Direct naar artikelinhoud
interviewIris Koppe

Van fruitschaal tot smokkel: hoe onze journalisten grootschalige perenzwendel blootlegden

Sancties van president Poetin verbieden de import van fruit uit de Europese Unie. Maar waar kwam die Nederlandse peer dan vandaan die Volkskrant-journalist Iris Koppe op een foto van een Russische vriendin zag? Deze vraag leidde tot een jaar intensief journalistiek onderzoek samen met Rusland-correspondent Tom Vennink en de ontdekking van een illegale distributieroute. Van fruitschaal tot grootschalige smokkel: hoe werkt zo’n onderzoek?

Volkskrant-journalist Iris Koppe.Beeld Marlena Walthausen

Waar en hoe begon dit verhaal?

‘Ongeveer een jaar geleden scrolde ik een beetje doelloos door Facebook toen mijn oog viel op een foto van een fruitschaal. De foto was gedeeld door een Russische vriendin, Nastja. Op het eerste gezicht misschien niets bijzonders, maar de peer in de fruitschaal was een Conference-peer, een perensoort die alleen in Nederland en België op grote schaal wordt geteeld. Ik wist dat Rusland in 2014 sancties had ingevoerd tegen de import van fruit en groente uit de Europese Unie. Dus ik dacht: hoe komt die peer daar?’

Haar Russische vriendin bleek de peren gewoon in de supermarkt te kopen. Op een foto die Nastja maakte van de peren in de supermarkt was te zien dat er een bordje ‘Benin’ bij stond – een Afrikaans land, dat helemaal geen peren teelt. Koppe benaderde Tom Vennink, de Rusland-correspondent van de Volkskrant. Vennink wist dat er gesjoemeld werd met de import van voedingsmiddelen uit Europa, vertelt hij aan de telefoon. ‘Je kunt in Rusland nog steeds Noorse zalm en Italiaanse worst krijgen. Maar hoe ze dat soort producten precies hierheen krijgen, wist ik niet. Het leek me een goed idee om dat eens uit te zoeken.’

Rusland-correspondent Tom Vennink.Beeld Marcel Wogram

Koppe zocht in Nederland contact met verschillende perentelers, maar stuitte op een muur: niemand wilde praten. Door de sancties en de Russische betrokkenheid bij het neerhalen van vlucht MH17 heerst bij de perentelers grote schaamte over de Russische samenwerking. En dat terwijl zij met de export zelf niets fout doen – het zijn de Russen die het fruit niet mogen importeren. ‘Tegen mij zeiden ze: we willen niets met die Russen te maken hebben. Maar ondertussen gingen die peren er wel naartoe.’

Een toevallige ontmoeting tijdens een vlucht naar Moskou leidde correspondent Vennink uiteindelijk naar een Nederlandse fruithandelaar die wel wilde praten. De man bezocht Rusland regelmatig om klanten te spreken en hij vertelde hoe de smokkelroute in elkaar zat. Ook vertelde hij dat Afrikaanse landen nepcertificaten verstrekken waarmee de peren de grens over kunnen. 

Toen hadden jullie het mysterie eigenlijk al opgelost.

‘Klopt. Het probleem was dat we maar één bron hadden, die bovendien anoniem wilde blijven omdat hij hele goede zaken doet.’ Eén bron was te weinig om het verhaal hard te maken, maar het bleef lastig om mensen te vinden die wilden praten. Ook Koppes reis naar Litouwen, de plek waar de Nederlandse en Belgische peren opnieuw gestickerd worden en voorzien van de illegale Afrikaanse certificaten, leverde weinig op. Op één tip na, namelijk om vooral ook naar Wit-Rusland te kijken. Koppe en Vennink kregen een nieuw idee en vroegen in drie landen import- en exportcijfers op. ‘Als er sinds de sancties significant meer peren werden ingevoerd in Litouwen of Wit-Rusland, zou dat een sterke aanwijzing zijn dat het verhaal van die handelaar over de route naar Rusland klopte.’

Van fruitschaal tot smokkel: hoe onze journalisten grootschalige perenzwendel blootlegden
Beeld Wendy van der Waal

Wat maakten jullie op uit die cijfers?

