Direct naar artikelinhoud
ReportageWoningexperiment

Een flat voor iedereen, hoe ziet dat eruit?

Flatgebouw ‘de Akker’ op de Akkerwindestraat in Arnhem.Beeld Waldthausen Marlena

In Arnhem staat een ideaal: een flatgebouw van tien verdiepingen hoog, een voormalig verzorgingshuis voor ouderen. Op het eerste gezicht oogt het wat aftands, maar dat geldt voor meer idealen tegenwoordig.

Een soort flat voor iedereen zou dit worden. Dat was althans het idee.

Zoals voor Lize, 49 jaar oud. Frêle postuur, sprekende ogen, ze huilt gemakkelijk. Haar zwarte rolgordijnen blijven dag en nacht dicht. ‘Iedereen is hier boos op zijn verleden’, zegt Lize op een helder moment.

Op vier etages van deze flat wonen mensen met forse psychische problemen. Daaromheen wonen veel mensen in echtscheiding, demente moslims en statushouders. En dááromheen staat een toch al moeilijke wijk. Het flatgebouw heet ‘de Akker’, naar de straat waar hij staat: de Akkerwindestraat in achterstandswijk Malburgen.

‘Lize’ (49) met haar rode lievelingsjurk. ‘Iedereen is hier boos op zijn verleden.’Beeld Marlena Waldthausen

Het flatgebouw is eigendom van de Arnhemse woningcorporatie Volkshuisvesting, die hem over een jaar of tien verwacht te moeten slopen. Tot die tijd wilden ze hier experimenteren met nieuwe manieren van wonen. En dan vooral voor de kwetsbaarste en voor de lastigste mensen.

We krijgen toestemming zelf te bekijken hoe het gaat. Zo lang als nodig is. De enige voorwaarde is dat de huurders anoniem in woord en beeld blijven als hun begeleiders dat beter voor ze vinden. Het zal zes dagen duren voordat ook enig contact met deze moeilijkste bewoners is gelegd.

De receptie

De eerste ochtend komen meteen vier agenten uit twee politieauto’s gehaast de hal van de Akker binnen, op weg naar de tweede etage, waar een bewoner door het lint blijkt te gaan. Dit komt vaker voor. Ze nemen hem mee. Een psychiater zal later op het bureau vaststellen dat meneer gedwongen moet worden opgenomen.

Aan de receptie sorteert een vrouw in een elektrische rolstoel intussen rustig de post. Met haar linkerhand, de rechter kan ze niet goed bewegen. Vissersdochter Jitty Spel (51), ‘in de volksmond gewoon spastisch’. Toch vindt Jitty dat ze het goed heeft getroffen vergeleken met de mensen hier: de ‘verwarde persoon’ in tal van varianten. Als ze Jitty zien, dan kalmeren de meesten.

Jitty Spel had destijds in Het Dorp mogen wonen: de eerste woongemeenschap voor mensen met een beperking in Nederland, in Arnhem gebouwd dankzij de eerste grote inzamelingsactie uit de tv-geschiedenis, ‘Open het Dorp’, door Mies Bouwman. Maar ze wilde niet. ‘Ik wilde een gewoon leven leiden, zoals mijn moeder me heeft opgevoed: als een gewoon meisje, dat alleen niet kon lopen.’

Jitty Spel is receptioniste van de Akker. Ze zit in een rolstoel ‘Ik wilde een gewoon leven leiden, zoals mijn moeder me heeft opgevoed: als een gewoon meisje dat alleen niet kan lopen.’Beeld Marlena Waldthausen

Zelf woont ze in een wat beter deel van Arnhem. Haar partner Frank komt vier keer per dag langs om Jitty in de Akker naar de wc te helpen. Jitty betaalt Frank daarvoor uit haar persoonsgebonden budget, zodat haar werkgever er ‘geen last van heeft’ en zij kan werken, als een gewone vrouw.

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verplicht gemeenten sinds 2015 om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen en de zorg die dan vaak nodig is te organiseren. De overheid dacht dat wie in instellingen zaten, met wat hulp best net zo zelfstandig konden leven als Jitty Spel altijd al wilde zijn.

Maar veel mensen met psychische problemen kúnnen zonder permanente begeleiding vaak helemaal niet zelfstandig wonen. Die gaan zichzelf dan zwaar verwaarlozen of veroorzaken overlast. Of erger.

