Direct naar artikelinhoud
briefdiscriminatie

Grappen over identiteit is gevaarlijk terrein

De aarde waarin onze geestig bedoelde opmerkingen vallen, kan onverwacht drassig zijn, waarschuwt student Kunstgeschiedenis Floor van Liemt.

Floor van Liemt over haar internationale school: ‘In die multiculturele omgeving kwam ik voor het eerst in aanraking met de werkelijke betekenis van discriminatie en onderdrukking.’Beeld Börkur Sigurbjörnsson via Flickr

Met negen vrienden zit ik aan een lange houten tafel in een Indiaas restaurant in hartje Londen. We zijn hier voor een reünie. Boven onze hoofden brandt een fel tl-licht. De tafel is een slagveld van half opgegeten curry's, resten bladerdeeg, verfrommelde servetten en grote blikken bier; het vegetarische restaurant heeft een bring your own booze-beleid, een aantrekkelijke optie voor studenten zoals wij.

Deze vrienden heb ik ontmoet op een internationale school in Wales, waar ik vanaf mijn zestiende een tweejarig lesprogramma heb gevolgd met leeftijdsgenoten van negentig verschillende nationaliteiten. De school is vlak na de Tweede Wereldoorlog opgericht door hotemetoten van de Verenigde Naties en heeft als – er bij ons flink ingehamerd –motto: ‘Make education a force to unite people, nations and cultures, for peace and a sustainable future.’

Niet mijn eigen problemen

We waren maar al te bereid deze idealistische lokroep te volgen. Zo organiseerden we gala’s waarbij je alleen iemand van je eigen geslacht mocht meenemen, aten we in de dining hall net zo gemakkelijk veganistisch als koosjer of halal en maakten de diehards onder ons hun eigen milieuvriendelijke deodorant in een tot laboratorium omgebouwde slaapzaal.

In die multiculturele omgeving, waar rijke studenten en vluchtelingen met een volledige beurs samenleefden, kwam ik voor het eerst in aanraking met de werkelijke betekenis van discriminatie en onderdrukking, met de rauwe realiteit van onvrij leven, in welke vorm dan ook. Ik deed trots met het schoolprogramma mee.

Erop terugkijkend moet ik wel toegeven dat ik meer bezig was met mezelf, met volwassen worden, dan dat ik met van binnenuit gevoelde passie het verschil probeerde te maken. Liep ik mee in een mars voor lgbtq-rechten, dan was ik meer geïnteresseerd in de actiefoto die van me gemaakt werd, dan dat ik met mijn aandacht bij het doel was waarvoor de mars was uitgezet. Als witte, hoogopgeleide, West-Europese, heteroseksuele tiener was ik nooit direct geraakt geweest door overheidsbeslissingen of gedrag en overtuigingen van anderen. Het waren niet mijn eigen problemen waarvoor ik meeliep.

Inside jokes

Ik kijk de tafel rond en observeer mijn negen vrienden. Onze fysieke en culturele diversiteit is, behalve leerzaam, ook altijd een bron van veel vermaak geweest. De grappen die wij onderling maakten waren tot onze eigen hilariteit vaak behoorlijk racistisch en politiek incorrect.

Wanneer ik probeerde te dansen op Afrikaanse muziek, zei mijn Nigeriaanse kamergenoot schaterlachend: ‘Oh, don’t even try, you’re such a white girl!’ Als mijn vriendin uit Israël in het café haar portemonnee bleek te zijn vergeten zei ze lachend: ‘I know, guys, I’m such a Jew!’ En soms werden doodgewone zinnen met een zwaar overdreven Brits, Afrikaans of Indiaas accent uitgesproken. Niemand werd daarin ontzien, niemand harder aangepakt dan de ander. We waren als vriendengroep zo vertrouwd met elkaar en we waren op deze school zo verantwoord bezig, dat het volkomen acceptabel voelde om dit soort grappen te maken. Met onze inside jokes lieten we zien boven racisme en discriminatie te staan, daar deden wij simpelweg niet aan.

Ongemakkelijk gevoel

Nu, vier jaar later in dit kleine restaurant, komt het voor het eerst in me op om Sanjana, mijn vriendin wier beide ouders uit India komen, te vragen hoe ze het vindt als iemand in haar bijzijn een Indiaas accent opzet. ‘To be honest with you’, zegt ze enigszins besmuikt, ‘if a white person puts on an Indian accent, it makes me feel very uncomfortable.’

Ik schrik van haar antwoord en denk terug aan al die keren dat ik haar in een lollige bui dus een ongemakkelijk gevoel moet hebben gegeven. We waren zulke goede vriendinnen, waarom had ze dit nooit tegen me gezegd? Mijn intenties zijn nooit verkeerd geweest, het had oké gevoeld omdat Sanjana op haar beurt mijn white girl manners ook dikwijls had uitvergroot. We deden het met een vette knipoog. Ik dacht dat we op hetzelfde niveau bezig waren, dat het een two way street was.

Ik realiseer me nu dat het gevaarlijk terrein is – met tongue in cheek elkaars identiteit, huidskleur en achtergrond op de hak nemen, zelfs bij mensen die je heel na aan het hart liggen. De aarde waarin onze geestig bedoelde opmerkingen vallen, kan onverwacht drassig zijn. Je ziet soms niet waar de ondergrond instabiel is, zelfs niet als je denkt de plek heel goed te kennen. Soms kom je er pas achter dat de ander is weggezakt, als je allang weer bent doorgelopen.

Floor van Liemt is student Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.