Hoe heeft de VN 2 miljard Afrikanen kunnen ‘missen’?

Door:  Rob Vreeken  

Foto's: Frederic Noy  

De voorspellingen van de bevolkingsgroei in Afrika zaten er de afgelopen jaren volledig naast. Niet 2,2 miljard inwoners zal het continent in het jaar 2100 tellen, maar 4,2 miljard. Hoe dat kan? En welke gevolgen heeft dit?

Waarom groeit de bevolking van Afrika sneller dan verwacht? Waarom hebben de inspanningen van organisaties als het VN-bevolkingsfonds (UNFPA) in Afrika minder resultaat dan in Azië en Latijns Amerika?

Het is een vraag die een beetje in de lucht blijft hangen tijdens het interview met UNFPA-directeur Natalia Kanem. Jawel, ze geeft toe dat de voorspellingen van de VN-demografen ‘niet accuraat’ waren. Zo voorzag men in 2004 dat Afrika in het jaar 2100 2,2 miljard inwoners zou hebben. Dat is inmiddels bijgesteld tot 4,2 miljard. ‘We dachten dat het dalen van de vruchtbaarheid veel sneller zou gaan.’

Maar Afrika heeft niet het pad gevolgd dat eerder werd uitgestippeld door Azië en Latijns Amerika, waar de bevolkingsgroei aanzienlijk is ingeperkt. Hoe komt dat? Heeft de aanpak van UNFPA gefaald in Afrika?

Nee, zegt Kanem, het model heeft niet gefaald. Het geboortecijfer in Afrika is wel degelijk aan het dalen, zij het langzaam. En investeren in vrouwen en meisjes blijft de enig mogelijke optie.

Een hint

Toch moet er iets aan de hand zijn. We komen er alleen niet uit tijdens het gesprek. Kanem wijst op de bevolkingsopbouw van Afrika (piramidevorm: veel jongeren) en op het feit dat veel meisjes jong trouwen en geen toegang hebben tot contraceptie. Maar dat was allemaal bekend toen de te optimistische prognoses werden opgesteld. Een verklaring voor de tegenvallers kan het niet zijn.

Een hint lijkt Kanem te geven wanneer ze zegt dat ‘Afrikaanse regeringen het idee van het demografisch dividend hebben omarmd, maar pas onlangs’.

Al op de grote VN-bevolkingsconferentie van 1994 in Caïro werden de uitgangspunten vastgelegd van het beleid dat UNFPA nog altijd voert. Maar pas in 2017 schaarde de Afrikaanse Unie zich achter het programma Harnessing the Demographic Dividend through Investments in Youth.

Het demografisch dividend kan worden geïncasseerd tijdens het ‘demografisch venster’, de periode waarin een groot aantal jongeren (in verhouding tot het aantal ouderen) kan zorgen voor snelle economische groei, vóór de vergrijzing zulks moeilijk maakt. Dat werkt echter alleen als die jongeren niet werkloos blijven, én als het cohort nieuwgeborenen na hen niet al te groot is.

Is het vooral de schuld van onwillige Afrikaanse regeringen? Zagen zij te laat het licht? Na enig doorvragen – ook naderhand per email – schrikt het UNFPA-hoofd voor die conclusie terug.

Ten onrechte, meent Gilles Pison, expert demografie in Afrika aan de Parijse Sorbonne Universiteit. ‘Geboortebeperking geniet weinig steun onder de Afrikaanse elite’, zegt hij. ‘In veel landen zijn de autoriteiten, tot op het hoogste regeringsniveau, niet overtuigd van de voordelen van geboortebeperking. Sommige leiders denken zelfs dat het goed is de bevolking te laten groeien. Dan zullen je inspanningen niet maximaal zijn.’

Maar voor de buitenwereld, zegt Pison, houden ze de schijn op en zeggen ze officieel wat organisaties als UNFPA graag willen horen. Die op hun beurt spreken met meel in de mond. ‘VN-organisaties werken nauw samen met regeringen, en dan is het erg moeilijk die regeringen openlijk te kritiseren.’

In Azië en Latijns-Amerika daarentegen, zegt Pison, waren de elites veertig jaar geleden al overtuigd. ‘Politici, kunstenaars, de media, religieuzen, opinieleiders – iedereen schaarde zich erachter.’

De belangrijkste oorzaak van Afrika’s demografische achterstand echter – en daarin verschilt Pisons visie niet van die van Kenem – heeft te maken met economie. Armoede en bevolkingsgroei gaan hand in hand. Azië en Latijns Amerika hadden indertijd een betere uitgangspositie dan Afrika. Om van het demografisch dividend te kunnen profiteren, moet er geld zijn om te kunnen investeren in onderwijs (vooral voor meisjes) en in banen voor jongeren.

‘Als ik met Afrikaanse regeringsleiders praat, merk ik dat ze heel goed het belang van investeren in jongeren hebben begrepen. De minister van Financiën kan het argument gebruiken dat het zichzelf terugbetaalt. Dan is er straks een sterke, werkzame groep die kan zorgen voor de baby’s aan de onderkant van de piramide.

‘We moeten de samenhang zien. Als je meisjes in staat stelt een opleiding te volgen en te werken, dan zullen ze ervoor kiezen minder kinderen te nemen. Dat is wat is gebeurd in Japan, in de industriestaten van Oost-Azië, de Tijgers.’

Meisjes staan centraal

Meisjes: onvermijdelijk spelen zij een hoofdrol in een gesprek met Natalia Kanem. Zij staan sinds 1994 centraal in de aanpak van UNFPA. Want meisjes (en vrouwen) krijgen geen bevolking, ze krijgen kinderen. Hun individuele beslissingen over voortplanting bepalen hoe, per saldo, de grote cijfers eruit zien.