Dit verhaal was al geschreven toen, vorig weekend,  en maar een paar straten van de flat, de twaalfjarige Bekiro om het leven werd gebracht, waarschijnlijk door zijn vader. Zijn broer van 15 wist te vluchten, er liep een bloedspoor door de straat. Volgens familie en bekenden had de vader al eerder psychoses en ging het vrijdag opnieuw mis. De dochter heeft toen de politie gebeld. De ggz-crisisdienst werd ingeschakeld. De eerste keer leek de situatie niet ernstig genoeg. De tweede keer deed niemand open.

Zesde en zevende verdieping

Gang op de 6de etage die nu leeg staat.Beeld Waldthausen Marlena

De zesde en zevende etage waren door Volkshuisvesting verhuurd aan een particuliere zorgonderneming voor beschermd wonen, met de naam ‘Gewoon Zo’.

Dat gewone viel wat tegen.

De zesde is inmiddels ontruimd en staat leeg. Ruim twintig bewoners zijn al vertrokken. Op de zevende zijn nog twaalf bewoners over.

Alle (ex-)bewoners van de zevende en voormalige zesde hebben niet alleen forse persoonlijkheids- of gedragsstoornissen, maar ook een verslaving. Reden waarom ze overal elders ook al werden weggestuurd.

Lize (49) is er de enige vrouw, ze bewoont twee kamertjes, voor 75 euro gezellig ingericht met de kringloopwinkel. Op tafel staat het kerststukje met het lichtgevende cannabisblad. Aan de muren hangen kleurige kunstwerken, gemaakt door ‘een borderliner’ van de tweede verdieping. En, aan een haakje, haar zachte, rode lievelingsjurk.

Decoratie in een kamer op de zevende verdieping.Beeld Waldthausen Marlena

Dagenlang zal Lize in gesprekken om die jurk huilen: dít is zij, zegt ze, maar ze kan het niet zijn.

Lize slaat ook wel eens een medebewoner tegen de grond, ‘knock-out’ volgens haarzelf. En ze trapt karate tegen de muren. Dat deed ze als kind al, ze weet niet waarom, ‘ik wilde mezelf altijd al beschadigen’.

Ze praat over mannen, over spinnen die in haar benen wonen en een wereld die het op haar heeft gemunt. Wat Lize werkelijk overkwam en wat niet, is niet meer te achterhalen.

Hoofdkantoor

Berry Kessels is verantwoordelijk voor de Akker als manager Wonen bij Volkshuisvesting, de grootste woningcorporatie van Arnhem, met ruim twaalfduizend woningen. Per jaar veranderen een kleine duizend van deze woningen van bewoner. En van de nieuwe bewoners is nu 80 procent alleenstaand. Belangrijke oorzaken zijn echtscheiding en veranderingen door de Wmo, zegt Berry Kessels.

Vorige maand trok de vereniging van woningcorporaties Aedes zelf aan de bel: de leefbaarheid in de armste wijken gaat in heel Nederland achteruit. Gezinnen trekken weg en daar komen alleenstaanden, statushouders en steeds meer bewoners met psychische beperkingen voor in de plaats. Vooral die laatste groep bezorgt veel stress en overlast. De aandachtswijk wordt snelkookpan.

‘Bovendien worden de problemen van mensen steeds complexer’, zegt Berry Kessels. ‘Ik vind dat de last van de hele maatschappij té eenzijdig wordt gelegd op de schouders van mensen in sociale huurwoningen. Ik denk dat we vaker moeten zeggen: dit kán hier dus niet.’

Toen het experiment in de Akker al een tijdje draaide, raakte in de wereld van woningcorporaties een term in de mode, vertelt Berry Kessels: ‘We noemen het ‘magic mix’. Dat betekent dat je zowel kansrijke mensen als mensen waar wat mee is bij elkaar zet en dat daar dan iets magisch kan gebeuren. Daar hoopten wij ook op.’

En?

‘Laat ik zeggen: zóveel levendigheid hoeven we even niet meer.’

Receptie en tweede verdieping

We zijn toch niet welkom op de tweede etage. Na de dwangopname van de eerste dag vindt men dat daar ‘te onrustig’.

