Direct naar artikelinhoud
InterviewHenk Kraaijenhof

Henk Kraaijenhof, oud-coach van Merlene Ottey en Nelli Cooman, over de (on)mogelijkheden van Dafne Schippers

Topsprinter Dafne Schippers is herenigd met haar eerste coach, Bart Bennema, zo maakte de Atletiekunie woensdag bekend. Henk Kraaijenhof, oud-trainer van Merlene Ottey en Nelli Cooman, taxeert haar mogelijkheden om weer op het oude niveau te komen. ‘Ze moet die ranke gestalte weer terugkrijgen.’

Dafne Schippers.Beeld Getty Images

Ze hebben elkaar nog nooit ontmoet, topsprinter Dafne Schippers (26) en Henk Kraaijenhof (63), de voormalige coach van topsprinters als Nelli Cooman en Merlene Ottey. ‘We hebben elkaar wel eens in het voorbijgaan gezien, op de Diamond League in Zürich, herinner ik me. Ik vraag me af of Dafne me wel kent. Dat snap ik, hoor. Ik ben van de oude, vorige generatie. Niet interessant voor haar.’

Het neemt niet weg dat Kraaijenhofs bezeten fascinatie voor de korte afstand weerspiegeld in onorthodoxe trainingsmethoden en dataverzamelwoede nooit is geweken.

Hij leert tegenwoordig directeuren in het bedrijfsleven, artiesten en sporters hun stress te bestrijden, maar volgde intussen Schippers op de voet. ‘Dafne is een geweldige atleet.’ De afgelopen jaren heeft hij bezorgd toegekeken. ‘Ik zat vaak hoofdschuddend voor de televisie.’

Nadat ze twee jaar met de Amerikaanse coach Rana Reider heeft gewerkt, die onlangs terugkeerde naar eigen land, heeft Schippers niet voor een nieuw avontuur gekozen.

Woensdag werd bekend dat ze op weg naar de WK in Doha (in 2019) en de Olympische Spelen van 2020 in Tokio bij Bart Bennema gaat trainen, met wie ze al van 2008 tot 2016 samenwerkte. Na het vertrek van Reider hield ze al bij hem haar vorm op peil.

Onder de vleugels van Bennema liep ze haar snelste tijden en werd ze wereldkampioen. Schippers: ‘We kennen elkaar goed en weten wat we aan elkaar hebben. Ik kijk er naar uit om een mooi vervolg te geven aan de fijne samenwerking die we altijd hebben gehad.’

Bestaat er nog een kans dat ze in de buurt kan komen van haar topprestaties uit 2015? Oud-coach Kraaijenhof twijfelt niet. ‘Ze is 26, dan zijn je mogelijkheden echt niet minder dan op je 23ste.’ Waar valt volgens hem nog winst te behalen?

De start

‘Haar zwakste onderdeel, nog altijd. Voor verbetering is zelfs een biomechanicus ingehuurd, voor 20 uur per week. Het leverde niks op. De verklaring is deels psychologisch: als je het zo veel aandacht geeft, wordt het vanzelf een probleem. Je bent er alleen maar mee bezig. In vaktermen: paralysis by analysis. Het verlamt je. Maar als ze al zo hard loopt, is er geen probleem. Het is een verbeterpunt. Haar start was geen 3, het was een 8. Hoeveel energie moet je daarin steken om er een 10 van te maken?

‘Merlene Ottey was ook een slechte starter. Ik heb er destijds nauwelijks 20 uur per jáár aan besteed. Starten draait om techniek, explosieve kracht en de guts om ongeremd weg te jakkeren. Merlene schoot op alle facetten tekort. Ze wist niet welke houding ze moest aannemen. Ze had weinig explosiviteit. Ze wachtte even zodat ze zich aan de concurrenten kon optrekken. Het kostte 2,5 maand om dat op orde te krijgen.

Merlene Ottey op de 200 meter bij de Spelen van Atlanta in 1996.Beeld Daniel Garcia / AFP

‘We hebben wat geëxperimenteerd. Moesten de blokken dichterbij of juist wat verder? Hoe hoog plaats je de heupen? Welke hoek maakt haar knie? Het levert variabelen op waarmee je kunt spelen. Om haar explosiever te maken moest ze veel springen, vanuit zithouding op een bank omhoog. Het wachten op haar rivalen kon natuurlijk niet meer. Loop toch maar voorop. We zijn er op 1 januari 1989 mee begonnen en half maart, op de WK in Boedapest, liep ze een persoonlijk record op de 60 meter.

‘Het was tenenkrommend hoe Dafne vertrok. Je zag dat ze het heel hard probeerde, maar het ging nergens heen. Ze is gespierder geworden, maar dat heeft haar alleen maar in de weg gezeten. Je moet erop toezien dat alleen de snelle spieren groter worden, niet de langzame. Ik heb het idee dat daar te weinig oog voor is geweest. Ik zou wat metingen verrichten en ik zou met haar praten hoe ze er zelf over denkt. Meer niet. Hou het vooral simpel.’

De laatste meters

‘Dat was Dafne’s sterkste wapen. Waar de anderen op de laatste meters stilvielen, kon zij haar snelheid beter vasthouden. Dat lukte niet meer. Ze moest al die spieren meezeulen. Die komen van pas bij de start, maar als je eenmaal vliegt, is die massa overbodig.

