaarten. Die vrees vindt de rechter ‘onvoldoende onderbouwd’. Er zijn in Nederland ruim 1,3 miljoen Museumkaarthouders.

Een woordvoerder van de Museumvereniging zei donderdag dat de organisatie de Belastingdienst nu de gegevens gaat verstrekken, maar de strijd nog niet definitief opgeeft. ‘We bestuderen het vonnis om te kijken of er beroepsgronden zijn. Voor ons is dit een principezaak.’

De uitkomst van dit kort geding komt niet als een verrassing. Uit eerdere juridische procedures rijst het beeld op dat de wet de fiscus verreikende mogelijkheden biedt om gegevens op te vragen van belastingplichtigen.

Vorig jaar werd de Belastingdienst wel door de Hoge Raad op de vingers getikt in een zaak waarbij de fiscus, aan de hand van kentekenregistratie door flitscamera’s, wilde vaststellen of leaserijders niet de maximumgrens van privékilometers overschrijden voor belastingaftrek.

Ook de Museumvereniging haalde twee weken geleden dit zogeheten ANPR-arrest van de Hoge Raad aan, maar volgens de kortgedingrechter gaat de vergelijking niet op. De Hoge Raad bepaalde dat het zelf op grote schaal verzamelen van kentekengegevens door de fiscus geen enkele wettelijke basis kent. De privacy schenden van één persoon om vast te stellen of hij of zij belastingplichtig is, mag volgens de wet wel, aldus de rechter.

Lees meer

In welke privégegevens mag de Belastingdienst allemaal kijken?
De Belastingdienst vraagt via een kort geding om inzage in het gebruik van een Museumkaart. De kans op een overwinning voor de fiscus is groot.