De tweede, derde en vierde verdieping van de Akker zijn verhuurd aan de Arnhemse Regionale Instelling voor Beschermende Woonvormen (RIBW): daar wonen nog eens ruim dertig psychiatrische patiënten onder 24-uursbegeleiding. En op de tweede verdieping wonen de patiënten met de zwaarste problemen, voor ongeveer vierentwintig maanden.

Een van de bewoners van de tweede komt steeds even gedag zeggen bij de receptie. Een vriendelijke, onwelriekende man. Hij loopt wel eens om de balie heen, wat eigenlijk niet mag, en vouwt zijn kolenschop dan om de stille hand van Jitty Spel. Jitty kijkt hem dan alleen maar strak aan. Als de man vertrokken is, pakt ze met haar goede hand een flesje alcohol uit een roze toilettasje en ontsmet ze zichzelf met driftige gebaartjes ‘Zo’, zegt Jitty. Met Sinterklaas kreeg ze ‘een hele stapel’ nieuwe flesjes.

Iemand anders van de tweede gooide een keer een broodje naar haar hoofd en Jitty is dan dus niet bij machte weg te duiken. Het landde recht in haar gezicht. ‘Toen zei ik maar dank u wel. En hij zei meteen sorry.’

Het was maar een bróódje, zegt Jitty. Geen baksteen.

Begane grond en eerste verdieping

Lisette Mos organiseert voor Volkshuisvesting de exploitatie van de ‘magic mix’ vanuit de Akker.

De begane grond en de tiende verhuurde Lisette aan een sportschool voor de buurt en aan ‘huiskamerrestaurant’ Sama Sama. Er kwamen drie vergaderruimtes en kleine bedrijfjes tot op de eerste: kapper, winkeltje met Marokkaanse trouwjurken, boekhouder. Niet alles bleek er te werken: de kapper moppert over onrust en de acupuncturist vertrok, omdat de sporters soms voor bootcamps door de gang stampen – niet handig als je in de weer bent met precisienaalden.

Toen er wel wat erg veel oude en problematische mensen in de Akker kwamen wonen, haalde Lisette de montere organisatie ACT in huis, die jonge drop-outs in het restaurant alsnog richting een diploma begeleidt. En ze regelde dat de politie vanaf januari een wijkkantoortje in haar kamer opent – ze komen toch al vaak langs.

In de praktijk blijken gezonde mensen de bewoners waar wat mee is toch vaak een beetje uit de weg te gaan. ‘De opzet van de Akker was het samensmelten van alle partijen’, zegt Lisette. Dat is nog niet helemaal gelukt. ‘Iedereen moet toch eerst zijn eigen toko op orde brengen.’

Neem Shirley Jonathans en Saskia Kraaijveld, die vol idealen restaurant Sama Sama begonnen, met leerwerkplaatsen in de keuken en een sociaal menu. Tussen Kerst en Nieuwjaar gaan ze ‘een week lang knallen’ voor mensen uit de buurt wier dagbesteding werd wegbezuinigd. Kerststukjes maken. Een buffet.

Ze durfden de Akker aan, omdat ze mochten koken voor de zevende etage. Maar dat contract is intussen dus opgezegd. ‘Dat was wél zeg maar onze zakelijke basis’, zegt Saskia zorgelijk. ‘Dat hadden we wel graag wat eerder geweten.’

Zevende verdieping

Een paar kamers naast die van Lize laat een man zonder oog het bezoek naast zich op bed zitten. Het is de enige vrije ruimte in zijn met dozen volgestouwde kamer. Dan test hij of je wel in de diepe holte in zijn schedel kijkt. Vertelt intussen mopperend over zijn leven.

Een rusteloze jongen zoekt in alle kamers naar shag en Lize.

Een man met een geweldsprobleem zal met terzijdes over zijn seksdrive uit de doeken doen hoe je van oud ijzer cocaïne kunt betalen.

Interimdirecteur René Wever begon bij Gewoon Zo toen Volkshuisvesting de huurovereenkomst al had opgezegd, omdat deze bewoners ook hier niet te handhaven bleken. En omdat de vorige leidinggevende ‘niet altijd even helder communiceerde’ als er wat misging. Zelf vertellen zijn cliënten hoe ze elkaar ’s nachts op de zesde etage klappen uitdeelden – de leiding zat op de zevende.

