Direct naar artikelinhoud
ReportageVerdwenen in Mexico

Verdwenen in Mexico: ‘Ze dachten dat we zouden zwijgen’

Al bijna vier jaar proberen ze vergeefs de waarheid boven tafel te krijgen. Nu gloort er weer hoop voor de families en vrienden van 43 Mexicaanse studenten die in 2014 spoorloos verdwenen. Een rechtbank heeft bepaald dat het onderzoek bol staat van de fouten en over moet. Een belangrijke presidentskandidaat heeft zich daarachter geschaard.

Luz Maria Casaro en Clemente Rodríguez met een poster waarop hun zoon Christian staat, een van de 43 studenten aan de lerarenopleiding van Ayotzinapa die zijn verdwenen.Beeld Felix Marquez

De eerste weken kamt Clemente Rodríguez (50) samen met andere vaders de omgeving uit. Ze zoeken hun kinderen in de bergen en kloppen op alle deuren in Iguala. Niemand heeft de 43 vermiste studenten gezien. ‘Ik dacht toen nog dat ze zich ergens verscholen hielden’, aldus Rodríguez. ‘Dat ze te bang waren om tevoorschijn te komen.’

Tijdens een van die zoekacties grijpt een oude man Rodríguez bij de schouder. ‘Je loopt met de vijand’, zegt de man, en wijst op de gendarmerie die de vaders in hun zoektocht begeleidt. ‘Zij hebben jullie kinderen meegenomen.’

Rodríguez zit met gekromde rug op een te kleine stoel, zijn eeltige handen liggen in zijn schoot. ‘Ik dacht dat hij dronken was’, zegt hij. ‘Ik besteedde er geen aandacht aan.’ Hij is even stil. ‘Het was voordat ze het eerste massagraf ontdekten. We hadden nog vertrouwen in de autoriteiten.’ Rodríguez zegt het zacht, alsof hij zich geneert. ‘We wisten het niet. Hoe konden we het weten?’

Rodríguez woont in Tixtla, een dorpje in de Mexicaanse deelstaat Guerrero. Hij heeft een kleine woning, met binnenmuren van hard karton, Rodríguez woont er met zijn vrouw Luz Maria ­Casaro, zijn jongste dochter en schoonfamilie. De geur van maïstortilla’s drijft door het huis. Casaro bakt 60 kilo per dag, haar moeder verkoopt ze op de markt. Aan de muur hangt een babyfoto van hun zoon Christian. ‘Ik hou van je’, schreef Rodríguez ernaast. ‘Ik zal je vinden, mijn stoere jongen.’

Studenten van de lerarenopleiding met foto’s van hun verdwenen medestudenten tijdens een demonstratie in Acapulco.Beeld Felix Marquez

Aan de overkant van de straat hangt een spandoek met de afbeelding van ­Andrés Manuel López Obrador, de man die zondag waarschijnlijk tot president wordt gekozen. ‘De hoop van Mexico’, staat onder de foto.

Rodríguez heeft slechts één keer in zijn leven gestemd, zes jaar geleden, op de huidige president Enrique Peña Nieto. ‘Hij zou verandering brengen’, zegt hij. ‘Ik geloofde hem.’ Rodríguez kaken verstijven. ‘Maar Peña Nieto is tuig.’ Hij spuugt de woorden uit. ‘Hij weet wie mijn zoon heeft laten verdwijnen. Hij weet wie de daders zijn, en hij beschermt ze.’

Lerarenopleiding

Het is al laat als op 26 september 2014 een pick-uptruck door de straten van Tixtla rijdt. ‘Dit is een bericht voor ­ouders van leerlingen van Ayotzinapa’, klinkt krakend uit de speaker die in de laadbak ligt. ‘Alle ouders moeten naar de school te komen.’ De jongste dochter van Rodríguez hoort het bericht en waarschuwt haar moeder.

In Ayotzinapa ligt de school Raúl ­Isidro Burgos, beter bekend als de lerarenopleiding van Ayotzinapa. Hier worden jongens opgeleid tot basisschool­leraar. Het is een internaat met een sterk socialistische grondslag, de school heeft in het verleden leiders van linkse guerrillabewegingen voortgebracht. De leerlingen staan bekend om felle demonstraties en politieke acties.

‘Christian had geen telefoon dus ik kon hem niet bellen’, vertelt de 43-jarige Casaro. Ze gaat naar een buurvrouw, die blijkt eerder die avond te zijn gebeld door haar zoon. ‘Mama, ze schieten op ons’, heeft hij gezegd. Samen met de buurvrouw gaat Casaro naar school, daar treft ze andere ouders. Sommigen huilen.

