Direct naar artikelinhoud
Lessen voor een onverbeterlijke sloddervos: de opruimdokter schrijft voor
De Gids

Lessen voor een onverbeterlijke sloddervos: de opruimdokter schrijft voor

Beeld Monique Bröring

Na bijna een maand De Volkskrant Oktober Opruim Challenge is mijn keuken schoner, mijn kledingkast flink uitgemest en in mijn halletje hangt alles op de kapstok. Nou ja, dat van die hal is niet waar. Want toen ik daar vanochtend struikelde over diverse schoenen, zag ik dat er vier jassen op de grond lagen. In een hoekje stond een stapel oude tupperwaredoosjes zonder deksel en onder de kapstok lag een stinkende voetbaltas. Ik werd opeens heel moedeloos van het opruimen en schoonmaken. Hoe ga ik dit in godsnaam volhouden? Het is nog niet eens november en het gaat al mis.

José Kerstholt, bijzonder hoogleraar psychologische besliskunde aan de Universiteit Twente, zegt in een eerder stuk over opruimen dat mensen die willen veranderen meer hun ‘associatieve systeem’ moeten benutten. Dus ik moet niet tegen mezelf zeggen dat ik een netter huis moet hebben, maar mezelf de vraag stellen: waarom wil ik een opgeruimder huis? Kerstholt: ‘Alleen al door zo’n vraag te stellen, komen er psychologische mechanismes op gang waardoor je het gewenste gedrag beter volhoudt.’ Door een bewuste dialoog aan te gaan met dat onderbewuste systeem, door te reflecteren, kom je er volgens Kerstholt achter wat je echt belangrijk vindt. Want als ‘beter opruimen’ geen persoonlijke overtuiging is, ga ik het volgens Kerstholt toch niet doen. Stel jezelf daarom de vraag waar jij gelukkig van wordt, wat je belangrijk vindt, adviseert Kerstholt. ‘Dat vereist af en toe stilstaan, iets wat we niet vaak doen. De meeste mensen razen door op de automatische piloot. Maar het kan je veel opleveren.’

Ja, daar raakt deze wetenschapper wel iets bij me. Waarom wil ik het eigenlijk? Terwijl ik hierover nadenk, schakel ik een professional in. Misschien heeft zij een sneller antwoord op mijn vraag. Via de Facebookgroep die bij deze Opruim Challenge hoort, heb ik Marjolijn Ankum leren kennen. Zij is opruimcoach van beroep. Ankum was voorheen kinderarts, maar heeft sinds enkele jaren een nieuwe roeping: mensen leren organiseren en opruimen. Ze noemt zichzelf de ‘opruimdokter’.

Haar eerste vraag komt meteen binnen: ‘Ben jij opgeruimd geboren?’. Razendsnel gaan mijn gedachten naar mijn kinderkamer van vroeger en mijn studentenhuis. En ik moet meteen bekennen dat ik bepaald niet opgeruimd ben geboren. ‘Dan kan ik je niet helpen met een rijtje tips’, vervolgt ze vrolijk. ‘Voor de mensen die al opgeruimd van zichzelf zijn, helpen simpele aanwijzingen. Mensen zoals jij, die wanhopig zijn en denken dat opruimen nooit ophoudt, hebben een plan nodig. En dat begint bij jezelf. Je moet jezelf beter leren kennen. Volgens mij ben jij creatief, dan ben je vaak chaotischer. Ook perfectionisten en chronische uitstellers, zijn geen geboren opruimers. En als jij het echt wilt volhouden, moet je op zoek naar je intrinsieke motivatie. Niemand gaat voor de lol opruimen. Dus wat wil je echt bereiken?’ Er is geen ontsnappen aan. Ik moet erachter komen waarom ik dit allemaal wil. Daar gaan we: in een slordige omgeving kan ik niet ontspannen, dan heb ik steeds het gevoel dat ik iets móét doen. Terwijl ik liever begin aan die stapel boeken naast mijn bed, pianoles neem of desnoods ga sporten. 

Nu weet ik waarom ik het opgeruimde huis zo graag wil: om meer tijd te hebben voor dingen die ik wél leuk vind. Maar als zelfs eenvoudige aanwijzingen bij sloddervossen niet blijvend helpen, hoe moet ik dan verder? Ankum: ‘Ik zou willen dat je geholpen was met die simpele tips. Maar zo werkt het niet. Of beter gezegd, zo werkt het niet voor de helft van de Nederlanders. Niet voor hen die ‘niet-opgeruimd zijn geboren’. Een tip als ‘leg je spullen meteen terug op hun plek’ heb je natuurlijk al honderd keer gehoord. Die werkt wel voor anderen, voor hen die zich niet kunnen voorstellen wat er nou moeilijk kan zijn aan opruimen en opgeruimd houden. Wat jij nodig hebt is maatwerk, echt een plan dat bij jou past.’ 

