Direct naar artikelinhoud
NieuwsC02-taks

Met een CO2-taks (vek) worden kosten klimaatbeleid eerlijk verdeeld: zelfs het bedrijfsleven is enthousiast

Het is een soort btw op broeikasgas, maar dan niet bedoeld om de staatskas te spekken. De naam: vek (vergoeding externe kosten). Het bedrijfsleven is enthousiast. Vandaag wordt de heffing voorgesteld in de Tweede Kamer.

Metselaar in de weer met bakstenen. De vervaardiging ervan kost veel C02.Beeld Marcel van den Bergh

Met één enkele belasting kan de klimaatkwestie zijn geregeld: een heffing op alle CO2-uitstoot. Klimaatbedervende producten zoals kolenstroom zullen duurder worden, klimaatvriendelijke zoals windstroom niet. Klimaatbedervers krijgen het daardoor flink zwaarder op de markt. Gaat het niet hard genoeg? Dan omhoog met die belasting.

Het is geen nieuwe gedachte die Frans Rooijers te berde zal brengen, woensdag tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer over de verwachte kosten van het klimaatbeleid. De Nederlandsche Bank constateerde dinsdag in een rapport dat er in Nederland zeker ruimte is voor een heffing op CO2, en in onder meer Frankrijk, Finland, Ierland en Zwitserland bestaan al CO2-heffingen.

De EU kent al sinds 2005 een systeem voor verhandelbare emissierechten, ETS. Natuurlijk kent Rooijers, directeur van milieukundig onderzoeksbureau CE Delft, dat systeem. Enkele duizenden grote bedrijven moeten voor elke ton CO2 die ze willen uitstoten, een emissierecht hebben, die ze nu nog vaak krijgen maar soms, en steeds vaker moeten kopen.

Maar, zegt hij, dat ETS-systeem geldt alleen voor grote bedrijven. De uitstoot van alle kleinere bedrijven blijft buiten schot. Dat kan de concurrentieverhoudingen verstoren, zeker als de prijs van emissierechten stijgt.

In plaats daarvan, zegt Rooijers, zou er een ‘belasting toegevoegde broeikasgas’ (btb) moeten komen, goeddeels naar het voorbeeld van de aloude btw. ‘Maar wij willen hem niet zo noemen, want het woord belasting suggereert dat hij is bedoeld om geld voor de overheid op te halen. Dat is niet het geval. Hij is alleen bedoeld om kosten in de prijs van het product te krijgen. Wij noemen hem de ‘vek’: vergoeding externe kosten.’

Onder een vek moet elke producent opgeven hoeveel broeikasgas zijn productieproces oplevert. Die uitstoot wordt belast zodra de onderneming een product of dienst verkoopt, precies zoals dat nu gaat met de btw. Is er voor een product een kilo CO2 uitgestoten, dan komt er een vek-heffing op die kilo.

Iedereen betaald

Neem de productieketen van een fiets als voorbeeld. Bij elk betrokken bedrijf wordt vek geheven: de staalfabriek, de fabriek die onderdelen maakt, dan de fietsenfabriek, tot slot de fietsenwinkel. En bij de betrokken transportondernemingen. Al die heffingen worden toegevoegd aan de prijs van de fiets. De consument die een fiets koopt, betaalt voor de complete CO2-uitstoot in de hele keten.

Moet de kleine ondernemer, en zelfs de zzp’er, dan ook vek gaan afdragen?

‘Ja. Met de software van tegenwoordig is heel goed vast te stellen hoe groot de CO2-uitstoot van een bedrijf is. Je kunt bovendien werken met standaarden. Van kleine bedrijven is wel bekend hoeveel ze gemiddeld uitstoten. En als zo’n kleine ondernemer kan aantonen dat hij minder uitstoot, bijvoorbeeld doordat hij hernieuwbare energie gebruikt, dan wordt voor hem de afdracht lager. En dan wordt dus zijn product goedkoper.’

Maar exporteurs krijgen zo toch problemen, omdat Nederlandse producten duurder worden?

‘Nee’, zegt Rooijers, ‘want als zo’n product de grens over gaat, kan de importeur van dat product de vek terugkrijgen. Dat is precies zoals dat nu met btw werkt. En bij het importeren van producten moet er ook gewoon vek worden geheven. Daardoor worden de concurrentieverhoudingen juist niet verstoord.’

In het bedrijfsleven is het idee met enig enthousiasme ontvangen. Martijn Broekhof, klimaatdeskundige van de brancheorganisatie van de chemische industrie VNCI, noemt de vek ‘theoretisch een zeer interessant instrument, aantrekkelijker dan een emissiehandelssysteem zoals het ETS’. En de VEMW, de organisatie van grote energieverbruikers, is zo mogelijk nog optimistischer. ‘Het is een heel mooi concept’, zegt Gertjan Lankhorst. Al geeft hij toe dat de leden van zijn organisatie er wel garen bij zouden spinnen.

Rooijers zou het liefst een vek in heel Europa ingevoerd zien, maar het hoeft niet. Nederland alleen is te klein, de Benelux eigenlijk ook. Maar samen met landen als Duitsland, Scandinavische landen en misschien Frankrijk zou het best kunnen.

Hoe hoog de heffing moet worden is afhankelijk van het gewenst effect. CE Delft heeft voor enkele producten drie tarieven berekend: 25 euro per ton, ongeveer het prijsniveau van de huidige emissierechten; 100 euro per ton, en 250 euro per ton, wat uiteindelijk nodig zal zijn om de klimaatdoelen van Parijs te halen.

Bij het hoogste tarief van vek, dus 250 euro per ton, zou de tomaat met de meeste CO2 (een tomaat uit een gasgestookte Nederlandse kas) rond 16 procent duurder worden dan die van klimaatvriendelijker concurrenten. Een treinticket Amsterdam-Berlijn wordt 8 procent duurder, maar het vliegticket voor dezelfde afstand 85 procent.

De vek lijkt een mogelijke oplossing om de klimaatkosten eerlijk over bedrijven te verdelen, maar lost het ook de problemen op voor huishoudens? Juist mensen met lagere inkomens dreigen door duurdere energie in problemen te raken, aan de Klimaattafels is dat een grote kwestie. Vorig jaar nog berekende CE Delft, toen in opdracht van Milieudefensie, dat de laagste inkomens tot 17 procent van hun inkomen aan klimaatlasten zouden moeten betalen.

Maar een vek van 25 euro per ton zou de gasprijs al verhogen van rond 65 cent naar 70 cent, en met een tarief van 250 euro verdubbelt de gasprijs zelfs 1,10 euro. ‘Dit probleem kunnen we met de vek niet oplossen’, erkent Rooijers. ‘Daar zou bijvoorbeeld een energietoeslag voor moeten komen.’