Eerder die dag zijn tachtig voornamelijk eerstejaars studenten in twee bussen naar de nabijgelegen stad Iguala gereden. Doel van de reis is bussen kapen. Dat doen de jongens van Ayotzinapa wel vaker, als ze vervoer nodig hebben naar hun stageplekken bijvoorbeeld. De school heeft amper genoeg middelen om de studenten te eten te geven, voor transport is al helemaal geen geld.

Lerarenopleiding
Beeld de Volkskrant

Over het algemeen werken de buschauffeurs zonder al te veel morren mee. Ze rijden de jongens heen en weer en krijgen hun salaris van de busbedrijven gewoon doorbetaald. Dit keer hebben de studenten drie bussen nodig om naar Mexico-stad te gaan voor de jaarlijkse herdenking van de studentenmoord van 1968. Ze kapen de bussen en willen terugrijden naar school.

Nog voordat ze de stad uit zijn, worden ze beschoten vanuit politieauto’s. ‘We zijn studenten’, roepen ze. De politie lacht hen uit en blijft schieten. Ze halen een deel van de studenten uit de bussen, tuigen de jongens af en voeren hen af in politietrucks. Samen met gewapende mannen houdt de politie een urenlange klopjacht op de rest van de studenten.

Pas als de zon opkomt, verlaten de gevluchte jongens voorzichtig hun schuilplaatsen. Er zijn zes doden en tientallen gewonden. Student Julio Mondragón ligt op straat, zijn huid is in de hals los­gesneden en over zijn gezicht naar ­boven getrokken, zijn ogen uit de kassen gehaald. Christian en 42 anderen zijn spoorloos verdwenen.

Geweldsgolf

Enrique Peña Nieto is dan bijna twee jaar president. Zijn Institutioneel Revolutionaire Partij (PRI) was van 1929 tot 2000 ook aan de macht. Die periode staat bekend als ‘de perfecte dictatuur’ en wordt gekenmerkt door corruptie en repressie, maar ook door een zekere stabiliteit. De PRI liet drugskartels hun gang gaan zolang ze geen overlast veroorzaakten voor de bevolking.

Van 2000 tot 2012 staat de conservatieve oppositiepartij PAN aan het roer. Mede onder druk van de Verenigde Staten begint Mexico een oorlog tegen de drugskartels. Die ontaardt in een ongekende geweldsgolf. Peña wint in 2012 de verkiezingen met de belofte het aantal doden met de helft te verminderen.

Dat mislukt faliekant. Met de arrestatie van ‘El Chapo’ onthoofdt Peña het machtige Sinaloa kartel, maar er komen andere, nog veel gewelddadigere monsters voor terug. Peña zwaait eind dit jaar af met het hoogste moordcijfer uit de geschiedenis. Een agressieve tumor van geweld, corruptie en straffeloosheid heeft zich uitgezaaid tot in de kleinste haarvaten van het land.

Ayotzinapa is uitgegroeid tot de schandvlek van Peña’s presidentschap. De 43 jongens staan symbool voor de 21 duizend andere Mexicanen die spoorloos verdwenen de afgelopen zes jaar. De zaak kanaliseert de woede over de perverse samenwerking tussen de staat en de georganiseerde misdaad, en de schaamteloosheid waarmee de autoriteiten de bevolking voorliegen.

Weinig perspectief

‘Christian wilde eigenlijk agronomie studeren’, vertelt Casaro. Ze maakt ronde pannenkoekjes van het maïsmeel en legt die op de bakplaat boven het houtvuur. ‘Het werd Ayotzinapa. We hebben geen geld, er was geen andere keuze.’ Ze draait de tortilla’s een voor een om. ‘Hij was eerstejaars toen het gebeurde. Dit jaar is hij 23 geworden.’

Guerrero is een van de armste en gewelddadigste deelstaten van Mexico. Voor plattelandsjongeren als Christian zijn er weinig perspectieven. Velen vertrekken noordwaarts en steken illegaal de grens over. Anderen laten zich rekruteren door een drugskartel. En ieder jaar zijn er 140 plaatsen voor eerstejaars op Ayotzinapa. De school is gratis, kost en inwoning zijn inbegrepen.

Na de verdwijning blijven Casaro en haar man op school, net als de meeste andere ouders. Veel van hen wonen in afgelegen bergdorpjes, waar telefoons geen bereik hebben en internet nog niet is doorgedrongen. Niemand wil belangrijk nieuws missen, dus slapen ze in de school, op dunne matjes op de vochtige grond. Omwonenden brengen dekens, soep, rijst en bonen.

Begin oktober vinden autoriteiten 28 verbrande lichamen in massagraven nabij Iguala. ‘Het is heel aannemelijk dat het de studenten zijn’, zeggen ze. Niemand heeft de moeite genomen de ouders in te lichten over de lugubere vondst. Ze vernemen het nieuws op de televisie. ‘We dachten: nu kunnen we hem tenminste begraven’, aldus Rodríguez. Maar de verbrande doden blijken andermans vermisten.

