Direct naar artikelinhoud
ProfielPatrick Cammaert

Patrick Cammaert, sinds dit weekeinde bewaker van het staakt-het-vuren in Jemen

Patrick Cammaert.Beeld EPA

‘Het wordt zeer lastig’. Militairen plegen een probleem een ‘uitdaging’ te noemen, maar de door de wol geverfde Nederlandse generaal-majoor der mariniers b.d. Patrick Cammaert beseft waaraan hij begint. Dit weekeinde is hij aangekomen in Jemen, waar hij toezicht zal houden op een pril staakt-het-vuren tussen regeringstroepen en Houthi-rebellen.

Cammaert (68) leidt een internationaal team van waarnemers dat neerstrijkt in de havenstad Hodeida, waar samenwerking met lokale veiligheidskrachten wordt gezocht. Via Hodeida en enkele andere havens aan de Rode Zee loopt de import van vrijwel alles waaraan Jemen na ruim drie jaar burgeroorlog een nijpend tekort heeft: water, voedsel, medicijnen, brandstof.

De missie vloeit voort uit een vrijdag door de VN-Veiligheidsraad aangenomen resolutie. Geen Nederlandse militair heeft meer werk voor de VN verricht dan Cammaert. In de bergen rond de Bosnische hoofdstad Sarajevo, als commandant van vredesmissies in Afrika, als militair adviseur van VN-chef Kofi Annan. Voor zijn verdiensten ontving hij de Carnegie Wateler Vredesprijs, een van ’s werelds oudste en meest prestigieuze vredesonderscheidingen.

Na zijn pensionering in 2007 werd Cammaerts militaire expertise van tientallen jaren vaak ‘ingehuurd’ door de VN. Hij was speciaal gezant voor de bestrijding van seksueel geweld in conflictgebieden, en deed onderzoek naar gewelddadigheden in Gaza en Zuid-Soedan. Het eerste onderzoek leidde tot harde kritiek van de VN op Israël, dat scholen en schuilkelders had bestookt tijdens de oorlog tegen Hamas in 2014. In 2016 stelde Cammaert ‘laks en risicomijdend gedrag’ van blauwhelmen in Zuid-Soedan aan de kaak; de Keniaanse commandant van de vredesmacht moest daarna het veld ruimen.

Patrick Cammaert, sinds dit weekeinde bewaker van het staakt-het-vuren in Jemen
Beeld EPA

DR Congo

Hij had al veel missies achter de rug (in Cambodja, op  de Balkan en de grens van Eritrea en Ethiopië), toen hij in 2005 aantrad als bevelhebber van 15 duizend blauwhelmen in de Democratische Republiek Congo. ‘Wat ik hier heb gezien, tart elke beschrijving’, zei hij tegen de Volkskrant, die erbij was toen hij zijn troepen inspecteerde en sprak met burgers die zich verheugden op vrije verkiezingen. ‘Je staat in een hut waarin een heel gezin werd opgesloten door een gewapende groepering en vervolgens levend is verbrand. Je wordt aangeklampt door getraumatiseerde kinderen die aan een slachtpartij zijn ontsnapt’. Het raakte hem emotioneel, natuurlijk, maar veel tijd om erover na te denken was er niet: een volgende crisis, een nieuw bloedbad diende zich aan.

Na afloop sprak hij over een redelijk geslaagde missie, al had hij ‘veel meer schurken willen oppakken’. Hij deinsde niet terug voor dodelijk geweld tegen rebellenleiders.

Sinds zijn jaren in Congo heeft hij, met wisselend succes, bij Nederland en andere westerse landen aangedrongen op een grotere deelname aan VN-missies in Afrika. Het zijn armere landen die het merendeel van de troepen leveren. Hij juichte het toe dat Den Haag besloot tot ‘een forse bijdrage’ aan de missie in Mali, maar had ook graag gezien dat Nederland zich met meer dan een handjevol officieren vertoonde in landen als de Centraal Afrikaanse Republiek. Niet met ‘hele bataljons’, maar met ’specialismen’: special forces, experts in het opruimen van mijnen en bermbommen, veldhospitalen, drones. In de Haagse politiek stuitte hij op huiver jegens VN-missies, deels terug te voeren op het Srebrenica-drama. Liever opereert Nederland onder de vlag van de Navo – zie Afghanistan, waar militairen al zo’n zeventien jaar actief zijn.

Vrouwen

Zijn ervaringen in Congo maakten hem ook tot pleitbezorger van vrouwelijke blauwhelmen, wier aantal zeer beperkt is. Hij gruwde van seksueel misbruik door de strijdende partijen, maar ook door blauwhelmen. ‘Wie zich ernstig misdraagt, vliegt eruit’. Jarenlang reisde hij daarna de wereld af om militairen, veelal toekomstige VN-commandanten, alert te maken op kansen om seksueel misbruik te bestrijden. Hij hield de Veiligheidsraad voor: ‘Het is waarschijnlijk gevaarlijker een vrouw te zijn dan een soldaat in een gewapend conflict’. Het is zijn meest geciteerde uitspraak.