Direct naar artikelinhoud
NieuwsKankerpatiënten

Hoe genetisch onderzoek ernstige bijwerkingen door chemo kan voorkomen

Wereldwijd overlijden jaarlijks naar schatting honderden patiënten door de chemokuur.Beeld Getty Images

Het aantal kankerpatiënten dat ernstig ziek wordt of zelfs overlijdt door het veelgebruikte chemomedicijn 5-FU kan drastisch omlaag door alle patiënten vooraf genetisch te testen en daarna eventueel de dosis aan te passen. Nederlands onderzoek onder elfhonderd patiënten in zeventien ziekenhuizen levert daarvoor nu het definitieve bewijs.

Oncologen in Nederland zijn overtuigd en laten voortaan dna-onderzoek doen voordat ze het kankermedicijn aan patiënten voorschrijven. Dat kan alleen al hier jaarlijks tientallen ic-opnames, ernstig zieken en zelfs doden schelen, zegt onderzoeksleider Jan Schellens, oncoloog en klinisch farmacoloog.

Ruim dertig Nederlandse artsen en wetenschappers werkten de afgelopen jaren samen om een antwoord te vinden op een probleem dat oncologen wereldwijd kennen uit de praktijk. Het chemomiddel 5-FU (capecitabine) is onmisbaar bij veel vormen van kanker, maar veroorzaakt bij een deel van de patiënten ernstige bijwerkingen. Het slijmvlies in hun darmen raakt zo beschadigd dat bacteriën vrij spel hebben en omdat de chemo hun beenmerg heeft aangetast, kan hun lichaam infecties niet de baas. Dat kan ze doodziek maken, met soms fatale gevolgen, vertelt oncoloog en hoogleraar Hans Gelderblom, die met collega’s uit het LUMC aan het onderzoek meewerkte. Wereldwijd overlijden jaarlijks naar schatting honderden patiënten door de chemokuur. ‘Ze sterven aan een behandeling die hun leven kan redden’, zegt Schellens.

Gezond weefsel aantasten

De belangrijkste verklaring daarvoor is al jaren bekend. 5-FU, dat via een infuus of per pil wordt toegediend, wordt door een enzym in de lever afgebroken tot een inactieve stof. Maar 8 procent van alle mensen heeft een genetische variatie waardoor dat enzym niet of minder actief is, verduidelijkt de Rotterdamse hoogleraar farmacogenetica Ron van Schaik, die meewerkte aan het onderzoek. Gevolg: het medicijn wordt te traag of helemaal niet afgebroken, waardoor het gehalte aan werkzame stof in het bloed hoog blijft en het medicijn de kans krijgt om gezonde weefsels ernstig aan te tasten. De vraag was: heeft het zin om bij die 8 procent de dosis van het chemomiddel te verlagen? Artsen waren lang huiverig, weet Schellens, die aanvankelijk moeite had om zijn studie van de grond te krijgen: ‘Ze waren bang om patiënten te weinig medicijnen te geven.’

De afgelopen tien jaar deed hij met een wisselende groep collega’s onderzoek. Eerst toonden ze aan dat patiënten met een afwijkend gen inderdaad veel vaker last hebben van ernstige bijwerkingen. Daarna bewezen ze dat patiënten met een genafwijking toe kunnen met een veel lagere dosis van het chemomiddel: omdat het medicijn in hun lichaam langzaam of helemaal niet wordt afgebroken, hebben zij een vergelijkbare hoeveelheid werkzame stof in hun bloed als patiënten zonder genafwijking, die de normale dosis krijgen. Voor de activiteit tegen de kankercellen maakt die lagere dosis geen verschil, zo bleek uit weer een andere studie: beide groepen hebben een vergelijkbare overlevingskans.

Het definitieve bewijs moest komen van een onderzoek waarvoor een grote groep patiënten langdurig zou worden gevolgd. Daarvoor werden ruim elfhonderd patiënten die het chemomiddel 5-FU nodig hadden vooraf genetisch getest. In hun dna werd gezocht naar de vier meestvoorkomende variaties die de activiteit van het betrokken enzym verminderen of uitschakelen. Bij de 85 patiënten met een van de onderzochte variaties werd de dosis van het kankermedicijn aangepast, ze kregen een kwart tot de helft minder. Het aantal patiënten met ernstige bijwerkingen halveerde, staat beschreven in The Lancet Oncology. Mogelijk kan bij een aantal mutaties een verdere verlaging van de dosis nog meer winst opleveren, denkt Schellens.

82 euro

De test kost 82 euro, vertelt Van Schaik, en het resultaat is in het Erasmus MC binnen twee dagen bekend, zodat niet met de kankerbehandeling hoeft te worden gewacht. ‘Oncologen die patiënten hebben meegemaakt met vreselijke bijwerkingen aarzelen niet meer’, zegt hij. Schellens: ‘Dit is een resultaat waar we niet meer omheen kunnen.’

Het gebruik van de test is kosteneffectief, zo blijkt uit Nederlands onderzoek dat onlangs werd gepubliceerd in het European Journal of Cancer. Het nut van het dna-onderzoek is bij ruim 90 procent van de patiënten achteraf gezien gering, omdat zij geen genetische afwijking blijken te hebben, maar bij een kleine groep patiënten voorkomt het hoge kosten van ic-opnames en antibiotica.

Manon Huizing, hoogleraar medische oncologie in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen en niet betrokken bij het onderzoek, noemt de Nederlandse studie ‘een bewonderenswaardig stuk werk’. Dat onderzoek had al veel eerder moeten gebeuren, vindt ze, maar lange tijd was het snel en routinematig testen van kankerpatiënten niet mogelijk.

Niet hele probleem opgelost

Huizing wijst er wel op dat met het nieuwe onderzoek nog niet het hele probleem is opgelost: de Nederlandse studie laat zien dat ernstige bijwerkingen ook voorkomen bij patiënten zonder de vier onderzochte dna-variaties. Het enzym dat het chemomiddel afbreekt kan ook zonder genafwijkingen in activiteit variëren, stelt onderzoeksleider Schellens vast. ‘Mogelijk spelen andere dna-variaties een rol, of persoonlijke factoren die we nog niet in beeld hebben’, zegt hoogleraar Van Schaik. Kankerpatiënten gebruiken vaak andere medicijnen en voedingssupplementen en Huizing denkt dat die de blootstelling aan het betrokken enzym kunnen verhogen of verlagen. ‘Ik denk bijvoorbeeld aan multivitaminepreparaten die foliumzuur bevatten en die zeer vaak worden voorgeschreven door huisartsen en alternatieve genezers.’ Verder onderzoek blijft noodzakelijk, zegt ze.

Nieuw Nederlands onderzoek richt zich daarom nu op het meten van uracil, een belangrijke bouwsteen van dna, dat door hetzelfde enzym wordt afgebroken. Hoe meer uracil in het bloed van patiënten, hoe minder actief het enzym. Onderzoek van het team van Schellens, gepubliceerd in het British Journal of Cancer, maakt duidelijk dat bij die groep patiënten inderdaad veel vaker ernstige bijwerkingen en sterfte voorkomen. De Nederlandse wetenschappers nodigen binnenkort in een brief aan The Lancet Oncology artsen uit de hele wereld uit om samen alle patiënten te gaan testen.