En dan geldt, zegt Kanem: een meisje dat voldoende onderwijs heeft genoten, is beter op de hoogte van mogelijkheden tot anticonceptie. ‘Ze moet weten wat een condoom is, ze moet haar lichaam kennen.’ Ze zal meer weten over gezondheid. Ze zal mondiger zijn in het huwelijk. Ze zal meer kans hebben op werk. Resultaat: kleine, gezonde gezinnen.

‘Op het ogenblik’, zegt Kanem, ‘is het maar al te vaak het adolescente meisje dat wordt vergeten. Zij kan de middelbare school niet afmaken. Ze wordt een makkelijke prooi voor iedereen die iets van haar wil. Als ze dan moeder wordt op haar vijftiende, zal haar kind ook ondervoed zijn, in armoede leven, geen keuzes hebben in het leven. Op die manier blijven ze in een cirkeltje ronddraaien.’

Het uitbannen van kindhuwelijken is daarom een van de speerpunten van UNFPA. Hoe later een meisje trouwt, hoe verstandiger ze zal omgaan met voortplanting. Hoe kleiner ook de kans op kindersterfte – de vloek van het continent. Nergens is die zo hoog als in Afrika.

‘De vruchtbaarheid zal alleen dalen’, aldus het Wereldbevolkingsrapport, ‘als de sociale en economische systemen veranderen die zijn gegroeid als reactie op kindersterfte.’ Die systemen, zo staat er, bepalen de rol van vrouwen in de samenleving.

Zou een beetje overheidsdwang toch niet goed zijn, als de vruchtbaarheid zo langzaam daalt?

‘Nee. Dwang werkt niet. Wat we zien is dat, als er maar een hint van dwang is, mensen allergisch worden. We zullen ze afschrikken, ze zullen maken dat ze wegkomen. Bovendien geloven we in mensenrechten. Daar is het allemaal mee begonnen, in 1994 in Cairo. Onze aanpak is niet te zeggen: ‘Zus en zo is het ideale aantal kinderen per vrouw, pas je maar aan.’ Het is het tegenovergestelde. De vrouw beslist. Vrouwen moeten de keuzevrijheid hebben.’

Wat er, zo blijkt telkens weer, toe leidt dat grosso modo het kindertal daalt.

‘Ja. Maar dan moeten de vrouwen wel de middelen hebben om te kunnen kiezen. Dus ze moeten toegang hebben tot voorbehoedmiddelen en ze moeten kunnen besluiten die te gebruiken. In elk dorp moeten alle middelen beschikbaar zijn. Spiraaltje, implantaat, wat dan ook. Alles wat vrouwen maar wensen.

‘Zeker in Afrika is dat lang niet altijd het geval is. In een samenleving waar mannen worden beoordeeld op hun viriliteit, op hun talent zich voort te planten en de familielijn voort te zetten, wordt vaak voorbijgegaan aan de voorkeur van de vrouw. Wat wil zij? Dat moet altijd de doorslag geven.’

Zijn de problemen niet gewoon zo groot dat ze de regeringen in Afrika boven het hoofd zijn gegroeid?

‘Nee, dat geloof ik niet. We zien in Afrika ook landen waar de transitie naar lagere vruchtbaarheid wél heel goed lukt. Rwanda met name, waar het gewenste kindertal per vrouw gemiddeld 3,6 is, lager dan waar ook in Afrika ten zuiden van de Sahara. Contraceptie is overal beschikbaar. Mannen worden volop betrokken in programma’s voor family planning.’

Rwanda heeft een krachtige, effectieve regering.

‘Precies! Dat is het. En een parlement dat voor 68 procent uit vrouwen bestaat. Rwanda is wat ons betreft hét voorbeeld voor Afrika. Daar tegenover staat een straatarm land als Niger, waar de vruchtbaarheid hoger is dan waar ook. Vrouwen hebben gemiddeld zeven kinderen. Maar zelfs daar daalt het, het was ooit elf. Overal is de trend: omlaag. De problemen zijn enorm. Maar ik geloof niet dat ze de mogelijkheden van de mens te boven gaan.’

Afrika barst uit zijn voegen, Europa zucht

Afrika explodeert. Terwijl in andere delen van de wereld de bevolkingsgroei afvlakt, barst Afrika ten zuiden van de Sahara uit zijn voegen. Het inwonertal zal in het jaar 2050 meer dan verdubbeld zijn, van 1,2 miljard tot 2,4 à 2,7 miljard. Afrika zal tussen nu en 2050 voor meer dan de helft bijdragen aan de bevolkingsgroei in de wereld. Er is een goede kans dat in het jaar 2100 een op de drie wereldbewoners Afrikaan zal zijn.

Dat kan een vloek zijn voor Europa – de migratie uit Afrika is nu al nauwelijks te hanteren. Maar een probleem is het vooral voor de betrokken landen zelf. Kunnen zij hun bevolking voeden en een menswaardig bestaan bieden? Kan het milieu die aantallen aan?

Toch daalt ook in Afrika de vruchtbaarheid – heel langzaam. De transitie naar lagere vruchtbaarheid gaat minder snel dan in andere regio’s, zo meldt het onlangs verschenen Wereldbevolkingsrapport 2018 van het VN-bevolkingsfonds (UNFPA). ‘De transitie is zo langzaam en onvoorspelbaar, dat de VN sinds 2002 herhaaldelijk de bevolkingsprognoses voor de meeste landen in het gebied naar boven hebben moeten bijstellen.’

De verschillen per regio zijn groot. Met name Oost-Afrika doet het goed. In het arme West-Afrika zijn zeer grote gezinnen nog de norm.

Ter afsluiting van de Voedselzaak hebben we de beste artikelen gebundeld in een e-book. Download het hier voor e-readers, tablets, pc's en telefoons.