Toch wil ik heel graag nu een snelle fix om mijn nieuwe opgeruimde huis vol te houden. Marjolijn geeft gelukkig toch wat handvatten mee.

Versimpel je huis. ‘Als je je administratie altijd beneden aan de eettafel doet, berg dan niet alle post op in je werkkamertje boven. Zorg voor een passende structuur. Als je altijd je tanden beneden borstelt, leg dat ding dan daar ergens neer. Niet omdat-ie nu eenmaal in de badkamer hoort.’

Voor die beroemde ‘vaste plek’, moet je wel een opgeruimd huis hebben. Chaos laat zich niet organiseren. ‘Ontspullen is belangrijk bij jouw streven.’ 

Denk als een ober, kijk even rond in de kamer voor je naar de keuken loopt. Alles wat je direct meeneemt, hoef je later niet meer op te ruimen. 

Na het avondeten met je gezin een 10-minuten-opruimrondje door de kamer maken.

De ‘one-touch-methode’: ‘Als je bijvoorbeeld net thuiskomt en je hebt plakband gekocht, leg het dan niet eerst ergens neer, maar breng het meteen naar die kast waar de plakbandhouder staat.’ 

Ankum wijst me nogmaals op de uitdaging van het ‘declutteren’ voor niet-opgeruimde mensen. Die is niet mals. ‘Je bent niet ineens een georganiseerd en opgeruimd persoon door je alleen voor te nemen dat vanaf nu te willen zijn. Je zult nieuw gedrag moeten aanleren. Dat kan, maar als de overgang naar dat nieuwe gedrag te groot is, dan haak je eigenlijk al af voor je echt bent begonnen. Zie het zoals hardlopen, je kunt ook niet direct de halve marathon lopen. Het nieuwe gedrag moet zoiets worden als tandenpoetsen, daar denk je gelukkig niet meer elke dag over na. Dit is een routine geworden. Ons brein staat het liefst in de genieten-, slapen-, luierenstand. Onze hersenen bestaan grotendeels uit het zoogdierenbrein en daaromheen zit de veel kleinere neocortex, onze grijze stof. Die grijze stof laat ons denken, overwegen en keuzes maken, al die menselijke denkvermogens. En die grijze stof zul je dus moeten inzetten om vanaf nu handigere keuzes te maken. Je kunt je ons brein zo voorstellen: als een grote, sterke olifant met daar bovenop een heel klein mensje. Dat mensje kan die olifant niet makkelijk aansturen en bepalen. Hij kan de olifant wel via slimme strategieën leren met zo min mogelijk inspanning de goede kant op laten gaan. Het mensje is je wilskracht, maar daarvan heb je helaas maar een beetje per dag. Zodra je moe, chagrijnig of ziek bent, is de wilskracht, aangestuurd door de grijze stof, snel op. Dan heb je routines nodig, waardoor je net als je tandenpoetsen ook dagelijks even een rondje opruimt.’ 

De Amerikaanse journalist Charles Duhigg schreef er een paar jaar geleden een boek over, Macht der gewoonte (The Power of Habit). Want terugvallen in een oude gewoonte doet ons hoofd vanzelf. Je wilt het niet, maar het gebeurt toch: wijn in plaats van thee, Netflixen in plaats van hardlopen, Instagrammen in plaats van opruimen. Een groot deel van onze dagelijkse activiteiten komt niet voort uit een bewuste beslissing, maar uit gewoonte. Vaak best handig, want stel je voor dat je elke dag opnieuw moest uitvinden hoe je naar je werk moet fietsen. Maar volgens Ankum zijn handige, nieuwe routines toch echt aan te leren. Dat aanleren gaat het beste in kleine stapjes. Ze stelt voor om eens te beginnen met de jassen in mijn hal op te hangen. Dat moet toch lukken. 

- Op de pagina www.volkskrant.nl/opruimchallenge vind je alle verhalen die we over dit onderwerp tot nu toe hebben geschreven. Plus allemaal mini challenges die je kunt afvinken. 

- Meer tips van opruimcoach Marjolijn van Ankum kun je vinden op: www.opgeruimdoporde.nl