Direct naar artikelinhoud
opinieSrebrenica

Nederland is schuldig inzake Srebrenica en dient dat te erkennen

Een vrouw uit de buurt van Tuzla bezoekt een paar keer per jaar het graf van haar man op de begraafplaats bij het Srebrenica-monument in Potocari, 21 maart 2008.Beeld Joost van den Broek / de Volkskrant

De Nederlandse regering bleek al jaren te weten dat verdediging van de enclave Srebrenica een onmogelijke zaak was. De aanklacht tegen Nederland kan dan ook niet langer afgewezen worden, betoogt auteur Selma Leydesdorff.

Sinds de val van de enclave Srebrenica waren er opiniemakers, wetenschappers en journalisten die twijfelden aan de officiële versie van het verhaal over de gebeurtenissen die leidden tot de val van de enclave en de rol van Dutchbat. Het was een kleine groep en ik behoor tot die mensen; ik zou willen dat ik wat nu volgt niet hoefde te schrijven en ik zou willen dat het allemaal anders was gegaan. We hadden niet zo slecht bewapend moeten gaan; zo onvoorbereid. Terwijl de regering wist dat het Nederlandse leger het niet aan zou kunnen. Zeker niet met het mandaat alleen ter verdediging terug te schieten.

Er zijn in juli 1995 bijna achtduizend mensen vermoord, ondanks dat bescherming was beloofd. Er is de Nederlandse bevolking voorgehouden dat het allemaal overmacht was, en het gevolg van een onvoorziene samenloop van omstandigheden. Sterker nog, aanvankelijk werd de missie Srebrenica ‘geslaagd’ genoemd en vierden militairen ‘de goede afloop’ met een drankgelag in Zagreb. Er ontstond een Nederlands verhaal los van het internationale historisch debat waarin het optreden mislukt werd bevonden.

Die Nederlandse interpretatie van wat er was gebeurd, ontkende het ellendige lot van de vermoorden en de overlevenden. Tegelijkertijd deed het af aan de onmogelijke rol die de Nederlandse militairen toegeschoven kregen door een regering die wist dat het een debacle zou worden en die speelde met hun levens. Zij werden niet gesteund door een daadkrachtige leiding maar aan hun lot overgelaten. Er is daarna nooit een open debat geweest over waarom het zo gegaan is, of wat nu wel en wat niet waar was van de verhalen van al die mensen die het ‘precies’ wisten. Hoe kwam het dat ze de echte slachtoffers niet konden verdedigen? Wat is er gebeurd? Daar zitten nogal wat Dutchbatters nog steeds mee en ze zijn terecht kwaad. Nu blijkt dat de Nederlandse regering al jaren wist dat verdediging van de enclave een onmogelijke zaak was. Dat had men beter eerder kunnen toegeven.

Neerwaartse sociale spiraal

Maar lezend over de officiële besluitvorming rond Srebrenica uit de recent vrijgegeven archieven, gaat mijn hart wederom uit naar de overlevenden die ik jarenlang interviewde ondanks harde tegenwerking van verschillende latere Nederlandse regeringsploegen. Het waren vrouwen (en mannen) die afgewezen werden tijdens rechtszittingen waarin ze vooral erkenning eisten voor hun gevoel dat de Nederlandse regering schuldig en verantwoordelijk was en soms kon dat alleen vertaald worden in een eis van geld. Geld dat via allerlei kanalen richting Srebrenica is gestuurd belandde bij een corrupt bestuur en werd onzichtbaar. Maar bij de overlevenden kwam maar weinig terecht.

De overlevenden zijn vaak afkomstig uit niet rijke maar zeker welvarende gezinnen; velen van hen zijn geschoold en hebben een wereld gekend waarin ze in vrede konden leven en met hoop op een goede toekomst. Hun kinderen groeien op in kampen waar niets goeds te leren valt, en ze leren nog steeds vooral over verdriet en uitzichtloosheid. In sociaal wetenschappelijke termen: er is sprake van een neerwaartse sociale spiraal. Ik trof armoede, honger en ontwrichte gezinnen. Recent onderzoek in de regio laat zien dat in de gezinnen veel geweld is, en dat zich dat voortzet in nieuwe generaties. Maar niemand weet hoe een dergelijk massaal trauma tegemoet getreden kan worden.

Psychische oorlog duurt voort

Ellendig is het natuurlijk in de hele regio door de verschillende oorlogen die er na de teloorgang van Joegoslavië geweest zijn, en er is altijd de vraag of het de overlevenden van de enclave slechter gaat dan in de rest van het gebied. Het antwoord is eenduidig ‘ja’: de genocide veroorzaakte een psychische en materiële kaalslag die hoort bij genocide. Het is gewoon erger en naarder dan elders in voormalig Joegoslavië. En de vredesakkoorden hebben geen einde gemaakt aan een oorlog die in de hoofden voortduurt.

Vol woede en verdriet hebben de overlevenden onder andere tegen de Nederlandse staat geprocedeerd, maar de aanklacht is afgewezen, vooral met een vijandige benadering van de vrouwen die overleefden. Ze zijn doorverwezen naar de Verenigde Naties waar het loket dicht bleef. Alleen in specifieke gevallen is de verantwoordelijkheid afgekocht. Nergens kond de grote groep verhaal halen. 

En intussen jammerden politici, met name voormalig minister Voorhoeve, dat hij niet goed kon slapen, en dat het hem allemaal niet losliet. Voormalig minister van Defensie Van Mierlo gaf voor zijn dood overigens ruiterlijk toe dat het verhaal dat verteld werd niet deugde. Maar gesteund door het warrige NIOD-rapport, dat vooral nooit de vraag aan de orde bracht of het anders had gekund, werd de zaak toegedekt. En wie er anders over dacht, werd geboycot, zoals het IKV (nu Pax Christi) dat bevooroordeeld werd genoemd.

Nederland is verantwoordelijk, en dat mag en kan niet zonder gevolgen blijven. De aanklacht tegen Nederland kan, gezien wat we nu weten, niet langer afgewezen worden. Opnieuw moet het gesprek worden aangegaan. Maar bovenal moet een aantal mensen zich diep schamen.

Selma Leydesdorff is auteur van Surviving the Bosnian Genocide, The Women of Srebrenica Speak (Indiana Un Press 2011).