Direct naar artikelinhoud
Column

Als je bijna 40 wordt, ben je tot veel bereid

De schoonheidssalon in de drukke, doorgaande straat werd gedreven door een lieverd met babyblond haar, zachte handen en nul rimpels, die met de hand op het hart bezwoer dat dat laatste niets te maken had met goeie genen of desnoods de gulle hand van Onze Lieve Heer, maar alles met een ijzeren discipline ten aanzien van het dagelijks afstoffen en inzepen van de snuit met, en dat was héél belangrijk, een zorgvuldig uitgekiende, op maat gemaakte optelsom van crèmes en lotions die uiteraard ook de mijne konden worden, mocht ik bereid zijn tot een zekere investering, want dat was het, een investering.

Nou, dat was ik.

Ik word straks 40, dan ben je bereid tot veel.

Maar voor we begonnen, moest ik wel eerst het haarelastiekje afdoen dat ik om mijn pols droeg. ‘Daar ben ik echt even heel streng in’, zei de schoonheidsspecialiste met een blik van oei-oei-oei. ‘Je hand kan ervan ontsteken, wist je dat? Weet je hóéveel bacteriën er in zo’n elastiekje zitten. Mil-joe-nen. Bij één iemand moest zelfs zijn hele hand eraf, daar heb ik foto’s van gezien op Facebook. Heel heftig.’

Het elastiekje ging af, de muziek aan (new age), en nadat de schoonheidsspecialiste een warme handdoek tegen mijn gezicht had gelegd begon de behandeling, de investering, de mis der schoonheid, de mars tegen verzakking en ouderdom. ‘Dit is een heel fijn vitamine-C-serum’, zei een stem, terwijl ik voelde hoe iets op mijn huid werd gedruppeld. ‘Er zitten peptides in en hyaluronzuur, dat zijn de bouwstenen van de huid die ervoor zorgen dat je aangezichtsspieren ontspannen en je duizend keer je eigen vocht vasthoudt. Echt een heel mooi product.’

Enzovoort.

Mensen die een rotsvast geloof hebben in peptides en hyaluronzuur en andere stoffen die met het blote oog niet te zien zijn, benijd ik altijd een beetje. Geen twijfel, geen zwarte gaten, alleen maar hyperbolen en vervoering en een gladde huid op de koop toe, want wie niet fronst krijgt ook geen rimpels.

Ik dacht aan een verhaal dat ik jaren geleden las over oud-dictator Robert Mugabe, die van 1980 tot 2917 over Zimbabwe heerste. ‘Hij weet niet hoe emoties werken, toont ze zelf ook niet’, schreef de Zuid-Afrikaanse journalist en auteur Heidi Holland na haar ontmoeting met de regeringsleider. ‘Je ziet dat ook aan zijn gezicht, dat voor een 84-jarige opmerkelijk glad is. Jij en ik krijgen rimpels van lachen en fronsen, maar Mugabe lacht weinig. Hij is passief, expressieloos.’ In mijn hoofd ging ik na of deze theorie opging voor mensen in mijn omgeving, het waren er nog best veel.

‘En wat zijn jouw goede voornemens?’

Ik schrok op.

‘Eh... niet zoveel’, zei ik naar waarheid. ‘En die van jou?’

‘Nou, wat ik zeg’, zei de schoonheidsspecialiste. ‘We willen dus proberen een kindje te krijgen. Maar ik stop nog niet met de pil, want we willen eerst een nieuw huis.’ Ik antwoordde dat je daar toch niets over te zeggen hebt, dat ik bij de eerste ook dacht dat je zoiets kan plannen maar dat we er uiteindelijk een jaar over deden, en dat ik bij de tweede daarom dacht dat het zo’n vaart niet zou lopen en dat er toen precies één avondje Maastricht met een fles wijn voor nodig was, hatsekidee. ‘We zien wel’, zei ze met de glimlach van iemand die aardig wil wezen, maar van binnen wel beter weet. ‘Dit weekend eerst maar eens gezellig met z’n tweetjes naar de sauna.’

‘Kijk maar uit waar je gaat zitten’, zei ik. ‘Voor je het weet ben je zwanger.’

eva.hoeke@volkskrant.nl