Direct naar artikelinhoud
InterviewRoel Boomstra

Dammer Roel Boomstra: ‘In 2016 was ik klaar om wereldkampioen te worden, maar niet om het te zijn’

Dammer Roel Boomstra voelt zich bevrijd als uitdager van de Russische wereldkampioen Schwarzman

Roel Boomstra.Beeld Hollandse Hoogte / Corné Sparidaens

In 2016 presenteerde het dammen zichzelf bij de WK-match tussen Roel Boomstra en Jan Groenendijk als een sport voor de jeugd. Via Kees de Koning, manager van rockzangeres Anouk en eigenaar van hiphoplabel Top Notch, werd rapper Ronnie Flex ingezet om de damsport een nieuw en frisser imago te bezorgen. Twee jaar later is het dammen bij de tweekamp tussen uitdager Boomstra en de 51-jarige wereldkampioen Alexander Schwarzman terug bij af. ‘Het is nu jong tegen oud, de rapcultuur is ver te zoeken’, zegt Boomstra.

Een blik op de bezoekers bij de eerste vier partijen in Leeuwarden illustreerde dat het dammen slechts kortstondig een jongere doelgroep heeft weten te bereiken. Het dampubliek is vergrijsd en bedaagd, een bijna sektarische groep liefhebbers die met de commentatoren Auke Scholma en Harm Wiersma in geheimtaal allerlei varianten bespreken. Cool en vet is deze tweekamp allerminst, de raps van Ronnie Flex zijn alweer een anachronisme geworden.

De vorige tweekamp was vooral gebouwd rond het charisma van de destijds 18-jarige Groenendijk. Boomstra liet zich graag meeslepen door de tiener uit Wageningen, die net zo lief een potje ging voetballen. ‘Ik vond het prettig om Jan erbij te hebben. Achter het bord waren we tegenstanders, maar het voelde alsof we het dammen samen een nieuwe impuls gaven. Het was ook een vreemde setting.

‘Eigenlijk waren Jan en ik allebei uitdagers, nadat regerend wereldkampioen Georgiev zich had teruggetrokken. Het was speciaal om mijn eerste wereldtitel te veroveren, maar ik wilde liever een Russische tegenstander. De Russen zijn altijd de besten geweest in het dammen. Schwarzman behoort met Georgiev en Tsjizjov tot de grote drie uit Rusland. Hem verslaan is de ultieme uitdaging.’

Jan Groenendijk (links) en Roel Boomstra tijdens de wereldtitelstrijd Dammen in Groningen, 2016.Beeld ANP

Bewijzen

Nederland-Rusland, een generatiestrijd en een botsing van speelstijlen; die klassieke ambiance past beter bij de meer ingetogen Boomstra. De New Wave in het dammen is verdwenen. Boomstra is de oudere jongere, geen rapper die luidkeels aankondigt dat hij de wereld wil veroveren.

De grijze elite laat zich niet zomaar verjagen, zegt Boomstra. ‘De nieuwe generatie komt eraan, maar moet het nog steeds bewijzen. Het wordt interessant of ik mijn jeugd kan inzetten tegen de ervaring van Schwarzman. Als energie bepalend wordt in het laatste deel van de match ben ik zeker in het voordeel.’

Boomstra voelt zich bevrijd in de rol van uitdager, hij heeft weer iets te winnen. ‘Ik was klaar om wereldkampioen te worden, maar niet om het te zijn. Het werd teveel. Ik legde mezelf teveel druk op. Ik dacht: ik ben wereldkampioen, nu moet ik het ook laten zien.

‘Ik was voor mijn gevoel niet veranderd, maar mijn omgeving wel. Iedereen keek anders naar me. Ik was op de universiteit geen student natuurkunde meer, maar wereldkampioen. Bij een potje squashen zeiden mijn tegenstanders: we gaan de wereldkampioen verslaan. Ik was er niet op voorbereid.’

Juk van de wereldtitel

Hij duikelde in het zwarte gat van de topsporter, die niet aan de verwachtingen kon voldoen. In 2017 haalde Boomstra bij het WK in Tallinn niet eens de finaleronde voor de beste 12 spelers. Misschien had hij die afstraffing nodig om tot bezinning te komen, zegt Boomstra, tijdens een presentatie in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. ‘Ik had die tik nodig om mezelf te hervinden.’

Zijn oude leermeester Ton Sijbrands heeft de wereldtitel ook als een juk ervaren, vertelt Boomstra. ‘Ton heeft er onder geleden dat zijn WK-match met Andreiko in 1973 als de match van de geeuw werd omschreven. Ton domineerde de gehele tweekamp, zijn tegenstander kon hem niet aan en daardoor werd het saai. Het viel hem niet te verwijten. Ton heeft daarna vijftien jaar niet gespeeld, zo diep zat het blijkbaar.’

De studie bood de gewenste afleiding. Boomstra: ‘Ik had een totale reset nodig. Ik had het plezier in mijn sport verloren. Ik heb me na het WK in Tallinn enkele maanden afgemeld voor de training en me volledig gericht op mijn studie. Na deze tweekamp wil ik afstuderen. Dat gaat gebeuren, of ik nu wereldkampioen word of niet.’

