Direct naar artikelinhoud
De tragiek van George Soros: hij steunde talloze projecten, en nu keren de ontvangers zich tegen hem
EssayGeorge Soros

De tragiek van George Soros: hij steunde talloze projecten, en nu keren de ontvangers zich tegen hem

Beeld Jordan Andrew Carter

In Oost-Europa doneerde George Soros aan talloze projecten. Nu keren de ­ontvangers van zijn steun zich tegen hem, met antisemitische propaganda – waarvan in het Westen een echo klinkt.

Zijn filantropie reikt tot in mijn Ikea-kasten. Ik heb net vier boeken uit onze Billy met Roemeenstalig werk tevoorschijn gehaald – alle vier aangeschaft omstreeks 1995, toen ik in Boekarest studeerde. Drie van de vier titels kwamen tot stand ‘met hulp van het Open Society Institute’. Dat instituut was het geesteskind van één enkele man. Je kunt ook zeggen: die boeken verschenen met geld van George Soros, speculant en filantroop en in 2018 véél in het nieuws. Op 19 december koos The Financial Times hem op zijn 88ste tot Man van het Jaar.

Ach, Soros. Zonder zijn instituten voor open samenlevingen waren in de jaren na 1989 in Midden- en Oost-Europa heel wat minder boeken verschenen – en zéker geen Poolse, Roemeense en Bulgaarse vertalingen van The Open Society and Its Enemies van Karl Popper en 1984 van George Orwell.

Soros: hij was het die ten oosten van de Elbe armlastige schrijvers, uitgeverijen en literaire tijdschriften in leven hield. Soros deed daar nog wel meer. Hij financierde Engelse taalcursussen, onderwijsmateriaal en schoolmeubilair. Hij financierde gehandicaptenzorg, jeugdzorg en blijf-van-mijn-lijfhuizen. Hij financierde non-gouvernementele organisaties voor persvrijheid, vrouwen- en lhbti-rechten. Hij financierde kunst- en cultuurprogramma’s. Hij financierde seksuele voorlichtingscampagnes en aidsbestrijding. Hij verstrekte beurzen aan studenten uit weinig kapitaalkrachtige milieus, en dat waren er véél, ik ken er aardig wat persoonlijk.

De opsomming is onvolledig. In plaats van wat Soros in Oost-Europa deed kun je net zo goed vragen wat Soros daar eigenlijk niet deed. In Roemenië was het een kwart eeuw terug tamelijk simpel: wie geen geld kreeg van de voormalige communistische staat of de orthodoxe kerk, had Soros als reddingsboei. ‘Ik ga het bij Soros proberen’, was een gevleugeld zinnetje, net als: ‘Misschien wil Soros dat betalen.’ Het Open Society Institute had vele fondsen.

Algemeen belang

Een klassiek bezwaar tegen filantropie betreft de willekeurigheid ervan. Een filantroop heeft een particulier belang, terwijl een overheid het belang van iedereen dient, het algemeen belang. Maar dat is idealiter het geval. Want in het Oost-Europa van na 1989 waren voormalig communistische overheidsfunctionarissen dermate veel bezig met particuliere zelfverrijking dat van een algemeen belang nergens sprake was.

In Soros’ visioen zou zijn filantropie leiden tot politieke bewustwording waardoor ‘civiele overheden’ zijn werk op den duur zouden kunnen overnemen. De jongeren die vanaf 1989 met zijn geld gingen studeren, wist Soros, dat waren de politici en de overheidsfunctionarissen van de toekomst. Het was wachten op een nieuwe verantwoordelijke generatie die de open maatschappij een warm hart zou toedragen en voor sociale rechtvaardigheid zou zorgen. In 1989 vertrok ene V. Orbán, toen 26, met een beurs van Soros naar het Pembroke College in Oxford om zich daar in de politieke wetenschappen te bekwamen. Deze V. Orbán is nu premier van Hongarije en omringd door mensen die óók met geld van Soros de merites van de open maatschappij bestudeerden, en van wie Soros, eufemistisch geformuleerd, stank voor dank krijgt.