‘Na de invoering van het embargo bleek dat er 70 duizend ton meer peren naar Litouwen gaat dan eerder het geval was. Hetzelfde gold voor de export van Litouwen naar Wit-Rusland. Dat is een enorme hoeveelheid. Bovendien zagen we nog iets anders: voor de sancties kwamen de peren uit ongeveer tien landen, waaronder Nederland en België. Na de sancties liep het aantal herkomstlanden op naar zestig, waaronder hele vreemde plekken voor het telen van peren, zoals Congo, Zambia, Sierra Leone, Jemen.’

Conference-peren uit Congo.

‘Bij de zwendel blijken zo’n 26 Afrikaanse landen betrokken te zijn. Dat verzin je niet. Het moment dat ik die documenten binnenkreeg, viel ik bijna van mijn stoel. Maar het was ook een mooi moment: eindelijk hadden we bewijs voor het verhaal van die ene fruithandelaar die wel wilde praten. Het was een enorme doorbraak.’

Beeld Wendy van der Waal

Jullie gebruiken veel anonieme bronnen, terwijl de krant normaal gesproken naam en toenaam hanteert. Hoe is dat te verantwoorden?

Koppe: ‘De handelaren zijn volledig afhankelijk van de perenhandel. Ze zijn bang dat ze al hun inkomsten kwijtraken als ze hun naam aan dit verhaal verbinden. De belangrijkste bron praat on the record, maar voor de anderen vinden we anonimiteit gerechtvaardigd. Het gaat om het blootleggen van de illegale route, niet om individuele mensen die hem bewandelen aan te wijzen.’

Ook met anonimiteit kan dit verhaal gevolgen hebben voor de perentelers en fruithandelaren. Denk je daar over na voordat het stuk in de krant komt?

‘Ik heb veel over de mogelijke consequenties nagedacht in het afgelopen jaar. Ik sprak een teler in België, die zei: als je dit gaat publiceren kan ik mijn tent wel sluiten. Dat is verschrikkelijk. Dan zit iemand voor je met tranen in zijn ogen die zegt: wil je het alsjeblieft niet doen? Maar ik ben journalist, het is mijn taak om te laten zien wat er gebeurt. Het is nu duidelijk dat die sancties niet werken, maar vooral illegale handel bevorderen. Wat er na publicatie gebeurt, weet je van tevoren nooit precies.’

Er wordt nogal wat moeite gedaan om ‘onze’ peren bij de Russen te krijgen. 

‘Na de sancties van Rusland hebben perentelers eerst veel andere markten geprobeerd. Vietnam, Canada, landen in het Midden-Oosten. Maar die landen houden gewoon niet van die Conference-peren. In het Midden-Oosten vinden ze hem bijvoorbeeld te groot en niet mooi genoeg. Daar hebben ze liever een kleine peer, met een rode gloed, zoals je ze daar vaak in sprookjes ziet.

‘Maar de Russen zijn gek op onze peer. Waar je hier een koekje bij de koffie krijgt, krijg je daar een stukje peer. En een peer als de Conference kunnen ze zelf niet op grote schaal telen. Maar er zit nog iets anders achter. Tot de jaren negentig moesten de Russen het grotendeels doen met ingeblikt fruit. Toen de Sovjet-Unie uiteen viel en de vrije markt ontstond, was de Conference-peer uit Nederland dan ook iets nieuws. Mijn vriendin Nastja herinnert zich die peer als een van de eerste stukken vers fruit die ze at en voor veel mensen is het jeugdsentiment. Dat kennen we in Nederland helemaal niet. Bij ons ligt hij er gewoon, in de supermarkt.’

Beeld Wendy van der Waal

Eén voorwerp, één vraag

Net als bij het verhaal over de Conference-peer van Iris Koppe en Tom Vennink beginnen verhalen soms met één voorwerp en één vraag. Zo kocht Marjon Bolwijn een zeepje dat uit Aleppo bleek te komen, en ontdekte ze een vierhonderd jaar oud familiebedrijf van zeepmakers dat verbeten standhield in een verwoeste stad. Timo Nijssen won in 2017 de Tegel, de belangrijkste journalistieke prijs van Nederland, met zijn verhaal over een waterflesje dat de wereld over reist.