Direct naar artikelinhoud

Erdogan zet in op verjagen Syrisch-Koerdische strijders en riskeert daarmee confrontatie met Amerikanen

Het Turkse leger zal de Syrisch-Koerdische strijders verjagen uit de gehele grensstrook in het noorden van Syrië, tot aan de Iraakse grens. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft dat vrijdag gezegd in een toespraak voor partijgenoten in Ankara.

President Recep Tayyip ErdoganBeeld afp

Met zo'n operatie riskeert hij een confrontatie met Amerikaanse troepen die samenwerken met de Koerden. Al eerder had Erdogan gezegd de vorige week begonnen militaire operatie in Afrin, de Koerdische enclave in het noordwesten van Syrië, te zullen uitbreiden tot Manbij, een stad op 100 kilometer ten oosten van Afrin.

Ook daar zijn Amerikaanse militairen actief. Die werden daar vorig jaar ingezet om te voorkomen dat de door Koerdische strijders gedomineerde Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) in gevecht zouden raken met Turkse troepen. Ook verzorgen ze militaire trainingen.

In totaal zijn ongeveer 2.000 Amerikaanse militairen actief in het noorden van Syrië, om de SDF te helpen Islamitische Staat te verslaan

In totaal zijn ongeveer 2.000 Amerikaanse militairen actief in het noorden van Syrië, om de SDF te helpen Islamitische Staat te verslaan. De SDF krijgt luchtsteun, wapens en training. De Verenigde Staten beschouwen de gedisciplineerde Koerdische strijders als de meest betrouwbare en effectieve 'boots on the ground' in de strijd tegen IS.   

'We zullen Manbij zuiveren van terroristen', aldus Erdogan. 'Daar moet niemand vreemd van opkijken, want Manbij is oorspronkelijk van onze Arabische broeders. Daarna zetten we onze strijd voort tot de Iraakse grens, tot er geen terrorist meer over is.' De president herhaalde zijn kritiek op de Amerikaanse steun aan de Koerden. 'Hoe kan de ene strategische partner de andere dit aandoen?'

Erdogan sprak op de zevende dag van Operatie Olijftak in Afrin. De Turkse strijdkrachten en het met hen samenwerkende Vrije Syrische Leger (FSA) lijken nog weinig vooruitgang te hebben geboekt, mede door het slechte weer.

Beide kanten schatten de verliezen van de tegenpartij hoger in dan die van zichzelf. Turkije zegt sinds vorige week 343 vijandelijke strijders te hebben gedood. De SDF zelf zegt 43 manschappen te hebben verloren. Volgens Turkije zijn drie Turkse soldaten en elf FSA-strijders omgekomen. De SDF houdt het op 308 in totaal.