Direct naar artikelinhoud
Reportage

Steeds meer winkels worden woonhuizen in Sittard

Te veel leegstaande winkelmeters, te weinig meters om in te wonen: vooral in middelgrote steden is dat het geval. Dus transformeren steeds meer winkels tot woonhuis, in sommige gemeenten zelfs met subsidie. 

Saskia van den Berg verbouwt een voormalige broderiewinkel in Sittard tot kantoorruimte-aan-huis.Beeld Marcel van den Bergh/de Volkskrant

Alleen de houten kasten en glas-in-loodramen herinneren nog aan Broderie Liana. De toonbank met ouderwetse kassa, de rekken vol kleding en de vitrinekasten met keurig opgevouwen doeken zijn verdwenen. De eigenaar sloot enkele jaren geleden haar winkel in het centrum van Sittard; ze was eind 80 en had geen opvolger. Saskia van den Berg (48) en Timothy van der Zee (44) zijn de winkel aan het vertimmeren tot woonwerkpaleis.

In het witte pand aan de Steenweg, ingeklemd tussen een modewinkel en galerie, zijn de twee druk aan het klussen. De winkelruimte moet straks een kantoor worden; Van den Berg is autismespecialist en heeft een eigen bedrijf. In het achterste deel woont de familie al, en boven komt een appartement dat in de verhuur gaat.

Van den Berg was niet meteen enthousiast toen ze foto’s van het ruim 130 jaar oude pand zag. Pas toen ze binnenliep, was ze verkocht. ‘Ik kan het niet goed uitleggen, er hangt een prettige en warme sfeer.’

Zoals Broderie Liana zijn er de laatste jaren op verschillende plekken in Nederland winkels omgebouwd tot woningen. Volgens CBS-cijfers zijn vorig jaar zo 790 woningen ontstaan, in 2016 ging het om 880 huizen. Door de overspannen woningmarkt valt het aantal dit jaar naar verwachting hoger uit. ‘De vraag naar woningen is groot en de prijzen stijgen snel, waardoor het aantrekkelijker wordt om winkels om te bouwen’, zegt Gertjan Slob, directeur van het onderzoeksbureau Locatus.

Het ombouwen is ook hard nodig. Ondanks een aantrekkende economie kampt Nederland met 3,16 miljoen vierkante meter leegstaande winkelvloeroppervlakte, blijkt uit recente berekeningen van de Rabobank. Daarvan staat 40 procent 1 tot 3 jaar leeg en 30 procent langer dan 3 jaar. Vooral in de middelgrote steden is het raak. Zonder ingrijpen neemt de structurele leegstand alsmaar verder toe. Al die afgeplakte etalages zorgen voor een desolate aanblik en maken het voor de overgebleven winkeliers lastiger om te overleven.

In de Sittardse Steenweg hebben diverse winkelpanden een woonbestemming gekregen. De gemeente subsidieert de verbouwing.Beeld Marcel van den Bergh/de Volkskrant

Rouwproces

Ook de Steenweg in Sittard, die in de jaren zeventig uitgroeide tot winkelstraat, kreeg rake klappen. De economische crisis brak uit en toen sloot ook nog het nabijgelegen Maaslandziekenhuis. ‘De straat was voor een deel op dat ziekenhuis gericht’, zegt gemeentewoordvoerder Joost Oude Hengel lopend door het centrum. ‘Je had hier bloemisten, cadeauwinkels, boekhandels. Het ziekenhuis had elke dag vier- tot vijfduizend bezoekers. Als dat ineens wegvalt...’ Op het dieptepunt stond 30 procent van de winkels in de Steenweg leeg.

De gemeente probeert de leegstand te bestrijden door de winkels te concentreren in de historische binnenstad en de pandeigenaren in de aanloopstraten – zoals de Steenweg – te stimuleren hun vastgoed om te vormen tot bijvoorbeeld woonhuizen. ‘Voor ondernemers is dit soms echt een rouwproces’, zegt Oude Hengel. De panden zijn vaak van particulieren. ‘Het is hun pensioenvoorziening.’ De woordvoerder wijst naar een lege etalage. ‘De eigenaar hoopte lang op een horecazaak of winkel, maar gaat nu toch voor een woning.’

De eigenaren kunnen zo’n kostbare verbouwing lang niet altijd zelf ophoesten. Daarom schiet de gemeente Sittard-Geleen te hulp. Ondernemers kunnen zich met hun plan melden, de gemeente stelt per pand maximaal 1 ton subsidie beschikbaar. Een van de voorwaarden is wel dat de eigenaar een zogenoemde afstandsverklaring tekent. ‘Zodat er geen winkeloppervlakte meer terug kan komen.’ In anderhalf jaar tijd is op de Steenweg al een tiental panden omgebouwd; goed voor ongeveer zestig nieuwe woningen en studio’s. ‘Maar het moet niet puur een woonstraat worden’, benadrukt Oude Hengel. ‘We zien graag een mix aan allerlei functies.’

‘Het realisme dringt bij steeds meer ondernemers en gemeenten door’, ziet lector Cees-Jan Pen van de Fontys Hogescholen. ‘Ze snappen dat ze niet meer kunnen concurreren met de grote steden waar het nog goed gaat. Dat een bloembak of gratis wifi de problemen niet oplossen.’ 

