Direct naar artikelinhoud
ReportageStedenband

Het geheim van de Frans-Duitse vriendschap: praat niet over religie of politiek

Hans-Joachim Paul (links) en Norbert Schwanengel uit Herne.Beeld Marlena Waldthausen

Bondskanselier Merkel en president Macron willen de Frans-Duitse vriendschap nieuw leven inblazen met een gemoderniseerd Élyséeverdrag. Dit historische verdrag bracht vele stedenbanden voort, die nog altijd worden gekoesterd. ‘Het waardevolste wat je met elkaar kunt delen, is tijd.’

Het moet in het midden van de jaren tachtig zijn geweest, denkt Hans-Joachim Paul. De stedenband tussen zijn woonplaats Herne in het Duitse Ruhrgebied en het Noord-Franse Hénin-Beaumont bestond al zo’n dertig jaar, en voor het eerst was de Duitse delegatie uitgenodigd voor de jaarlijkse herdenking van slachtoffers van de beide wereldoorlogen in de Franse gemeente. Een gevoelig moment. ‘Ik kan me die dag nog precies voor de geest halen.’

De 74-jarige Paul zat zoals altijd naast zijn burgemeester, om te vertalen. Vlak voor het begin van de plechtigheid stootte de Franse burgemeester zijn Duitse ambtsgenoot aan: of het niet aardig was als hij na afloop een paar spontane woorden zou spreken namens de Duitsers. Paul zag de burgemeester van Herne bleek wegtrekken en discreet richting wc verdwijnen.

Ongeveer een kwartier later dook hij weer op, met een klein spiekbriefje. Zijn speech. De burgemeester stamelde zinnen van schaamte en dankbaarheid. Paul vertaalde hakkelend van Duits naar Frans. Ze durfden pas weer te ademen toen een daverend applaus van Franse zijde over hen uitbrak.

Op een januari-ochtend in 2019 zit Hans-Joachim Paul, gepensioneerd leraar, samen met zijn vriend Norbert Schwanengel (75) thuis in Herne op de bank van donkerbruin leer. Met al even donkere stemmen, het resultaat van een imposante rokersloopbaan, blikken ze terug op de stedenband waarin de vrienden sinds hun studententijd een groot deel van hun vrije tijd steken. Paul is zelfs zo actief, dat hij sinds een paar jaar de enige Duitse ereburger van Hénin-Beaumont is, vertelt Schwanengel. ‘Ach wat’, zegt Paul. Hij bloost.

Vriendschap op verschroeide aarde

Voor veel mensen van de generatie van Paul en Schwanengel is een stedenband een tastbaar bewijs van de vriendschap die op de verschroeide aarde van twee wereldoorlogen kon groeien. Na 1945 zijn 2.200 banden ontstaan tussen Duitse en Franse gemeenten, meer dan tussen welke twee andere EU-landen dan ook. De meesten werden gesloten in het kielzog van het Elysée verdrag, het Frans-Duitse vriendschapsverdrag uit 1963 (zie kader).

Paul en Schwanengel zijn niet gek. ‘Voor jonge mensen klinkt het begrip stedenband waarschijnlijk niet erg opwindend, zeker nu iedereen vliegtickets kan kopen naar elke bestemming ter wereld’, zegt Schwanengel. ‘Maar ik zeg u: tientallen jaren dezelfde groep mensen ontmoeten is iets anders dan vakantie. Dan maak je echt kennis.’ En Paul: ‘Het waardevolste wat je met elkaar kunt delen is tijd.’

Hans-Joachim Paul (links) en Norbert Schwanengel uit Herne.Beeld Marlena Waldthausen

De Frans-Duitse stedenbanden tieren welig, concludeert een vorige zomer verschenen studie van de Bertelsmann Stiftung. De politiek onafhankelijke denktank hield daarvoor een enquête onder 1.300 Franse en Duitse gemeenten. In veel gevallen reizen jaarlijks delegaties heen en weer: burgers en ambtenaren, maar ook scholieren en voetbalteams. Een relatief jonge trend is het aanbieden van stageplaatsen aan jongeren uit de partnergemeente. Het enige probleem waar de meeste partnerschappen mee kampen: vergrijzing binnen de organisatie.

De foto’s die Paul en Schwanengel laten zien, bevestigen die indruk. Maar ze willen niet pessimistisch zijn: ‘Onze kinderen hebben minder tijd dan wij, de maatschappij is haastiger geworden. Maar ze zijn doordrongen van het belang van de zaak.’

Mijnramp

De stedenband tussen Herne en Hénin-Beaumont is er niet zomaar één uit 2.200. De vriendschap begon in 1906, met de meest dodelijke mijnramp uit de Europese geschiedenis. In dat jaar ontplofte een deel van de steenkoolmijn van Corrières, vlakbij Hénin, in het departement Pas-de-Calais. De explosie en de grote brand die daarop volgde kostten 1.100 mijnwerkers het leven.

