Direct naar artikelinhoud
Column

Trainers proberen het toeval uit te sluiten en alles vooraf te beredeneren. Het leuke van voetbal: dat is onmogelijk

Trainers proberen het toeval uit te sluiten en alles vooraf te beredeneren. Het leuke van voetbal: dat is onmogelijk

Louis van Gaal was vroeger, voor zijn eigen evolutie, een ideoloog, zei hij donderdag op Ziggo. Manchester City speelde tegen Liverpool. Ideoloog bleek het nieuwe favoriete woord van Van Gaal te zijn, hij gebruikte het een paar keer.

Het klonk raar. Waarschijnlijk bedoelde hij idealist. Pep Guardiola, trainer van Manchester City en hogepriester van het aanvallende voetbal, is volgens Van Gaal nog steeds een ideoloog.

Hij vond het zeer te prijzen dat Guardiola een ideologie had, maar zette zijn geld zonder een spoor van twijfel op Liverpool, de ploeg van de Duitse trainer Jürgen Klopp – géén ideoloog meer, aldus Van Gaal.

Jack van Gelder zei er niks van in de studio van Ziggo. Hij begon steeds glaziger te kijken. Als Van Gaal eenmaal is begonnen aan een analyse en de ene na de andere stemverheffing door de studio galmt, kan de presentator zich alleen maar beperken tot het uitspreken van woorden als ‘klopt’, ‘jaja’, ‘duidelijk’ en ‘precies’.

Van Gaal is een goede analyticus, de allerbeste zelfs. De uitbundige lof die hem donderdag op sociale media ten deel viel, was volkomen terecht. Ook in een tv-studio is de man een attractie op zich. 

Hij ziet dingen die wij niet zien, legt duidelijk uit wat we gaan zien en hebben gezien, spaart niemand en spreekt erbarmelijk Engels waardoor Everton en Chamberlain worden verhaspeld tot Efferton en Djemberleen, wat onweerstaanbaar grappig is. Voeg zijn kennis en zijn onvoorwaardelijke liefde voor de sport toe en we hebben een leermeester in ons midden die voetbal als een permanent studieobject beschouwt en zijn kennis graag met ons deelt.

Dezelfde bezetenheid was deze week terug te zien in een lang gesprek met Peter Bosz. Het verslag stond op De Correspondent en op VI Pro. Het was een duoproductie van twee journalisten die zich hebben gespecialiseerd in voetbaltactiek en innovatie, Michiel de Hoog en Pieter Zwart.

Met Bosz keken ze naar de Europa League-finale van Ajax uit 2017 tegen Manchester United. Bosz had de wedstrijd niet eerder teruggezien. Er was geen reden meer voor, het seizoen was afgelopen.

Hij voerde ons mee in een wereld die bekend leek, met twee maal elf voetballers en speelplannen die deels op de tegenstander waren afgestemd. Bij nader inzien toonde hij een kant van voetbal die voor ons altijd verborgen blijft. Kansen, goals, overtredingen – die zijn voor supporters en media.

Zijn aandacht gaat vooral uit naar de situaties vóórdat een kans ontstaat, schrijven De Hoog en Zwart. ‘Of, vaker nog, situaties dáár weer voor, als een kans nog ver weg lijkt, maar als wel omstandigheden gecreëerd hadden kunnen worden die tot kansen leiden. Kleine handelingen die wel en niet goed gaan, die deurtjes openen of sluiten naar nieuwe handelingen, waardoor volgens Bosz een wedstrijd kan kantelen.’

Waarna ze, toch wat versuft, deze veelbetekenende disclaimer noteren: ‘Tenminste: als niet het ene, maar het andere was gebeurd.’

Trainers proberen het toeval uit te sluiten en alles vooraf te beredeneren. Ze denken dat het kan, maar het leuke van voetbal is dat het onmogelijk is. Bosz concludeert dat zijn tactiek destijds de juiste was en dat Ajax de finale had moeten winnen, hoewel de ploeg niet één kans creëerde. Dat klinkt niet erg overtuigend.

Van Gaal voorspelde donderdag met stelligheid een overwinning voor Liverpool. Hij zat ernaast. Manchester City won, de tactiek van ideoloog Guardiola pakte het beste uit. Het verweer van Van Gaal (Liverpool had pech en voor hetzelfde geld was het andersom geweest) was plausibel,  maar toch wat armetierig voor een meesteranalyticus. 

Voetballers zijn feilbaar en voetbal is mensenwerk. Daardoor gebeurt gelukkig soms het ene, en niet het andere.