Ook de laatste bewoners hoeven pas weg als René Wever andere opvang heeft gevonden. ‘Maar overal lijkt het adagium nu: bent u raar, dan hoort u hier niet, dan slaapt u maar gewoon onder een brug.’

Lize woonde maanden in een tent in park Sonsbeek, voordat ze naar de Akker kon. René Wever: ‘De maatschappij wil dat deze mensen tussen gewone mensen wonen én heeft steeds minder tolerantie voor afwijkend gedrag. Dat gaat moeilijk samen.’

Een Koerd met een hersenbeschadiging zal dagenlang op fluistertoon uitleggen waarom de leiding niet te vertrouwen is en gearresteerd dient te worden, ‘zorgen jullie daarvoor?’

Vijfde verdieping

Dan rust op de vijfde. Nieuw laminaat, de muren fris roze. Makbule Gemril en haar zusje Hilal begonnen hier een klein verzorgingshuis voor ouderen met een islamitische achtergrond met de naam Nefes, Turks voor ‘ademhaling’.

Makbule wilde eigenlijk de mode in. Toen zag ze vrienden van haar Turkse ouders dementeren – de eerste gastarbeiders lopen intussen tegen de 80. Makbule zag hoe ze hun Nederlands vergaten en hoe moeilijk hun dochters het kregen, die moesten mantelzorgen. Een verpleeghuis is ondenkbaar voor veel Turken en Marokkanen. Makbule: ‘Maar steeds meer vrouwen moeten daar óók gewoon werken om nog rond te komen.’

In Nefes mag de Turkse tv de hele dag aan en krijgen bewoners zoete thee met lekkers. ‘We proberen wel iets te doen, maar buitenlanders houden niet van knutselen’, zegt verpleegkundige Fatma Direnc (25), die zich probeert op te stellen als een lieve dochter, om de pijn wat te verzachten.

In Malburgen wonen veel moslims, maar toen ze folderden voor een open dag kwam er niemand, zo groot is het taboe. Fatma ziet nu mensen binnenkomen die thuis te lang enigszins zijn verwaarloosd. ‘De eerste tijd komt de familie hier heel vaak. Maar daarna komen ze vaak juist veel te weinig, omdat ze eindelijk hun vrijheid terug hebben.’

Verpleegkundige Fatma Dirence met een bewoonster van Nefes, een kleinschalig verzorgingshuis voor ouderen met een islamitische achtergrond.Beeld Marlena Waldthausen

Een handvol bewoners slaapt in een rolstoel voor de televisie. Fatma loopt naar een bewoonster die ook Fatma heet en liefst de hele dag thee drinkt en chips eet in haar kamer. Ze is gek op de jonge Fatma: ‘Zó lief! En kijk eens wat een mooie ogen!’ Fatma junior schatert en aait de oude dame over haar hand.

Op de toegangsdeur naar de vijfde verdieping zit inmiddels een cijferslot, sinds de verslaafde bewoners van Gewoon Zo soms ’s nachts in de gang stonden. Makbule, fronsend: ‘Ze deden gelukkig niks.’ Maar eng was het wel.

Derde en vierde verdieping

Op de vierde verdieping van het RIBW vatten persoonlijk begeleiders Sanne en Richie samen wat er veranderde. Vroeger kregen mensen die dat nodig hadden de beschikking ‘beschermd wonen’ voor wel tien tot vijftien jaar. Sinds de Wmo duren de meeste nog maar drie tot zes maanden. ‘Wie vroeger in de kliniek zat woont nu in een beschermde woonvorm. En wie vroeger in een beschermde woonvorm woonde wordt nu al snel ambulant begeleid in een eigen woning.’ Iedereen krijgt daardoor te maken met mensen met zwaardere problemen. Aan veel mannelijke hulpverleners kun je dat ook echt zien: die hebben intussen het postuur van een uitsmijter.

Op de derde etage vertelt Maureen (54) met lichte heimwee over de gesloten kliniek waar ze een groot deel van haar leven doorbracht, ‘een soort Centerparks’ in de bossen, met haar eigen huisje. Ze probeerden haar met ambulante hulp in een zelfstandige woning onder te brengen, maar dat mislukte.