De eetzaal van de lerarenopleiding. Het aantal aanmeldingen is sterk teruggelopen.Beeld Felix Marquez

De autoriteiten arresteren de burgemeester van Iguala, tientallen politieagenten en leden van de drugsbende Guerreros Unidos. Misschien hebben de studenten ook wel banden met drugskartels, suggereren ze. ‘Eerst wilden ze ons die verkoolde lijken aansmeren’, zegt Casaro. ‘Daarna noemden ze onze kinderen narco’s.’

Vaders struinen met spades door de deelstaat en leren illegale graven herkennen. Als er aasgieren boven cirkelen, of als de aarde is omgewoeld, gaan ze graven. Ze trotseren de stank van wegrottende lijken, negeren het ongedierte en bekijken de half vergane gezichten. Ze vinden honderden lichamen, of stukjes ervan. Hoofden, ledematen, soms verbrand. Hun jongens zitten er niet bij.

Ondertussen ontwaakt er iets in Mexico. Ayotzinapa is de druppel in een land dat doodmoe is van het geweld. Kunstenaars maken schilderijen van de jongens, er komt een 2 meter hoog +43-standbeeld in Mexico-stad en overal staat ‘Ayotzinapa’ op muren gekalkt. Honderdduizenden mensen gaan de straat op en eisen het aftreden van Peña. Er gaan regeringsgebouwen in brand. Filmsterren, schrijvers, artiesten, iedereen schreeuwt het uit: ‘Waar zijn ze?’

Vuilnisbelt

Eind 2014 verklaart hoofdaanklager ­Jesús Murillo de studenten dood. ‘Ze zijn door corrupte politieagenten overhandigd aan het drugskartel Guerreros Unidos’, vertelt hij journalisten. ‘De criminelen schoten de jongens dood op een vuilnisbelt en staken de lijken in brand. Ze stopten de verkoolde resten in plastic zakken en gooiden die leeg in een nabijgelegen rivier.’

Dna-onderzoek van de as uit een van die zakken leidt tot een match met een vermiste student. ‘Dit is de historische waarheid’, concludeert Murillo. Peña vindt dat het tijd is om ‘deze pijnlijke fase achter ons te laten’. Wat de regering betreft, is de zaak gesloten.

‘Ze dachten dat we zouden zwijgen’, aldus Rodríguez. ‘Dat we zouden zeggen: ze hebben onze kinderen verbrand op een vuilnisbelt, dat verklaart alles, nu kan ik verder met mijn leven.’ Hij snikt door zijn cynisme heen. De handen van zijn vrouw blijven even bewegingloos hangen boven het tortilladeeg. Ze kijkt zwijgend naar haar man, en kneedt dan verder.

De ‘historische waarheid’ rammelt aan alle kanten. Er komt een onafhankelijk onderzoeksteam van internationale experts. Die komen er al snel achter dat Murillo’s waarheid is verkregen door de vermeende kartelleden te martelen. Ze concluderen ook dat het onmogelijk is om 43 jongens in één nacht tot as te doen vergaan in een open vuur. Temeer omdat het de hele nacht stortregende.

Een altaar in het huis van een verdwenen student.Beeld Felix Marquez

In september 2015 publiceren de ­experts hun rapport. De onderzoekers vermoeden dat in de gekaapte bussen een lading drugs verstopt zat, zonder dat de jongeren zich daarvan bewust waren. Dat verklaart de felle reactie van de gecorrumpeerde lokale politie. Maar ook de federale politie en het leger waren op de hoogte van de aanval, zo stelt het rapport.

De regering is niet te spreken over het onderzoek en besluit in 2016 het mandaat van het team niet te verlengen. De ouders ketenen zich uit protest 43 uur lang vast aan het hoofdkantoor van het Openbaar Ministerie. Vergeefs, de ­experts worden het land uit geknikkerd.

Onderzoeksjournalist Anabel Hernández komt erachter dat in twee van de bussen heroïne zat verstopt, met een waarde van 2 miljoen dollar. Het leger was niet alleen op de hoogte van de aanval, maar heeft de actie gecoördineerd in opdracht van een kartelbaas. President Peña heeft daarna actief meegewerkt aan het bouwen en vullen van de doofpot, concludeert Hernández. Wat er met de jongens is gebeurd, blijft de vraag.

Ruzie

Rodríguez reist de wereld over, op uitnodiging van internationale mensenrechtenorganisaties. Hij en andere ouders vragen lokale politici om druk uit te oefenen op Mexico en vertellen keer op keer het verhaal van hun verdwenen kinderen. Casaro blijft thuis en bakt tortilla’s.

