Direct naar artikelinhoud
Nieuwsdna-profielen

Liever het zekere voor het onzekere: OM neemt onnodig vaak dna af van veroordeelden

Het Openbaar Ministerie blijkt onnodig vaak dna-materiaal af te nemen van veroordeelden. Volgens officieren van justitie komt dat door onduidelijke criteria van wanneer dit wel en niet moet gebeuren. Ook nemen sommige aanklagers liever het zekere voor het onzekere na kritiek dat zij voorheen te laks waren met het afnemen van dna.

Bij een (niet veroordeelde) proefpersoon wordt dna afgenomen tijdens de generale repetitie van het dna-onderzoek in de moordzaak van Marianne Vaatstra.Beeld ANP

Hierdoor kiezen sommige aanklagers ervoor om in twijfelgevallen toch wangslijm te laten afnemen bij een veroordeelde. Dit concludeert de Hoge Raad in haar onderzoek naar de uitvoering van dna-onderzoek bij veroordeelden, dat minister van justitie  Ferdinand Grapperhaus naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

De conclusie van het rapport is opvallend, omdat in juni dit jaar juist in het nieuws was dat er grote achterstanden zijn bij het afnemen van dna-profielen. Veel criminelen zouden de oproep om hun dna af te staan pas ontvangen nadat zij hun straf al hebben uitgezeten. Een deel komt vervolgens niet opdagen bij het politiebureau. Hierdoor zouden 21 duizend profielen missen in de dna-databank, die inmiddels ruim 200 duizend profielen bevat.

Complexe formulering

Uit dit rapport van de Hoge Raad blijkt dus echter dat veel officieren van justitie nu eerder in te veel dan in te weinig gevallen kiezen voor dna-afname. Het gaat om de wetsformulering ‘dat dna-onderzoek niet van betekenis kan zijn voor de voorkoming, opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten van de veroordeelde.’ Deze maatstaf is zo complex geformuleerd dat het in de praktijk moeilijk blijkt hieraan een consistente uitleg te geven, aldus de Hoge Raad. Omdat de ene officier van justitie zich rekkelijker opstelt dan de andere, dreigt  volgens de Hoge Raad rechtsongelijkheid.

Dat er profielen van veroordeelden ontbraken in de dna-databank kwam aan het licht in 2015, na de arrestatie van de verdachte van de moord op oud-minister Els Borst in 2014. Met afgenomen dna had al veel eerder duidelijk kunnen worden dat Bart van U. betrokken was bij de moord. Maar het Openbaar Ministerie bleek bij hem tegen de voorschriften in geen dna te hebben afgenomen, na een eerdere veroordeling wegens verboden wapenbezit. Daarmee had bovendien de moord op de zus van Van U. mogelijk voorkomen kunnen worden. Zij werd in januari 2015 door Van U. doodgestoken, ruim een jaar na de moord op Els Borst.

Uitbreiding dna-afname

Dna speelt steeds vaker een rol bij de oplossing van ernstige misdrijven. In 1994 werd de eerste dna-wet van kracht, waarmee verdachten van ernstige misdrijven zoals moord en zedenmisdrijven, dna moeten afstaan. In de loop van de jaren is de wet steeds breder uitgelegd en ook toegepast in zaken rond veel lichtere misdrijven. Zo werd de beruchte Utrechtse serieverkrachter gepakt nadat hij dna moest afstaan na een fietsendiefstal. 

Mede door de successen van dna-opsporing is de roep uit de politiek en maatschappij groot om de afname van dna verder uit te breiden. Bijvoorbeeld om dna direct te laten afnemen bij aanhouding van een verdachte. Keerzijde is dat mensen die later onschuldig blijken op die manier ook in de databank belanden.

MEER OVER DNA-ONDERZOEK EN DE VRAGEN DIE DAT OPROEPT

Dna-onderzoek speelt ook een rol in de zaak tegen Hüseyin A. De 48-jarige Turks-Nederlandse man wordt ervan verdacht dat hij in 1992 de 19-jarige Milica van Doorn verkrachtte en doodde in Zaandam. De uiteindelijke doorbraak in deze zaak was het resultaat van een grootschalig dna-verwantschapsonderzoek in 2017.

Het lijkt de oplossing: het dna van iedereen registreren, zodat daders sneller kunnen worden opgespoord. Maar is dat logistiek haalbaar bij 17 miljoen mensen en hoe is de privacy gewaarborgd?

Is Jos B., verdachte van de moord op Nicky Verstappen, er gloeiend bij? Niet op basis van een dna-spoor alleen. Want de steeds verfijndere techniek maakt het weliswaar makkelijker om dna-sporen veilig te stellen, maar leidt tegelijkertijd tot meer controverse over de interpretatie van die sporen.