Zevende verdieping, kantoortje

Op de gang naast het kantoortje van Gewoon Zo wordt nogal verontrustend geschreeuwd. ‘Maar alarmerend is het niet’, zegt zzp-verpleegkundige Carla Hoetink, terwijl ze een oogje op haar collega buiten houdt.

Coördinator Martijn Temmink zal als eerste beamen dat de clientèle erg moeilijk is. Carla werd elders tijdens haar werkzaamheden weleens zo hard geslagen dat ze een hersenschudding opliep, agressie is onderdeel van haar werk, zegt ze. Martijn wil zelf ‘ook niet naast zo’n heftig iemand wonen’.

Maar ze worden hier dus wel geplaatst: het wijkteam brengt de mensen recht uit het plantsoen, de gevangenis belt als er eentje is vrijgelaten die door niemand wordt opgehaald. Anderen werden al als ‘onhoudbaar’ uit psychiatrische klinieken gezet. ‘Wij zien hun verslaving als deel van hun probleem’, zegt Carla. ‘Dat ze hier nu ook weer weg moeten, is verschrikkelijk voor deze mensen.’

Achtste en negende verdieping

De achtste verdieping is verhuurd aan statushouders, daar wonen wat Syrische en Eritrese jongemannen, maar die zijn er nooit of doen niet open als je aanklopt. De gezamenlijke keuken op de gang hier brandde al snel enigszins af, zei Lisette droogjes bij een eerste rondleiding, omdat niet iedereen wist hoe die te gebruiken. Is compleet vervangen en nu gaat het, met wat aanwijzingen, beter.

Op de negende verdieping bedacht Volkshuisvesting ‘pauzewoningen’, één voormalige bejaardenkamer voor mensen die na een scheiding in een situatie zitten waar ze snel uit moeten, op indicatie van een hulpverlener. Veel mensen in stressvolle omstandigheden. Ze willen er wel over vertellen – van vechtscheiding tot een halsoverkop vertrek na de aardbeving op Sulawesi – maar niet in de krant.

Nezam Nizamuddin komt oospronkelijk uit Afghanistan maar woont al 20 jaar in Nederland. Hij werd net genaturaliseerd. Hij woont op de negende etage en hoopt straks een eigen appartement de vinden.Beeld Marlena Waldthausen

Op de achtste en de negende behandelen mensen elkaar argwanend. Soms lopen er ook dealers rond, zeggen ze, binnengesmokkeld door bewoners van de zevende. De enige openhartige bewoner op de negende is Nezam Nizamuddin uit Afghanistan, die liever niet op de achtste komt. ‘Ik heb net een Nederlands paspoort, kijk maar, ik hoor nu hier.’ In de hoek van zijn kamer staat een klein harmonium, aan de balkondeur hangt een parkietje in een kooi.

Hij voelt zich eenzaam. Afghanen roddelen te veel en Nederlanders laten je niet dichtbij komen. Behalve Willy dan, de vrouwelijke huismeester van de Akker. Willy sleept hem door de Nederlandse papierwinkel en soms ook door de buurt.

Begane grond

Het begin in de Akker was socialer dan nu, zegt huismeester Willy Meijer. Willy kon toen nog een cursus Nederlands aan de statushouders geven. Maar de woningcorporaties moesten verzakelijken, dus dat hield op. Willy moedert nu maar wat over Nezam, ze hielp hem ook aan werk als elektricien.

Een flat voor iedereen blijft een zaak van koppig improviseren.

‘Ik heb hier al zóveel zielige mensen meegemaakt’, zegt Edith Brands (59). De vaste schoonmaakhulp van de Akker. Noemt zichzelf goedgehumeurd ‘poetsmiep’, sinds ze zichzelf na een ongewilde scheiding in een paar maanden uit de bijstand wist te werken.

Edith slaat graag even een arm om zo’n treurig iemand heen. Dan rookt ze een sigaretje samen: ‘En als ’ie drinkt, zal ik hem niet veroordelen. Want dan denk ik: daar zal wel een reden voor zijn’.

Dat is de Akker op zijn best. In de mensen zelf is vaak nog wel wat ruimte, maar buiten werd het guur.

De naam van Lize is om redenen van privacy gewijzigd.