De Steenweg in Sittard.Beeld Marcel van den Bergh/de Volkskrant

Cultuuromslag

Nederland heeft gewoon te veel winkelmeters, zegt Pen. Volgens hem moeten er ‘harde keuzes’ gemaakt worden: minder winkels en meer wonen, cultuur en werken. ‘Een grote cultuuromslag. We zijn gewend om te bouwen, niet om te krimpen. De vraag is vaak ook: wie gaat het betalen?’

Er werd ook lang gedacht dat winkels veel hogere huren opbrengen dan woningen, zegt Brigit Gerritse van de landelijke Retailagenda. ‘Eigenaren waren huiverig om de bestemming te wijzigen, er werd gewacht op betere tijden.’ Inmiddels is er het besef dat winkels in aanloopstraten niet altijd meer een gouden toekomst hebben, terwijl woningen juist in waarde toenemen. ‘Dit brengt de versnelling van transformatie op gang.’

Belangrijk is wel dat gemeenten nadrukkelijk kiezen in welke straten er winkels worden omgevormd, zegt Gertjan Slob van onderzoeksbureau Locatus nog. ‘Eventueel met behulp van een verhuissubsidie of het toestaan van twee bestemmingen op een pand.’ Zo krijg je eigenaren sneller in beweging, vertelt hij. ‘En voorkom je dat het centrum een gatenkaas wordt met her en der woningen.’

Aan de Steenweg in Sittard legt vastgoedbedrijf Milcon Immo B.V. ondertussen de laatste hand aan een miljoenenproject. Tot 2007 was in het bijna 2.000 vierkante meter grote pand de meubelzaak Mol & Geurts gevestigd. Het bedrijf vertrok omdat de omgeving verpauperde, zo verklaarde de eigenaar tegen dagblad De Limburger. Later was het pand even in beeld als locatie voor de MediaMarkt. Nu gaat het bedrijf van de Sittardse broers Michel en Gilbert van Mil er een leer-werkplaats en twintig appartementen realiseren: La Gare. 

Tien jaar lang was er geen winkelier voor het pand te vinden, nu staan de huurders op de stoep. ‘Er zijn twaalf contracten ondertekend’, aldus Michel van Mil. ‘Als we kijken naar het aantal inschrijvingen, dan zitten we al op 200 procent.’ Sittard heeft weliswaar te maken met een krimpende bevolking, maar volgens Van Mil blijft er vraag naar kwaliteitswoningen, zeker in het centrum. En hij kan het weten: de meubelzaak is het vierde winkelpand dat het bedrijf ombouwt. ‘We geloven in het traject van de gemeente, we zien potentie in dit centrum.’

Gordijnen in de etalages

Saskia van den Berg zou niet meer ergens anders willen wonen. Het was in het begin wel flink wennen aan de Steenweg. Het gezin ging van een comfortabel nieuwbouwhuis naar een kluswoning die ze van boven tot onder moeten strippen. Maar: ‘Er gebeurt hier altijd iets.’ Zo banen zich in maart de carnavalswagens weer een weg door de smalle straat, in de zomer zetten de restaurants de tafels buiten en elke zaterdag is er op steenworp afstand een biologische markt. ‘De straat is erg close, het is een dorp op zich.’ 

Buurman Michel Knops (73) van de gelijknamige galerie stelde vijftien jaar geleden al voor om mensen te laten wonen in leeggekomen winkels. ‘Ik kreeg alle ondernemers over me heen’, zegt hij lachend. Dat er nu in steeds meer panden gordijnen in de etalages hangen, vindt Knops dan ook een goede ontwikkeling. ‘Mits de uitstraling past bij de rest van de straat', zegt hij wel. Van de leegstand heeft hij in al die jaren weinig last gehad; mensen komen doelgericht naar zijn galerie toe. ‘Maar voor bezoekers is het niet prettig als je tien ‘te huur’-borden ziet hangen.’ 

Ook bij Benja Mode, de andere buur van Saskia van den Berg, hebben ze zich door de crisistijd geslagen. ‘Gelukkig hebben we een vaste klantenkring, die mensen hebben ons erdoorheen gesleept’, zegt medewerker Nicole van den Hoogen (57). Haar ouders begonnen de modezaak zestig jaar geleden; nu bestiert broer Maarten de winkel. Ze maken de straat kapot, dacht Van den Hoogen toen ze voor het eerst hoorde over de plannen van de gemeente. ‘Nu denk ik: we mogen blij zijn dat er iets gebeurt.’ Natuurlijk ziet de Sittardse liever nieuwe winkels in plaats van bewoners. ‘Maar dat is gewoon niet meer realistisch.’

7.000 tot 14.000 woningen

Er liggen kansen om in Nederland nog zeker 500 duizend vierkante meter winkelvloer te transformeren, zo berekende de Rabobank deze zomer. Dat is goed voor 7.000 tot 14.000 huizen. Kansrijk zijn volgens de economen steden als Rotterdam, Den Haag, Eindhoven, maar ook Veenendaal, Ede en Assen. Interesse voor wonen in winkels is er ook, zo blijkt uit een peiling van marktonderzoeksbureau USP Marketing Consultancy. Vorig jaar zijn 600 mensen bevraagd: 1 op de 8, vooral deelnemers onder de 35 jaar, zegt in een winkel te willen wonen. Vooral vanwege de levendigheid en nabijheid van winkels. Nog eens 26 procent heeft ‘misschien interesse’. Hun twijfel betreft de parkeermogelijkheden, de buitenruimte en de verbouwing van zo’n pand.