Direct naar artikelinhoud
Stint-debat

Minister Van Nieuwenhuizen doorstaat ‘lakmoesproef’ en overleeft fel Stint-debat

Het was donderdagavond spitsroeden lopen voor minister Van Nieuwenhuizen in de Tweede Kamer, waar het ging over het ongeval met de Stint en het van de weg halen van de elektrische bolderkar. ‘Het beeld dat wij als Kamer mondjesmaat geïnformeerd worden, is heel problematisch.’

Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat (VVD) na afloop van het debat over de StintBeeld Freek van den Bergh

‘Jammer dat het zo gelopen is.’ SP-Kamerlid Cem Laçin gelooft zijn oren niet. Noemt minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat, VVD) het nu ‘jammer’ dat zij verzuimde de Tweede Kamer volledig te informeren over de eerdere incidenten met de Stint? ‘Jammer?’ vraagt Laçin hoofdschuddend, op een toon die niet ver van schreeuwen af zit. ‘Ik vind het erg. Ik vind het kwalijk.’

Laçin was donderdagavond niet de enige getergde aanwezige in de Tweede Kamer, waar minister Van Nieuwenhuizen zich in een debat moest verantwoorden voor haar handelen rond het ongeluk met de elektrische bolderkar in Oss dat vier jonge levens eiste. Aan vragen geen gebrek. Waarom was er geen toezicht op de Stints? Hoe moeten kinderdagverblijven verder zonder hun bolderkarren? En: waarom ontbraken er ontlastende stukken in het bewijs waarmee de minister de Stint van de weg weerde?

Lakmoesproef

Het Kamerdebat over de Stint kon vooraf worden gezien als Van Nieuwenhuizens lakmoesproef. Tot het dodelijke ongeluk in Oss op 20 september was er geen vuiltje aan de lucht op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Voor het uitstellen van de opening van Lelystad Airport als vakantievliegveld, de belangrijkste beslissing die zij sinds het aantreden van Rutte III nam, kreeg zij de handen Kamerbreed op elkaar. Zo zeilde Van Nieuwenhuizen rustig door haar eerste jaar als minister.

Met de tragedie in Oss brak de storm los. Grote twijfels rezen over de manier waarop Van Nieuwenhuizen het verbod uitvaardigde en de Kamer in de nasleep van het ongeluk informeerde. Oppositiepartijen als SP en GroenLinks riepen voorafgaand aan het debat dat de minister wat hen betreft door het stof moest. ‘De onderste steen moet boven’, zei GroenLinks-Kamerlid Suzanne Kröger.

De strijd in de Kamer ging voor een aanzienlijk deel over de argumenten die minister Van Nieuwenhuizen aandroeg om de bolderkar van de weg te krijgen. Sinds 1 oktober is het gebruik van de Stint op de openbare weg geschorst. Het betekende een financiële strop voor de eigenaar van de Stint, die eerder deze week faillissement aanvroeg. De rechtbank in Utrecht bevestigde donderdag in een door een kinderdagverblijf aangespannen kort geding dat die schorsing niet onrechtmatig was.

‘Op hol geslagen’

Ondanks haar gelijk voor de rechter was de oppositie in de Tweede Kamer later op de dag zeer kritisch over Van Nieuwenhuizens bewijsvoering. Als reden voor het verbod voerde de verkeersminister een melding aan van een crèche in Amsterdam over een ‘op hol geslagen’ Stint. Maar het op hol slaan was een overtrokken interpretatie van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Volgens de directeur van het kinderdagverblijf ging het in werkelijkheid om een klein technisch probleem, zonder gevolg.

Nog voor het Stint-verbod vroeg de directeur daarom aan de ILT of zij haar eerdere verklaring kon intrekken of anders een aanvullende verklaring mocht afgeven, wetende dat de originele melding zou kunnen bijdragen aan een (tijdelijk) verbod op de Stint. De directeur van het kinderdagverblijf richtte hetzelfde verzoek in een sms aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Stientje van Veldhoven (D66). Van Veldhoven beloofde dat zij de wens om de verklaring te veranderen zou doorgeven aan zowel haar collega Van Nieuwenhuizen als de hoogste ambtenaar op het ministerie.

Dat doorgeven is volgens een woordvoerder van de staatssecretaris ook gebeurd. ‘Schriftelijk aan de hoogste ambtenaar en mondeling aan de minister.’ Desondanks liet Van Nieuwenhuizen het dringende verzoek van het kinderdagverblijf achterwege in de toelichting van haar besluit om de Stint voorlopig van de weg te weren. Sterker nog: op 29 oktober zei Van Nieuwenhuizen tegen RTL Nieuws dat zij niets wist van het verzoek van de directeur. ‘Een aanvullende verklaring van 1 oktober is ons niet bekend.’

Kamer informeren

Donderdagavond eiste de oppositie antwoorden. ‘Waarom heeft de minister de informatie van de staatssecretaris naast zich neergelegd?’, vroeg Kröger van GroenLinks. ‘Het beeld dat wij als Kamer mondjesmaat geïnformeerd worden, is heel problematisch.’ Cem Laçin (SP) toonde begrip voor ‘de grote druk waaronder de minister na het ongeluk moest handelen’, maar had geen goed woord over voor haar omgang met de aanvullende verklaring. ‘Gênant’, was alles wat Roy van Aalst (PVV) ervan kon maken.

Van Nieuwenhuizen gaf daarop toe dat ze de Kamer inderdaad eerder had moeten informeren. ‘Achteraf gezien had ik dat moeten doen.’ In de hectiek na het ongeluk heeft zij dat ‘over het hoofd gezien’. De minister bestreed echter dat de verklaring over de ‘op hol geslagen Stint’ een grote rol speelde in haar besluit om de Stints voorlopig van de weg te halen. Doorslaggevend waren volgens haar de technische mankementen: zo kon een Stint versnellen bij het breken van een stroomdraad.

Coalitiepartijen

De tegensputterende oppositie kon niet voorkomen dat Van Nieuwenhuizen daarna onbewogen doorstoomde, ook omdat de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie haar geen al te lastige vragen stelden. De minister zegde toe het gebrek aan toezicht op ‘bijzondere bromfietsen’ als de Stint tegen het licht te houden – een gebrek aan toezicht waarmee de Kamer in 2008 instemde om meer innovatie in het verkeer mogelijk te maken. Ook gaat zij op verzoek van PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk navragen of er kinderdagverblijven zijn die door het Stint-verbod in de financiële problemen zitten. Het nadere onderzoek naar de Stint beloofde zij voortvarend op te pakken, zodat de crèches mogelijk nog voor de jaarwisseling – momenteel de geplande einddatum – duidelijkheid hebben over hun Stints.

Zo doorstond Van Nieuwenhuizen de spitsroeden van de Kamer, al weet zij dat over de Stint het laatste woord nog niet gezegd is. Voorlopig keert het kalme water van haar eerste jaar als minister niet terug.