‘Er komt ook een mentale factor bij. Als je niet dichterbij komt, ga je verkrampen. Je balt de vuisten, je bijt op de tanden. Het kost allemaal energie. Je zag het aan haar gelaatsuitdrukking. Verbeten, venijnig. Die bijna-glimlach van vroeger is weg. Daarbij komt dat de concurrenten zien dat de vorm er niet is. Ze liep ze niet meer voorbij alsof ze zelf stil stonden. Daar putten anderen kracht uit. Die denken: dit is mijn kans.

‘Ik ben fan van haar, het doet pijn om te zien dat ze er niet uit haalt wat er wel in zit. Ze moet die ranke gestalte weer terugkrijgen. Bij haar bouw gaat spiermassa ten koste van souplesse. Je voelt je sterker, maar je bent het niet. Het kost niet veel moeite om dat kwijt te raken. Wat rust inbouwen, dan is de bulk al snel verdwenen.’

Het vertrouwen

‘Ja, het is me ook opgevallen: vroeger had ze echt zin in een race in een vol stadion, nu zag ik zelfs weerzin. Ze reageerde ook nog al eens korzelig. Waarom zit iedereen zo te zeiken? Maar dat hoort er nu eenmaal bij. Als je er niet tegen kunt, moet je de 100 meter maar in 14 seconden gaan lopen. Dan staat er niemand.

‘Aan de andere kant: ze heeft nu eenmaal die enorme, prijzenswaardige drive. Als ze verbeten reageert, is ze vooral boos op zichzelf. Je hoeft niet te horen dat iets niet goed was, dat weet ze zelf ook wel.

‘Het is de taak van de coach die drive, die woede en agressie soms, om te zetten naar prestaties. Je moet onvrede over een race niet laten etteren. Streep eronder, nieuwe doelen zetten, nieuwe kansen creëren. Soms de zweep hanteren en dan weer een bemoedigend schouderklopje uitdelen. Het is belangrijk dat ze het vertrouwen terugwint. Vertrouwen in jezelf, in de training en in je coach.’

De methoden

‘Ik ben na veertien jaar weer begonnen met coachen. Ik train een Zwitserse hordenloopster, Noemi Zbären, en Ronell Rosier. Ze is 18 en de dochter van Nelli Cooman. We werken met nieuwe methoden. Niemand in Nederland is er nog mee bezig. Ik zal je wat laten zien.

‘Kijk, dit is Ronell. Ze heeft banden om haar armen en benen. Die pompen we op. Zo krijgen de spieren wat minder bloed. Dan gaan we oefeningen doen. Er zal sneller verzuring optreden. De spieren zullen zich gaan aanpassen. Het resultaat: meer conditie, meer kracht. Op deze foto rent Ronell met pakjes lood die op haar bovenbenen zijn geplakt. Ze wegen 200 gram, minder kan ook.

Dafne Schippers op de 200 meter tijdens de Spelen van Rio in 2016.Beeld Hollandse Hoogte / Pim Ras

‘Het werkt beter dan trainen met halters om de spieren te versterken. Daar is de krachtsuitoefening verticaal. De sprintbeweging is voorwaarts. Met die pakketjes wennen je spieren veel preciezer aan extra belasting. Nog iets: dit is een broekje waarin elektroden zijn geweven. Die leggen spieractiviteit vast, die van de hamstrings, de quadriceps, de bilspieren. Door oefeningen te doen kun je vastleggen hoe ze die gebruikt en of er verschillen zijn tussen links en rechts.

‘Aan dit soort innovaties kan iedereen wat hebben, ook Dafne Schippers. Bart Bennema weet waar ik mee bezig ben. Hij kan me raadplegen. Zo niet, even goede vrienden natuurlijk.’

De voeding

‘Dit is een beetje een hachelijk onderwerp, want ik ken haar eetpatroon niet. Er zijn testen van bloed, urine en speeksel nodig om vast te stellen wat iemand nodig heeft. Elk lichaam reageert anders. Wat voor jou superfood is, kan voor mij vergif zijn. Dit is heel complex, dit komt in de buurt van rocketscience. Nee, ik geloof niet dat Dafne er op die manier mee bezig is, ik heb er althans nooit iets over gelezen.’

De coach

‘Dat ze nu weer met Bart gaat trainen, kan goed uitpakken. Nelli Cooman is ook een keer bij mij weggegaan en weer teruggekeerd. Ze heeft vijf jaar gesukkeld. Nadat wij weer gingen samenwerken, is ze nog Europees indoorkampioen geworden.

‘Maar vanzelfsprekend is het bepaald niet. Bart heeft eerder gezegd dat het hem een slecht idee leek. Dat zegt hij niet zomaar. Hij werkt intussen met een grote groep andere atleten. Ik kan natuurlijk niet beoordelen hoe diep het litteken is van de scheiding destijds. Dit soort herenigingen zijn vaak meer gebaseerd op hoop dan realiteit. Je loopt niet twee keer door dezelfde rivier. De Dafne van nu is niet meer de Dafne van toen.

‘Zoveel opties waren er ook niet. Er zijn wereldwijd misschien tien toptrainers die met iemand van haar kaliber kunnen werken. Die hadden dan vrouw en kinderen in de steek moeten laten voor een langdurig verblijf op Papendal. Het afbreukrisico is ook nog eens groot. Dat geldt ook voor Bart. Als het hem niet lukt haar betere tijden te laten lopen, zal dat als teleurstellend worden gezien.

‘Maar ik ben er wel van overtuigd dat Dafne in elk geval fysiologisch in staat is haar oude niveau te bereiken. Als de passie en de frisheid er ook nog zijn en ze niet met angst en beven naar Tokio toeleeft, kan het nog helemaal goed komen.’