Direct naar artikelinhoud
werkloosheid Rotterdam-Zuid

Experiment in Rotterdam: gratis autorijlessen voor bijstandsgerechtigden. Is dat een goed idee?

De gemeente Rotterdam wil alles uit de kast halen om de werkloosheid in Rotterdam-Zuid terug te brengen en presenteerde daarvoor deze week een heus ‘aanvalsplan’ met een stevig budget. Opvallend is het experiment waarbij tien bijstandsgerechtigden die brandwacht willen worden op kosten van een uitzendbureau hun rijbewijs kunnen halen. 

Rijles van een 17-jarige.Beeld Joyce van Belkom/Hollandse Hoogt

Op Twitter klonk meteen de voorspelbare afgunst met opmerkingen als: ‘Huh? Wij werken allebei netjes maar kunnen geen rijbewijs betalen.’

‘Wij geven als gemeente geen gratis rijbewijzen weg’, beklemtoont woordvoerder Monique de Jongh. ‘Het uitzendbureau waarmee wij samenwerken, betaalt samen met ons de rijlessen van de mensen van deze kleine groep van tien personen die nog geen rijbewijs heeft. Zonder rijbewijs kunnen zij namelijk hun werk van brandwacht niet verrichten.’

Wilt u dit verhaal liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.

Brandwachten houden bijvoorbeeld toezicht bij fabrieken. Die staan buiten de stad, en het werk gaat ’s nachts door: zonder auto lukt dat niet. De gemeente wil ook andere bijstandsgerechtigden helpen die een opleiding nodig hebben voor een bepaalde functie. ‘Een rijbewijs zien wij ook als een opleiding die voor deze specifieke functie nodig is.’

Dit Rotterdamse experiment verdient navolging, vindt hoogleraar Actief Burgerschap Monique Kremer van de Universiteit van Amsterdam. Kremer vindt dat de scholingsbudgetten voor mensen in de bijstand veel te laag zijn. ‘Als het mogelijk is een bijstandsgerechtigde aan een baan te helpen door hem zijn rijbewijs te laten halen, dan is dat een goede investering van een gemeente. Een bijstandsuitkering blijven verstrekken kost veel meer geld. En als het uitzendbureau deze kosten deels zou dekken, is het helemaal mooi.’

Sociale achterstand

Rotterdam, dat gemiddeld al een relatief hoog percentage werklozen telt, komt vaker in het nieuws met onorthodoxe plannen op dit vlak. Eerder stuurde de stad bijvoorbeeld bussen met werkzoekenden naar het Westland voor werk in de kassen – zonder al te veel resultaat overigens.

Nu is de gemeente al een aantal jaren aan het pogen de sociale achterstand in Rotterdam-Zuid weg te werken, dat ook wel als het grootste en meest hardnekkige achterstandsgebied van Nederland wordt beschouwd. De werkloosheid is er onevenredig hoog. Ruim 40 procent van de Rotterdamse bijstandsgerechtigden woont in Zuid, terwijl nog geen derde van de Rotterdammers daar woont. Doel van het ‘aanvalsplan’ is dat het aandeel bijstandsgerechtigden in de stadsdelen Charlois, Feijenoord en IJsselmonde in 2031 evenredig is aan het inwoneraantal, dus rond de 30 procent.

Dat betekent dat jaarlijks 2.200 bijstandsgerechtigden uit Zuid aan de bak moeten. Er komen daartoe 62 extra ‘werkconsulenten’, die meer persoonlijke aandacht kunnen geven aan deze groep werklozen en per persoon gaan kijken wat nodig is om hen weer aan het werk te krijgen. Een groot gedeelte van de bijstandsgerechtigden in dit gebied blijkt namelijk niet meteen te bemiddelen. Gemeentewoordvoerder De Jongh: ‘Ze hebben vaak problemen als schulden en een taalachterstand die in de weg staan van een baan. Veel van hen hebben intensievere begeleiding nodig.’

De inspanningen om de werkloosheid terug te dringen, maken deel uit van het nationale programma Rotterdam-Zuid, waarin Rijk en gemeente gezamenlijk 260 miljoen euro investeren. Vmbo-leerlingen worden er bijvoorbeeld gestimuleerd om mbo-richtingen te kiezen waarin ze zeker aan het werk komen, zoals de zorg, techniek of de haven. Ze krijgen dan een baangarantie.

Hoogleraar Kremer denkt dat de intensievere begeleiding van werkzoekenden kan helpen. ‘De economie trekt aan, dus nu is het moment om mensen een duwtje in de rug te geven. Voor sommigen kan het al helpen als praktische zaken als kinderopvang worden geregeld. En bewezen is dat investeren in cursussen en trainingen helpt, zeker als deze meteen op de werkvloer plaatsvinden en leiden tot een baan. Maar we moeten ook geen wonderen verwachten. Een groot deel van de doelgroep heeft een lastig te overbruggen afstand tot de arbeidsmarkt.’