Schwarzman vertelde vorige maand aan de Volkskrant dat hij maar één talent had meegekregen. Dammen is zijn leven, iets anders ambieert hij niet. Boomstra zag zichzelf nooit als damprofessional. ‘Ik heb altijd een studie willen doen. Sijbrands en Harm Wiersma wisten op hun zeventiende al dat ze fullprofs zouden worden. Ik heb zelfs nu nog een keuze, het geeft me rust.

‘Ik denk niet dat ik als Schwarzman op mijn vijftigste nog om de wereldtitel dam. Maar ik zeg evenmin dat ik tegen die tijd hoogleraar ben. Ik bekijk het nu per cyclus van twee jaar. Ik heb een alternatief, Schwarzman heeft meer te verliezen in deze match. Ik heb die druk dit keer niet.’

Niet verliezen

Een tweekamp ligt hem beter dan een regulier toernooi, stelt Boomstra. De spelers kruipen in elkaars ziel. ‘Ik weet nu hoe zwaar het is. In een match sta je bij elke zet onder hoogspanning. Je leert zoveel over je tegenstander, ziet al zijn trekjes. Ik geloof niet zo in psychologische oorlogsvoering. Ik moet sterke zetten doen en op die manier onder de huid van Schwarzman kruipen.’

De tussenstand na vijf partijen is 5-5. Bij een gelijke stand na zes duels vinden zondag in Groningen al tiebreaks met rapidpartijen plaats om een speler in pole position te brengen voor het restant van de match. En de tweekamp wordt opnieuw besloten door potjes met een versneld speeltempo, wanneer geen van de twee spelers drie partijen heeft gewonnen.

Boomstra: ‘Het is vreemd, maar het spreekt me wel aan. Bij de WK-match in het schaken hoefde je maar één partij te winnen. En dus werd niet verliezen het motto van Carlsen en Caruana. Er stond teveel op het spel, Carlsen kon het zich permitteren om het op tiebreaks te laten aankomen.

‘Het concept bij onze tweekamp beloont het nemen van risico’s, omdat een nederlaag niet fataal is. Zelfs bij een 2-0 achterstand is nog van alles mogelijk. Ik verwacht een strijd tot de laatste dag.’

En glimlachend: ‘Ik weet nu al dat ik anders zal omgaan met de status van wereldkampioen dan de vorige keer.’

Oud-kampioen Harm Wiersma hekelt bestuur werelddambond

Dankzij oud-wereldkampioen Harm Wiersma fungeerde Leeuwarden als speelstad voor de eerste vier partijen, maar aan alles is te zien dat de WK-match niks mocht kosten. Lokale overheden hebben wat geschoven met subsidies, een hoofdsponsor is er niet.

Eind september vroeg Wiersma aan uitdager Roel Boomstra of er al iets voor het WK was geregeld. De 25-jarige grootmeester had geen idee. De Nederlandse dambond (KNDB) voerde vage onderhandelingen met de werelddambond (FMJD) om de tweekamp te verdelen over Nederland en Rusland. Tot de 65-jarige Wiersma ingreep en de WK-match gedeeltelijk naar zijn geboortestad haalde.

‘De communicatie verliep moeizaam, het heeft te lang geduurd’, erkent Wiersma. Leeuwarden had als culturele hoofdstad in 2018 nog wat geld over, mits de tweekamp eind december zou beginnen.

De organisatie van een fatsoenlijke WK-cyclus behoort tot de hoofdtaken van de werelddambond, aldus Wiersma. ‘Het kan toch niet zo zijn dat er geen WK-match wordt gehouden, omdat de werelddambond het niet kan organiseren?’

Het is volgens Wiersma typerend voor een autocratische organisatie, die weigert transparant te zijn. ‘De bestuurders doen hun werk niet goed.’ Op die kritiek is hij al afgerekend. Wiersma: ‘Om bij het IOC de olympische status te verwerven heeft de werelddambond een spelerscommissie opgericht. Niemand doet daar wat, het was vooral bedoeld om mij als vertegenwoordiger van de damgrootmeesters op een zijspoor te zetten. Ik kreeg geen voet aan de grond, naar mij werd niet geluisterd. Ze vinden mij een lastpost. Tijdens het WK in Tallinn werd me zelfs de toegang tot de speelzaal ontzegd.’

Volgens Wiersma, voormalig Tweede Kamerlid voor de LPF, bindt de werelddambond ook landen zonder enige damcultuur aan zich om het IOC te paaien. ‘Waarom? Met een olympische status komt er meer geld voor een paar bestuurders die hun zakken vullen. Zo is het bij de FIFA ook gegaan.’

Had Wiersma bij zijn strijd niet meer steun verwacht van de Nederlandse dambond? ‘Dat bestuur mag zich ook wel wat harder opstellen. Ik begrijp niet dat de bond mijn uitsluiting zomaar accepteert.’