In de dorpjes worden veel van de ouders met de nek aangekeken. Hun buren denken dat ze rijk worden over de rug van hun kinderen. Omdat ze steeds op televisie zijn en naar verre landen reizen. Er wordt gesmiespeld als ze langs­lopen, vrienden geven niet meer thuis. Rodríguez is na veertien jaar weer begonnen met drinken. ‘Soms rijd ik urenlang doelloos rond in mijn auto terwijl ik een fles mezcal leeg drink’, vertelt hij. ‘Dan maakt het me allemaal niet meer uit.’

De hashtag #AyotzinapaVive (Ayotzinapa leeft) begint in de vergetelheid te raken. De ouders krijgen onderling ruzie. Ze kibbelen over het geld dat organisaties beschikbaar stellen voor hun strijd en zijn het oneens over de te volgen strategie. Sommigen vinden het geoorloofd om regeringsgebouwen in brand te steken uit protest, anderen zijn bang. Iedereen is moe.

En dan, begin juni 2018, komt een oordeel van een federale rechtbank. ‘Het ­Ayotzinapa-onderzoek staat bol van fouten en onregelmatigheden’, aldus de rechters in een ongekend kritisch document. Het onderzoek moet over en er moet een waarheidscommissie komen. Het besluit komt als een complete verrassing, nog geen maand voor de presidentsverkiezingen.

Nachtmerries

Enkele dagen later ronden de laatstejaars van Ayotzinapa hun stages af. De jaargenoten van de 43 hoeven nu alleen nog een eindpresentatie te houden, op 13 juli krijgen ze hun diploma. Van de 35 jongens die wisten te ontvluchten die nacht, hebben twintig de eindstreep gehaald. Een van hen is Tona (23), een gespierde jongen in een Manchester United-trainingspak en met gel in zijn haren. Tona is een bijnaam, de jongens van ­Ayotzinapa gebruiken nooit hun echte namen.

‘Ik had heel lang nachtmerries’, vertelt Tona. ‘Ik schrijf soms op wat ik denk. Dan gaan de dingen een beetje uit mijn hoofd.’ Hij heeft een kopie van zijn identiteitsbewijs in zijn handen. Die gaat hij inleveren bij de administratie zodat ze zijn diploma in orde kunnen maken. Hij rolt het papier op en weer uit. ‘Het waren mijn vrienden.’ Hij herstelt zich ­direct: ‘Zijn mijn vrienden.’

Er komt geen feest voor de afgestudeerden. Er zijn sowieso geen feesten meer op school. Het aantal aanmeldingen is ook sterk teruggelopen. Vroeger stonden de jongens in de rij en was er een strenge selectie, nu krijgt de school de beschikbare plekken bij lange na niet meer vol. ‘De regering heeft haar zin’, aldus Tona.

De moeder (links) en oma van de verdwenen Christian Rodríguez maken tortilla’s.Beeld Felix Marquez

Ayotzinapa is al heel lang een doorn in het oog van de autoriteiten. Ze vrezen dat de basisschoolleraren hun radicaal-linkse opvattingen verspreiden onder de kinderen in de straatarme dorpjes waar ze les gaan geven. ‘We waren altijd een luis in de pels’, aldus Tona. ‘Nu hebben ze ons kleingekregen.’

‘Nog steeds blaffen ’s nachts de honden’, vertelt eerstejaars student Efraín (19). ‘Honden zien dingen die wij alleen met veel moeite kunnen waarnemen’, weet hij. Voor de zekerheid is Efraín ’s nachts op zoek gegaan naar schaduwen. ‘Maar er zijn geen geesten’, zegt hij. De jongen lijkt zeker van zijn zaak: ‘De 43 zijn niet dood, anders zouden ze hier ronddwalen.’

De regering is verbolgen over het besluit van de rechters en heeft beroep aangetekend bij het hooggerechtshof. Maar op 1 december treedt de nieuwe president aan, naar verwachting nog voor het hooggerechtshof zich over de zaak heeft uitgesproken. Andrés Manuel López Obrador (AMLO), de waarschijnlijke winnaar, belooft het onderzoek te heropenen als hij president wordt.

Ineens is er weer hoop. ‘Ik denk dat AMLO echt iets voor ons zal doen’, aldus Casaro. ‘Als ze hem tenminste niet vermoorden.’ De regen klettert neer op het golfplaten dak, Casaro zet een mand warme tortilla’s en een pan zwarte bonen op tafel. ‘Maar we moeten afwachten. Je kunt politici nooit vertrouwen.’ Rodríguez kijkt naar de foto van zijn zoon en glimlacht. ‘Ik voel zijn hart kloppen in mijn aderen’, zegt hij. ‘Hij is niet dood, en ik zal hem vinden.’