Want dit jaar hing Boedapest vol electorale affiches waarop Soros net zo grijnsde als mensen van dezelfde etnische origine tachtig jaar terug op affiches uit het Derde Rijk. Met deze posters waarschuwde Orbán kiezers hun vaderland niet door Soros’ ‘antinationale geldstromen’ te laten ondermijnen. Het was de eerste onverhuld antisemitische campagne in het Europa van na 1945, met nota bene de voormalige broodheer van de gangmakers als schrikbeeld op de affiches.

Onfrisse zones

Soros was dit jaar nog veel vaker in het nieuws. De filantroop die lange tijd alleen een begrip was in Oost-Europa, kreeg in 2018 op zijn 88ste alsnog bekendheid bij een groot westers publiek – met dank aan de gestaag uitdijende onfrisse zones van het wereldwijde web. In oktober werd een bompakket bij Soros’ huis in Bedford bij New York bezorgd, van de hand van dezelfde extreemrechtse Amerikaan die ook de Obama’s en Clintons op ontplofbare post trakteerde. Wie in dezelfde divisie speelt als de Clintons, die heeft het als haatobject ver geschopt. Een andere geradicaliseerde Amerikaan had vóór hij op 27 oktober elf mensen doodschoot in de synagoge van Pittsburgh op sociale media uitgebreid zijn geloof beleden in Joodse complotten waarin Soros een hoofdrol speelt – complotten die door sites als 4chan dagelijks worden gepropageerd.

In de alternatief-rechtse zones van het wereldwijde web kun je véél leren over Soros’ activiteiten ter ondermijning van natiestaten en vaderlandslievende mannen als Trump, Orbán en Baudet. Online leer je ook dat Soros’ ‘parasitaire filantropie’ voortvloeit uit zijn afkomst: op 4chan.com is er nauwelijks een naam die nóg Joodser klinkt.

Noem dat een wrange grap van de geschiedenis. George Soros werd in 1930 in Boedapest geboren als György Schwartz. Luttele jaren later deed zijn vader in een klimaat van oprukkend antisemitisme afstand van de naam Schwartz om de familie ‘Hongaarser’ te maken. ‘Soros’ is een fraai Hongaars palindroom. Dankzij die naam werden de knokploegen van de Pijlkruisers om de tuin geleid.

De tiener György Schwartz kon zich als György Soros voordoen als volbloed Hongaars petekind van een ministeriële functionaris. Zo bleef hij in Boedapest toen de Joodse bevolking van de stad voorjaar 1944 door de SS werd gedeporteerd. Na de stalinistische machtsovername in Hongarije in 1947 week zijn familie uit naar Groot-Brittannië. De twintiger Soros vertrok naar New York, waar hij in de decennia erna in de financiële sector ‘geld met geld’ zou scheppen. Beroemd dan wel berucht werd hij met zijn speculatie tegen het Britse pond, waarmee hij op één dag in 1992 een miljard verdiende.

George Soros in 2015.Beeld REUTERS

Etnische homogeniteit

Ga in 2018 online en je leert dat Soros zijn formidabele kapitaal inzet om de etnische homogeniteit van natiestaten zodanig uit te hollen dat die ten dode zijn opgeschreven. Hij zit achter ‘islamistische ngo’s’ die heimelijk vluchtelingen naar Europa en de VS loodsen – allemaal uit naam van de ‘mensenrechten’, een bij de alt-right minstens zo gehekeld begrip als ‘ngo’s’. De anti-Sorosretoriek van het web drong dit jaar door tot mainstream media. In deze krant schreef een columnist dat Soros ‘een reeks organisaties steunt die via een bochtje zijn verbonden met de radicale Moslimbroeders’, zonder enige specificatie en zonder enig hard bewijs. Thierry Baudet kreeg niettemin een pluim voor zijn oproep de geldstromen van Soros in Nederland eens goed te onderzoeken.

