Direct naar artikelinhoud
180 gradenVincent Bijlo

‘Ik ben over mijn angst heen en reageer op elke haatmail’

Deze week in 180 graden: Cabaretier en schrijver Vincent Bijlo veranderde van standpunt over boze mailers.

foto: Ivo van der Bent. 09-11-2018 Vincent BijloBeeld Ivo van der Bent

Oude standpunt

‘Haatmails moet je niet beantwoorden en meteen wegflikkeren. Deze brute vorm van intimidatie van laffe lieden in hun stinkkamertjes kun je het best negeren. De eerste haatmails kreeg ik zestien jaar geleden, na de moord op Pim Fortuyn. In de media had ik mij kritisch uitgelaten; ik vond hem een politieke clown die onbeschoft tekeerging tegen het paarse kabinet. Ik kreeg verhulde doodsbedreigingen in mijn mailbox. ‘Jij bent de volgende. We weten waar je woont, wacht maar af.’ Ik schrok me de kolere. Er zaten ook gemene mails bij: ‘U bent niet alleen blind, maar ook niet goed in uw hoofd.’ Dat raakte mij diep. Ben je je hele leven bezig om aan vooroordelen te ontkomen, word je aan het wankelen gebracht door een paar klootzakjes. Ik ging mij afvragen of ik dit over mezelf had afgeroepen. Ik hoorde weer een stem uit het verleden: als blinde mag je blij zijn met een baantje als telefonist op een kantoor. Met één klap werd ik teruggeslagen naar de positie van iemand die zich gedeisd moet houden. Ik heb nooit een slachtoffer willen zijn. Kinderen in de klas die punaises op mijn stoel legden of op mijn schouder tikten en hard wegrenden, negeerde ik. Blijkbaar kwamen die haatmails zo hard aan dat ik een route in mijn hersenen ging bewandelen die ik niet kon controleren. Ik duwde mijn angst weg door alle haatmails weg te gooien. Ik wilde er zo snel mogelijk vanaf. Na de angst kwam het verzet: wat denken ze wel. Mijn aandacht verdienden die klootzakken niet. Reageren was dus echt geen optie.’

Het kantelpunt

‘De haatmails gingen door. Want na de moord op Fortuyn betrad het kabbelende Nederland een nieuw tijdperk van schelden, van bedreigen van andersdenkenden onder het mom van  ‘vrijheid van meningsuiting’. Boze reacties op mijn columns in kranten en tijdschriften waren een constante geworden. Toen de angst en het verzet na een lange tijd waren weggeëbd, ging ik me afvragen: wat zou er gebeuren als ik reageer? Ik besloot mails te schrijven als ‘Geachte X, dank voor uw mail. Zou u hem eens over willen lezen en u willen afvragen wat het ú zou doen als u zo’n bericht zou krijgen?’ De eerste mail waarop ik reageerde was van een man die enorm tekeerging tegen Marokkanen. Ik schreef hem dat als hij ‘Marokkanen’ door ‘Joden’ zou vervangen, zijn mail veel weg had van een perscommuniqué uit de hoogtijdagen van het Derde Rijk. Eerst was hij heel kwaad, daarna matigde hij zijn toon en kwamen de verhalen over zijn wijk die zo was veranderd, dat hij er niemand meer kende. Andere boze mailers gaf ik een koekje van eigen deeg. Zoals lezers van mijn column in het UWV-blad Perspectief. Dat ik die column alleen mag schrijven omdat ik blind ben en zij het veel beter kunnen. Mijn reactie: ‘Schrijft u maar een column, dan lever ik die in bij het UWV.’ Dat het ‘kut-UWV geen flikker uitvoert’ en ik ‘voor goed geld’ vrolijke stukjes voor hen zit te tikken. Die mailer antwoordde ik met de vraag of ik het UWV zal bellen om zijn maandelijkse uitkering stop te laten zetten, het doet immers niks? Als je reageert, blijken deze boze mailers enorm te schrikken. Of je hoort nooit meer iets, of ze schrompelen ineen en zeggen ‘sorry’. En dan komen de verhalen. Van een voet die in 1998 onder een vrachtwagen kwam, et cetera. Soms ontstaan lange mailwisselingen. Eén arbeidsongeschikte is na zo’n dialoog op kosten van dat kut-UWV een schrijfcursus gaan volgen.’

Nieuwe standpunt

‘Het is juist zinvol om te reageren op hatelijke en boze mails. Er zitten schreeuwers bij die anderen omlaaghalen om zich beter te voelen. Die krijgen van mij duidelijk te horen dat dit ontoelaatbaar is. Anderen zijn gefrustreerd en willen alleen aandacht. Daar kom je achter als je reageert. Met die aandacht kun je hen empoweren. Bang worden van haatmails is precies de opzet, terwijl de kans dat gebeurt waarvoor je vreest minimaal is.’

Het effect

‘Ik ben lichter gaan denken over hatelijke en boze mails en trek het me niet meer persoonlijk aan. Je fungeert slechts als kop van Jut. Door te reageren heb ik veel mensenkennis opgedaan. Boze mailers zijn vaak mannen die hun verbondenheid met de buitenwereld aan het kwijtraken zijn en hun frustraties afreageren op anderen en op de politiek. Er zijn mensen bij die zich afgeschreven voelen door de maatschappij: hier heb je een uitkering, we hebben je niet nodig. Met de aandacht in mijn reactie op hun mail hoop ik dat ze zich weer gezien en van waarde weten. De ander zich beter laten voelen is waarom we op de wereld zijn.’