Uit het Ruhrgebied toog een groep vrijwilligers naar Frankrijk om te helpen, waaronder mijnwerkers uit Herne. De Duitsers wisten dertien mensen levend uit de schacht te halen. ‘Dat de Duitse erfvijand kwam helpen, dat hebben de Fransen nooit vergeten’, zegt Schwanengel.

Het was die geschiedenis waardoor Robert Brauner, de eerste naoorlogse burgemeester van Herne, in 1952 in de auto naar Frankrijk durfde te stappen. Brauner was sociaal-democraat, in de nazitijd had hij drie jaar in een tuchthuis gezeten. Hij vroeg zijn Franse collega of er een kans was op vernieuwing van de oude vriendschap. Waarop Fernand Darchicourt, een socialist, de historische woorden sprak: ‘Wie verbonden is in vriendschap, schiet niet op elkaar.’ Twee jaar later werd de stedenband officieel beklonken.

Gaan de gesprekken 65 jaar later nog steeds veel over politiek? Op de leren bank wordt fanatiek nee geschud. ‘Voor een goed en langdurig partnerschap geldt maar één regel’, zegt Schwanengel. ‘Praat over alles, behalve over religie en politiek.’

Mijnramp
Beeld Volkskrant Infographics

Front National

Maar dat laatste is sinds vijf jaar moeilijk geworden. In 2014 kozen de inwoners van Hénin-Beaumont met grote meerderheid een burgemeester van Front National. En niet zomaar een, maar Steeve Briois, een belangrijke vertrouweling van Marine le Pen die zelfs een poos partijvoorzitter was. Voor het gemeentebestuur van Herne was het een reden de contacten ‘tot een politiek minimum te beperken’.

Dus werden de festiviteiten ter ere van het zestigjarige jubileum van de vriendschap goeddeels afgeblazen, en heeft de burgemeester van Herne sindsdien geen bezoek meer gebracht aan Hénin-Beaumont.

Een onbegrijpelijke beslissing, vinden Paul en Schwangenel, omdat de stedenband ‘boven politieke verhoudingen uit stijgt.’ En omdat de Duitse burgerdelegatie door Briois nog wel met alle égards wordt ontvangen op het gemeentehuis.

‘Tja,’ zegt Frank Dudda aan de telefoon. De burgemeester van Herne, traditiegetrouw een sociaal-democraat, weet dat mensen als Paul en Schwanengel ‘zeer teleurgesteld zijn’ over zijn houding.

Is hij niet bang dat de gemeente de historisch hard bevochten vriendschap zo de nek omdraait? ‘Herne heeft de stedenband niet officieel afgebroken’, zegt Dudda, en wijst erop dat de gemeente de vereniging ook nog financieel steunt. Maar zolang Hénin-Beaumont wordt bestuurd door een ‘sleutelfiguur van een anti-Europese partij’, ontvangt hij geen officiële delegatie op het stadhuis. ‘We hebben er vorig jaar opnieuw over gestemd. Alleen de twee raadsleden van de AfD waren het daar niet mee eens.’

Hans-Joachim Paul en zijn vrouw rijden over twee weken weer naar Hénin-Beaumont. ‘Niets officieels. Nu gaan we langs bij een familie waarmee we in de loop der jaren bevriend zijn geraakt.’

Frans-Duitse vriendschap

Het is dinsdag precies 56 jaar geleden dat de Franse president Charles de Gaulle en de Duitse Bondskanselier Konrad Adenauer het Elyséeverdrag ondertekenden en daarmee in 1963 officieel een einde maakten aan het ‘Frans-Duitse erfvijandschap’.  Zo legden twee monumentale regeringsleiders in hun politieke nadagen de kiem voor een politieke vriendschap die cruciaal zou blijken voor de totstandkoming van de Europese Unie.

Angela Merkel en Emmanuel Macron willen die vriendschap nieuw leven inblazen met een gemoderniseerd verdrag en een plechtigheid in Aken. Meer samenwerking op het gebied van veiligheid en defensie en tal van projecten in Frans-Duitse grensregio’s staan op de rol. 

Het komt allemaal op een moment dat de EU het zwaar te verduren heeft. Zwaarder dan ooit misschien wel. Vanwege de Brexit, de anti-Europese partijen die in bijna alle lidstaten de wind mee hebben en vanwege de uitholling van democratie en rechtsstaat in lidstaten Hongarije en Polen.

Ze doen dat bovendien op een moment dat Angela Merkel op haar laatste benen loopt – al weet niemand hoe taai die benen zijn. Zullen ze haar nog maanden dragen, of nog jaren? Ondertussen probeert Macron al maanden vergeefs de protestbeweging van de gele hesjes onder controle te krijgen. Het roept voor Duitse commentatoren de vraag op of het Élyseeverdrag, en daarmee de Frans-Duitse vriendschap, anno 2019 echt meer is dan alleen symboliek.