We leven in een tijd waarin je met een suggestie al ver komt. Een gevolg van de optelsom van suggesties is dat de naam Soros inmiddels ook in gewone media vergezeld gaat van het adjectief ‘controversieel’. Dat zegt iets over 2018. Mensen die een kwart eeuw terug de term ‘controversieel’ voor Soros gebruikten, kwamen uit de oude communistische onderdrukkingsapparaten. Zij verweten Soros tenminste iets wat hij ook écht deed, namelijk het financieren van onderzoek naar staatsterreur vóór 1989. Dat Soros uit is op de islamisering van Europa, kan elke anonieme figuur op een website verzinnen. Dat we dankzij Soros meer kennis hebben van de omvang van de Goelag, kun je aantonen.

Soros: op zijn 88ste staat hij plotseling hoog in de haatparade. Probeer je te ontleden wát Soros in 2018 tot haatobject maakt, dan stuit je op een mengsel van bestanddelen. Soros vergaarde zijn fortuin door te speculeren op de financiële markten, een branche die de wereld recentelijk een hoop ellende bezorgde. Soros – een bestrijder van etnisch denken en géén vriend van Israël – heeft een etnische komaf die een bepaald soort mensen al eeuwen associeert met woekeren. 

Soros houdt er progressieve (liberal) overtuigingen op na en doneert al een halve eeuw forse bedragen aan gelijkgestemden die doorgaans niet kapitaalkrachtig zijn. Typische adjectieven voor Soros zijn typische scheldwoorden van de alt-right: kosmopolitisch, multicultureel, politiek correct, gutmenscherig.

Lap van een toreador

Speculant, steenrijk, activistisch, politiek correct én van Joodse komaf. Op het wereldwijde web kleurt zo’n amalgaam even rood als een lap van een toreador in een Spaanse arena. Haal er één bestanddeel uit en het is niet half zo krachtig.

Stel bijvoorbeeld dat Soros niet gul aan mensenrechtenorganisaties maar aan conservatieve denktanks zou doneren. Zou Baudet dan óók roepen dat ‘de geldstromen van Soros’ zich aan democratische controle onttrekken? Vele geldstromen, donaties en schenkingen van rijken met conservatieve of nationalistische opvattingen onttrekken zich eveneens aan democratische controle. De National Rifle Association krijgt aan één stuk door schenkingen. Anti-abortusbewegingen wereldwijd worden gefinancierd door kapitaalkrachtige sympathisanten. Zelden wekken die de verontwaardiging van de critici van Soros. Zou Soros worden beschuldigd van steun aan ‘organisaties die via een bochtje zijn verbonden met de radicale Moslimbroeders’ als hij niet royaal aan vluchtelingen zou doneren? In Saoedi-Arabië en de Arabische Emiraten – veel geprezen door Trump en niet getroffen door diens inreisverbod – wonen diverse miljonairs die niet ‘via een bochtje’ maar rechtstreeks aan radicale islamitische groepen doneren. Die reëel bestaande sponsors van salafisme hebben weinig last van Baudet, flink-rechts en alt-rechts: erger is immers Soros.

Eén verklaring voor Soros-haat ligt besloten in een karakterisering uit het Oost-Europa van een kwart eeuw terug: Soros is een roofdier dat zich atypisch gedraagt. Van zulk gedrag ‘raakt de natuur in de war’. Een vos hoort het kippenhok onveilig te maken. Een vos die ineens kippen gaat beschermen maakt zich bij andere vossen niet geliefd. Wie rijk wordt met wildkapitalistische activiteiten hoort zich in te zetten voor belastingparadijzen of de Republikeinse Partij of hotels in Dubai – niet voor Syrische vluchtelingen, Bulgaarse literaire tijdschriften of vervolgde Russische lhbti’ers.

Soros was zijn tijd vooruit toen hij in de hoogtijdagen van het neoliberalisme riep dat de markt na het wegvallen van het Sovjet-imperium de grootste bedreiging was geworden voor de open samenleving. Maar welke geloofwaardigheid bezit een wilde kapitalist die de wereld tegen wild kapitalisme wil beschermen? Kan iemand die in één dag met meedogenloos speculeren een miljard verdient überhaupt een gutmensch zijn?

Wat voor zijn critici excessief tegenstrijdig was, zag Soros zelf slechts als excessief rationeel: dit financiële systeem bestaat, dit systeem benut je maximaal, met wat je eruit haalt probeer je de wereld ‘in de goede richting’ te duwen. In het gedachtengoed van Soros gaat zulk rationalisme gepaard aan een besef van de onvoorspelbaarheid van alles. We kunnen alle factoren die een ontwikkeling in gang zetten onmogelijk doorgronden. Omdat ons begrip van een situatie per definitie te wensen overlaat, is het onvermijdelijk dat we vaak verkeerd zitten. De kunst is je fouten te corrigeren. Zijn succes als speculant weet Soros exclusief aan zijn foutcorrectie. In zijn optiek was hij geen durfkapitalist maar een kapitalist die ‘iets’ durfde, namelijk snel feilbaarheid onderkennen. De speculant Soros, vertelde de denker Soros, kon sneller dan concurrenten andere scenario’s van stal halen omdat hij níet eerst door een ontkenningsfase heen hoefde. Koppigheid, trots, woede en andere ‘irrationele ego-dingen’ brengen een speculant nergens.

Lap van een toreador
Beeld Jordan Andrew Carter

Verkeerde kant

Eenvoudige zelfhulp van Soros: wees je ervan bewust dat alles zich altijd ineens helemaal tegen je kan keren. De tragiek van Soros is dat de markten zich altijd in zijn voordeel herstelden, maar dat op de plek waar het hem allemaal om te doen was, de wereld zelf, alles aan de eind van zijn leven de verkeerde kant opgaat. Onrustbarend is in 2018 niet de koers van de beurs, maar de koers van de wereld. Soros deed letterlijk alles wat in zijn vermogen lag om open samenlevingen in Oost-Europa van de grond te krijgen – in de regio rukken nationalisme, conservatisme en autoritarisme weer op. Gevestigde open samenlevingen worden ondertussen eveneens bedreigd. In de VS trad een president aan die behalve een typisch roofdier ook een typische vijand is van de open samenleving zoals Soros’ leermeester Karl Popper die schetste – een president die óók twittert dat Soros het brein is achter samenzweringen.

Twitter bericht wordt geladen...

Nog tragischer voor Soros is de opkomst van Viktor Orbán. Het zijn uitgerekend politici uit zijn geboorteland die met zijn geld studeerden die zijn erfenis het agressiefst ontmantelen. De jonge Orbán had een Soros-beurs, de gerijpte Orbán is de architect van de 21ste-eeuwse versie van de gesloten samenleving waarin hoge hekken tegen vluchtelingen worden opgetrokken. In dat proces wordt korte metten gemaakt met het politiek pluralisme, de rechtsstaat en Soros’ Centraal Europese Universiteit in Boedapest.

Soros zou Soros ontrouw zijn geweest als hij had gedacht dat één man de loop van de geschiedenis kan veranderen, hoeveel geld zo’n man daar ook aan besteedt. Hij heeft gedaan wat hij kon, helaas, zo zei Soros onlangs, ‘het speelveld is erg slecht gekanteld’. Hoe we het kunnen keren, ziet hij niet een-twee-drie: ‘Ik zie een enorm onevenwicht in de wereld.’ We mogen hopen dat de wereld net als de speculant onverwacht en onvoorzien geluk heeft.